Verbonden Leven

Zoek

Zoektip

Zoektip:

tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel) 

Lc.19,45-48 (22/11/2024)

45    Hij ging binnen in de tempel
       en begon de kopers en verkopers buiten te drijven:
46    “Er is geschreven:
       Mijn huis zal een huis van gebed zijn [Jes.56,7],
       maar jullie hebben er een rovershol van gemaakt!”
47    Elke dag gaf hij onderricht in de tempel.
       De tempeloversten en de schriftgeleerden zochten hem te doden,
       zo ook de leiders van het volk,
48    maar zij vonden niet wat ze konden doen,
       want heel het volk hing aan zijn lippen.

Weer een voorbeeld van hoe iemand die alleen maar goed doet en waarheid spreekt, toch heel veel weerstand krijgt. Ook dat blijkt helaas een ‘menselijk’ fenomeen van alle tijden te zijn.
Vreemd toch: De ‘schriftgeleerden’ konden hem op geen enkele fout vangen, en omgekeerd getuigt de bijval door het volk ervan dat hij goede en ware dingen zegt. Waarom hem dan willen doden?
Waarheid en goedheid zijn confronterend. Ze leggen onze on-waarheid en on-goedheid bloot, niet noodzakelijk als een veroordeling, maar niettemin pijnlijk duidelijk. En daar houden we uiteraard niet van. Liever liquideren we de boodschapper dan ons eigen leven te veranderen.
Heb je gemerkt dat hier geruisloos overgegaan is van het Bijbelverhaal naar óns verhaal? We zijn nogal geneigd dat soort gedrag in de schoenen van de ‘schriftgeleerden en farizeeën’ te leggen. Maar wat zullen wij / wat zal ík doen als Jezus over ‘de tempel van mijn lichaam’ (=zijn woonplaats!) zegt dat het een huis van gebed zou moeten zijn, terwijl ik er een rovershol van heb gemaakt?

Lc.21,20-28 (28/11/2024)

20    “Wanneer jullie zien
       dat Jeruzalem door legerkampen omsingeld wordt,
       weet dan dat haar verwoesting nabij is.
21    Laat dan wie in Judea is,
       vluchten naar de bergen,
       wie in de stad is,
       naar buiten vluchten,
       en wie in de velden is,
       niet de stad binnengaan.
22    Want dit zijn dagen van voltrekking van het vonnis,
       tot vervulling van wat geschreven is.
23    Wee de zwangeren en zogenden in die dagen,
       want er zal grote nood zijn in het land
       en woede over dit volk.
24    Ze zullen gedood worden door het zwaard,
       gevangen weggevoerd naar alle volken
       en Jeruzalem zal door de volken vertrapt worden,
       tot hun tijd vervuld is.”
25    Er zullen tekenen zijn aan zon, maan en sterren,
       op het land benauwdheid en radeloosheid bij de volken
       en geraas van zeeën en golven. [Ps.65,8]
26    Angst zal de mensen de adem benemen
       om wat ze denken dat wereld zal overkomen,
       want de krachten van het universum worden aan het wankelen gebracht.
27    En dan zullen ze de mensenzoon zien komen op een wolk,
       met stuwkracht en grote heerlijkheid.
28    Als deze dingen nu beginnen te gebeuren,
       richt je op en hef je hoofden omhoog,
       want jullie vrijmaking is nabij!”

Een stad (Jeruzalem) is de plaats waar chaos als eerste zichtbaar zal worden. Jeruzalem, het geloofscentrum bij uitstek, zal op z’n grondvesten daveren. Het is heel menselijk om angstig toe te kijken wanneer grote instituten instorten of wanneer de kracht van grote verhalen afneemt, zonder te weten wat er gedaan moet worden. De adem stokt, en angst wordt de leidraad voor het (niet) handelen. Alles waar men op vertrouwde lijkt weggevaagd te worden, en iets nieuws is niet meteen in zicht.
Wanneer we ons in zulke situaties bevinden, is het belangrijk om rechtop te blijven en onze focus op G-d te houden. Tussen de brokstukken van wat ooit is geweest en de leegte die nu rest, komt hij aanwezig. Het oude zál teloorgaan, met alle pijn en ellende die dat meebrengt, maar het nieuwe komt. Het nieuwe zal zich uiteindelijk realiseren en ons vrij maken. Daar mogen we op vertrouwen.

Lc.21,29-33 (29/11/2024)

29    Nu vertelde hij hen [zijn leerlingen] een gelijkenis:
       “Kijk naar de vijgenboom,
       en alle bomen.
30    Wanneer jullie zien dat zij beginnen te ontspruiten,
       weet je uit jezelf dat de zomer dichtbij is.
31    Zo moeten jullie ook,
       wanneer je deze dingen ziet gebeuren,
       weten dat het koninkrijk van God dichtbij is.
32    Jazeker, ik zeg jullie:
       Deze generatie zal niet voorbijgaan
       totdat al deze dingen gebeuren.
33    Hemel en aarde zullen voorbijgaan,
       maar mijn woorden gaan nooit voorbij.”

De aarde lijkt in verwarring, en de klimaatverandering toont ons de spiegel van onze eigen acties. We zijn de verbinding met de natuur verloren. We kunnen ervoor kiezen om dit te negeren en onze eigen weg te blijven volgen, maar we kunnen ook opnieuw luisteren naar wat de natuur ons te zeggen heeft en zo de aarde helen. Milieuactivisten wijzen ons hier al langere tijd op en proberen iedereen te overtuigen om anders – milieubewust – te gaan leven.
Als we vandaag naar Jezus’ woorden luisteren, zien we dat ditzelfde geldt voor ons geloof. Hoe meer wij ons verbinden met G-d en zijn Woord, hoe meer we van hem te horen krijgen en hoe beter we de tekenen van de tijd zullen begrijpen. Ook hier kunnen wij ervoor kiezen om zijn Woord te negeren, of we kunnen ons ermee te verbinden. Welk van de twee wegen wij kiezen zal zichtbaar zijn in de manier waarop we met elkaar omgaan. Het ene zal ons ego vergroten, het andere zal ons samen-leven dichter bij G-d brengen. Durven wij net zo vastberaden op te opkomen voor zijn Woord als de milieuactivisten voor de natuur?

Lc.21,25-28.34-36 (01/12/2024)

25    Er zullen tekenen zijn aan zon, maan en sterren,
       op het land benauwdheid en radeloosheid bij de volken
       en geraas van zeeën en golven. [Ps.65,8]
26    Angst zal de mensen de adem benemen
       om wat ze denken dat wereld zal overkomen,
       want de krachten van het universum worden aan het wankelen gebracht.
27    En dan zullen ze de mensenzoon zien komen op een wolk,
       met stuwkracht en grote heerlijkheid.
28    Als deze dingen nu beginnen te gebeuren,
       richt je op en hef je hoofden omhoog,
       want jullie vrijmaking is nabij!”

34    “Neem jezelf in acht!,
       dat je hart niet wordt bezwaard
       door brasserij en dronkenschap
       en door zorgen om je levensonderhoud,
       en dat die dag niet plots voor je komt te staan
35    als een klapnet.
       Hij zal komen over allen op heel de wereld.
36    Waak dan, op elk moment, en bid
       dat je standvastig mag zijn,
       deze dingen, die op het punt staan te gebeuren, zou ontvluchten
       en mogen standhouden voor de mensenzoon.”

Iedereen is druk doende, toen al in de tijd van Jezus en nu nog steeds. Wij doen wat we denken te moeten doen: we eten en drinken, werken, gaan relaties aan of leven alleen. Er is ook niets tegen om hard te werken, zolang we daarbij ook ruimte blijven maken voor het onverwachte, voor datgene wat nog niet is. Wanneer we volledig opgaan in onze taken en verplichtingen, lopen we het risico geen ruimte meer over te houden voor G-ds toe-komst of voor wie of wat op ons toekomt. Dan raken we verstrikt in onze eigen kleine wereld en blijven we steken in onze klein-menselijkheid. Als we zonder enige verwachting, niet wakker noch waakzaam leven, sluiten we ons af voor wat ons werkelijk kan verrassen en vernieuwen, dan gaat ook de ruimte voor het niet-weten in ons dicht. Juist te midden van alle drukte is het belangrijk om standvastig in het alert en wakker zijn.
Daarom deze vraag om bij te waken en te bidden: Ben ik, in alles wat er moet gebeuren, open voor het onverwachte, voor dat wat ik niet weet?

Lc.10,21-24 (3/12/2024)

21    Op dat eigen moment, vervuld van de geest,
       jubelde Jezus het uit:
       “Ik prijs en dank je, vader, heer van hemel en aarde,
       dat je deze dingen verborgen hebt
       voor [eigenmachtige] bekwamen en verstandigen
       en ze onthuld hebt
       voor [onmachtige] onmondigen.
       Ja, vader, zo heb jij het goed bevonden voor jouw gelaat.”
22    En hij ging verder tegen de leerlingen:
       “Alles is mij door mijn vader toevertrouwd,
       en niemand weet wie de zoon is, behalve de vader,
       en niemand weet wie de vader is, behalve de zoon
       en aan wie de zoon het wil onthullen.
23    Zalig de ogen die zien wat jullie zien,
24    want ik zeg jullie:
       Veel profeten en koningen verlangden
       te zien wat jullie zien,
       maar zij hebben het niet gezien,
       en te horen wat jullie horen,
       maar zij hebben het niet gehoord.”

Het enthousiasme van de medewerkers is voor Jezus een gegronde reden om het uit te jubelen. Toch waarschuwt hij zijn leerlingen: het gaat niet om het resultaat. Zijn dankbaarheid is gericht op de stuwende kracht achter alles. Het is G-ds Geest die de dynamiek aandrijft. Het is ook de goddelijke Geest die Jezus doet jubelen en danken voor alles wat de leerlingen hebben mogen realiseren. Hij is dankbaar voor zijn verbondenheid met God – een verbondenheid die de leerlingen mogen delen – die alles in beweging heeft gezet.
In deze verbondenheid gingen de leerlingen vol vertrouwen op weg, en ervaarden zij G-ds helende kracht, die zij vervolgens doorgaven aan anderen die ze heelden. Onderweg zagen en hoorden zij dingen die voor de doorsnee mens onzichtbaar en onhoorbaar zijn.
Deze goddelijke nabijheid is zoveel meer waard dan welke intellectuele redevoering dan ook. Niet het verstand, maar de goddelijke Liefde is de stuwende kracht. Leven vanuit de Liefde doet jubelen en prijzen, niet omwille van jezelf, maar om G-ds Geest.

Lc.10,1-9 (6/12/2024)

     Hierna stelde de heer nog tweeënzeventig anderen aan.
       Hij zond hen twee aan twee voor zich uit
       naar elke stad en plek waar hij zelf wilde komen.
     Hij zei hen:
       “De oogst is wel overvloedig,
       maar arbeiders zijn er weinig.
       Vraag daarom aan de heer van de oogst
       dat hij arbeiders uitstuurt in zijn oogst.
     Ga, maar let op!
       Ik zend jullie als lammeren midden de wolven.
     Belaad je niet met een geldbuidel,
       niet met een reiszak, noch met sandalen.
       Groet niemand [uitgebreid] langs de weg.
     In welk huis je ook onderdak krijgt,
       zeg eerst en vooral: “Vrede aan dit huis!”
     Als daar een zoon van de vrede woont,
       dan zal jullie vrede op hem rusten.
       Zoniet, laat ze dan op jullie terugkeren.
     Blijf in hetzelfde huis,
       eet en drink wat er is,
       want de arbeider is zijn loon waard.
       Verleg je niet van het ene huis naar het andere.
     In iedere stad die jullie binnengaan
       en waar je ontvangen wordt:
       Eet wat jullie wordt voorgezet,
9      heel haar zieken
       en verkondig allen:
       “Het koninkrijk van God is jullie genaderd.”

Waarom niet eens stilstaan bij onze St.-Nicolaas? We mogen hem niet laten ‘opeten’ door ‘de commercie’. (Maar is het je niet opgevallen dat het dit jaar veel minder was? Wil men ook dit christelijk symbool verbannen?) Ik schrijf ‘onze’ ook al was hij niet van hier, maar uit … Turkije! Maar hier wordt hij wel door heel velen herdacht – zij het dat er ook hier veel verschillen zijn in de wijze waarop. Vraag het maar eens aan mensen die misschien maar 50km verderop wonen!
Dat is allemaal mooi en zelfs goed dat het er is! – Gezegend de kinderen (en al wie ondertussen weer genoeg ‘als de kinderen’ is!) die op een gezonde manier kennismaken met deze goedheilige man!
Het kinderlijke, de pakjes en het snoepgoed, … zijn allemaal folklore. Dat hij een christen was die het daarmee ernstig meende en tegen de dreigingen in zoveel mogelijk goed deed voor armen en zwakken, staat al 1700 jaar als een paal boven water! Niet voor niets dicht het leesrooster hem het Evangelie van de pastores toe! Als wij dít nu ook eens ten geschenke zouden geven aan onze kinderen …