Verbonden Leven

Mt.13,1-9 (24/07/2024)

     Op die dag trok Jezus buitenshuis
       en ging zitten bij het meer.
     Er verzamelde zich zo’n menigte rondom hem
       dat hij in een boot stapte en daarin ging zitten,
       terwijl de menigte op het strand stond.
     Hij sprak hen uitvoerig toe in gelijkenissen:
       “Kijk, een zaaier ging uit om te zaaien.
     Daarbij viel een deel op de weg.
       De vogels kwamen en aten het op.
     Een ander deel viel op steenachtige grond,
       waar het niet veel aarde had.
       Onmiddellijk kwam het op
       omdat het niet veel diepte had,
     maar van zodra de zon opkwam, verschroeide het,
       omdat het geen wortel had.
     Een ander deel viel tussen de dorens.
       Die schoten op en verstikten het.
     Een ander deel nu viel in goede aarde
       en gaf vrucht,
       deels honderd-, deels zestig-, deels dertigvoudig.
     Wie oren heeft om te horen,
       moet luisteren!

“Op die dag trok Jezus buitenshuis” – zo begint de eerste van de gelijkenissen in het Matteüsevangelie, de parabel over de zaaier. We krijgen meerdere dagen de kans om er dieper op in te gaan.
Om te beginnen is er goede aarde (grond) nodig om vrucht te dragen. Maar wat is dat dan ‘goede grond’ of hoe doe je dat ‘goede grond’ worden? De voorbije maanden zag ik het op mijn wandelingen gebeuren. Na hard werken om alle stenen te ruimen en al wat onnodig ruimte inneemt en een belemmering vormt voor het zaad te verwijderen, lagen de akkers er zwart en stil bij. Ze wachtten op het zaad dat hen gegeven wordt en dat in hen tot vrucht mag worden. Ze waren een en al ontvankelijkheid, verder niets. Een prachtig beeld voor mezelf, voor mijn innerlijk grond, nl. pure ontvankelijkheid, klaar om het zaad te ontvangen en te laten sterven, opdat het in mij tot nieuw leven mag komen en vrucht mag dragen, dertig-, zestig- of honderdvoudig.

Mt.13,36-43 (30/07/2024)

36    Toen liet hij de mensen gaan
       en ging naar huis.
       Zijn leerlingen kwamen naar hem en vroegen:
       “Verklaar ons de gelijkenis van de dolik op de akker?”
37    Hij antwoordde hen:
       “Die het goede zaad zaait, is de mensenzoon,
38    en de akker is de wereld.
       Het goede zaad, dat zijn de kinderen van het koningschap,
       en de dolik zijn de kinderen van het kwaad.
39    De vijand die het gezaaid heeft, is de uiteendrijver [tweedrachtzaaier, diabolos].
       De oogst is de voleinding van de tijd
       en de maaiers zijn de engelen.
40    Zoals de dolik wordt verzameld
       en in het vuur verbrand,
       zo zal het zijn in de voleinding van de tijd.
41    De mensenzoon zal zijn engelen uitzenden
       en zij zullen uit zijn koninkrijk
       alle struikelstenen en [dat is] wie leven in wetteloosheid
       verzamelen [Sef.1,3]
42    en zij zullen hen in de vuuroven werpen.
       Daar zal er geween en tandengeknars zijn.
43    Maar dán zullen de integeren [recht-vaardigen]
       stralen als de zon
       in het koninkrijk van hun Vader.

       Wie oren heeft, moet luisteren!”

Jezus vertelt gelijkenissen, en ja, ze vragen om duiding! Maar of die duiding ook alles verheldert, durf ik toch niet te stellen. Het lijkt alsof elke gelijkenis wel iets verduidelijkt maar tegelijkertijd ook prikkelt en uitdaagt om verder te denken en te zoeken. Misschien is dat juist de bedoeling? Misschien wil Jezus met zijn gelijkenissen en zijn vragen-oproepende uitleg bij zijn hoorders (en dus ook bij ons) een beslissing oproepen: “Ga je mee in het dol-dwaze avontuur op zoek naar het ‘volle’, G-dgerichte, leven, of drijf je mee met de diabolos”?
In ieder geval speelt het zich allemaal af in een wereld die ons gegeven is. Een wereld als plaats waar we leven en te leven hebben met al wie op ons pad komt (goed zaad, onkruid, zaaier, uiteendrijver, tweedrachtzaaier…). Daar gebeurt het! G-ds rijk zal daar te zien zijn – of niet. En een levenswijze waar G-d de focus mag richten, roept het beste wakker in mensen. Het voedt de droom van een leven zoals het bedoeld is, het ‘volle’ leven. En dat leven ís bereikbaar: “Wie oren heeft, moet luisteren!”

Mt.16,13-23 (8/08/2024)

13    Nu kwam Jezus in de streek van Caesarea Filippi [noord-Israël].
       Hij vroeg aan zijn leerlingen:
       “Wie zeggen de mensen dat de mensenzoon is?”
14    Ze antwoordden:
       “Sommigen zeggen Johannes de doper, anderen Elia,
       en nog anderen Jeremia of één van de profeten.
15    Nu zei hij tegen hen:
       “Maar jullie, wie zeggen jullie dat ik ben?”
16    Simon Petrus antwoordde:
       “Jij bent de Gezalfde [Christos/Messiah],
       de zoon van de levende God!”
17    Jezus zei nu tegen hem:
       “Gezegend [vooruit ermee!] ben jij, Simon Barjona [zoon van Jona],
       want niet vlees en bloed hebben dit geopenbaard aan jou,
       maar mijn Vader in de hemelen.
18    En ik zeg jou dat jij een rots [Petros] bent,
       en op deze rots zal ik mijn gemeenschap bouwen
       en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet te sterk zijn.
19    En ik zal je de sleutels geven van het koningschap der hemelen.
       Wat je zult binden op de aarde, zal gebonden zijn in de hemelen,
       en wat je zult vrij maken op de aarde,
       zal vrij gemaakt zijn in de hemelen.”

20    Daarop verbood hij zijn leerlingen
       aan iemand te zeggen dat hij de Gezalfde was.

21    Vanaf toen begon Jezus zijn leerlingen aan te wijzen
       dat het moest
       dat hij naar Jeruzalem trok,
       dat hij veel te lijden zou hebben van de oudsten, hogepriesters en schriftgeleerden,
       dat hij gedood zou worden
       en dat hij op de derde dag zou opstaan.
22    Petrus nam hem terzijde en sprak hem fel toe:
       “Goeiegenade! Nooit mag jou zoiets overkomen, Heer!”
23    Maar Jezus keerde zich om
       en zei tegen Petrus:
       “Ga weg! Achter mij, tegenstrever [satan]!
       Je bent mij een ergernis/struikelblok,
       omdat je niet denkt vanuit God,
       maar vanuit de mens.”

Jezus gaat in gesprek met zijn leerlingen. Een gewoon gesprek tussen vrienden over wat er zoal de ronde doet over hem. Al sprekende neemt hij hen mee naar een diepere laag. Hij is immers niet geïnteresseerd in wat die anderen over hem denken. Hij wil graag weten wat zijn vrienden zelf denken, hoe zij hem zien: “Maar jullie, wie zeggen jullie dat ik ben?” Deze persoonlijke vraag brengt hen op het spoor van wat in hen leeft. Beseffen ze wat in hen leeft en welke stem zullen ze aan het woord laten: die van G-d of die van de tegenstrever (blijkbaar zijn ze beide aanwezig in elke mens)?
Wanneer Petrus antwoordt vanuit G-d, staat hij stevig genoeg om een gemeenschap op te bouwen. Als hij echter de woorden van de tegenstrever kansen geeft om tot uiting te komen, wordt hij een struikelblok en kan hij maar beter naar de achtergrond verdwijnen.
Het zal er dus telkens weer op aankomen te onderscheiden of ik spreek en handel als medestander van Jezus, of eerder halfslachtig op twee gedachten blijf hinken en daardoor zijn tegenstander word?

Mt.16,24-28 (9/08/2024)

24    Toen zei Jezus tegen zijn leerlingen:
       Als het iemands bedoeling is
       achter mij aan te komen,
       moet hij zichzelf verloochenen,
       zijn kruis opnemen en mij volgen.
25    Want wie zijn leven [psyche] wil redden,
       zal het verliezen,
       maar wie zijn leven verliest omwille van mij,
       zal het vinden.
26    Want wat baat het een mens
       de hele wereld te winnen
       maar zijn leven [psyche] erdoor te schaden?
       Of wat zal een mens geven
       als losgeld voor zijn leven?
27    Ja, de mensenzoon zál komen
       in de grootsheid van zijn Vader,
       samen met zijn engelen,
       en dan zal hij ieder teruggeven naar zijn daden. [Ps.62,13]
28    Amen, ik zeg jullie:
       sommige van de aanwezigen hier
       zullen de dood niet proeven
       voordat zij de mensenzoon gezien hebben,
       komend in zijn koningschap.”

Duidelijker kan Jezus niet zijn. Als je hem wilt volgen moet je
1e jezelf verloochenen:
Pas als je jezelf kent, kun je jezelf verloochenen en de neiging tegengaan jezelf als centrum van de wereld te beschouwen. Je leert verder te kijken dan de logica van het persoonlijk belang.
2e zijn kruis opnemen:
Wie met hem optrekt, moet bereid zijn alle consequenties op te nemen. In dat trouw-zijn biedt het kruis zich sowieso aan.
3e hem volgen:
Als je hem echt wilt volgen, dan zal jouw weg dezelfde zijn als zijn weg: lijden en dood – en vanuit de Liefde opstaan.
Hiermee brengt deze passage ons naar de kern van de paradox van het leerling zijn: Wie zijn leven wil redden en het met menselijke overwegingen in handen wil houden, zal het verliezen. Maar wie zijn leven verliest – wie het uit handen geeft, en dat kan slechts in de Liefde – zal het winnen.

Mt.17,22-27 (12/08/2024)

22    Toen ze rondtrokken in Galilea,
       zei Jezus tegen hen:
       “De mensenzoon zal overgeleverd worden
       in de handen van de mensen
23    en ze zullen hem doden
       en op de derde dag zal hij opstaan.”
       Ze werden diep bedroefd.
24    Toen ze in Kafarnaüm waren,
       kwamen de inners van de tempelbelasting naar Petrus
       [een in de Joodse wet bepaalde belasting van 2 daglonen per jaar]
       en vroegen:
       “Betaalt jullie meester de tempelbelasting?”
25    “Jawel!”, zei Petrus.
       En toen hij thuis kwam,
       was Jezus hem voor met de vraag:
       “Wat denk je, Simon:
       de koningen van de wereld,
       van wie ontvangen zij belastingen,
       van hun zonen of van de vreemden?”
26    Petrus antwoordde: “Van de vreemden.”
       Jezus zei: “Dan zijn de zonen vrij.
27    Maar om hen geen aanstoot te geven:
       Ga naar het meer, werp een vishaak uit,
       neem de eerste vis die bovenkomt, open zijn bek
       en je zult een stater [munt van 4 daglonen] vinden.
       Neem die en betaal ermee voor mij en jou.”

Jezus kondigt zijn lijden en dood aan. Het kinkt als een gewone mededeling. De leerlingen laten zich er even door raken, maar het gaat snel voorbij. Ze gaan weer over naar de orde van de dag. Zij zijn bezig met andere dingen, dingen waarop ze ook worden aangesproken, zoals hier over de betaling van de ‘tempelbelasting’. Ok, zegt Jezus, betaal die belastingen, maar doe het in vrijheid. Maak je niet druk over de centen. G-d zal er wel in voorzien.
Gaat het in dit stukje Evangelie nu om de ‘banaliteiten’ van het al of niet belastingen betalen, of over Jezus lijden en dood?
Mij lijkt het te gaan over vrij worden net als Jezus. Dus niet vrij worden in de betekenis van zomaar ‘alles doen waar je zin in hebt’, maar wel: je niet laten tegenhouden om te doen wat je – van binnenuit – moet doen. Écht vrij worden is je door niets of niemand laten tegenhouden om te doen wat G-d je ingeeft en consequent G-ds weg gaan.
En dat is zó anders dan wat men automatisch aanneemt en doet, dat het als het ware vanzelf aanstoot geeft en gewelddadige reacties uitlokt.
Jezus laat zich dáár alvast niet door doen … En ik?

Mt.19,23-30 (20/08/2024)

23    En tegen zijn leerlingen zei Jezus:
       Amen, ik zeg jullie:
       Voor wie rijk is [aan … kan divers ingevuld worden],
       is het moeilijk het koningschap der hemelen binnen te gaan.
24    En opnieuw zeg ik jullie:
       Makkelijker is het
       voor een kameel door het oog van een naald te gaan,
       dan voor een rijke in het koningschap der hemelen binnen te gaan.
25    Toen ze dit hoorden, stonden zijn leerlingen zeer versteld:
       “Wie kan dan nog bevrijd worden?”
26    Maar Jezus keek hen aan [met dezelfde blik als naar de adolescent (Mc.10,21)] en zei:
       “Bij mensen is dit onmogelijk,
       maar bij God is alles mogelijk!” [Gen.18,14]

27    Petrus ging daarop in en zei tegen Jezus:
       “Kijk, wíj hebben toch maar alles losgelaten
       en wíj zijn je gevolgd.
       Wat zal er dan voor ons zijn?”
28    Jezus antwoordde aan allen:
       “Amen, ik zeg jullie:
       Jullie die mij gevolgd zijn, bij het opnieuw geboren worden,
       wanneer de mensenzoon zal zitten op zijn troon van heerlijkheid,
       zullen ook zitten op twaalf tronen,
       oordelend over de twaalf stammen van Israël.”
29    En ieder die zijn huis heeft losgelaten,
       of zijn broers of zussen, of zijn vader of moeder,
       of zijn vrouw of kinderen, of zijn akkers,
       omwille van mijn naam,
       zal honderdvoudig ontvangen
       en het volle leven erven.
30    Maar vele eersten zullen laatsten zijn
       en de laatsten eersten!”

(Heel) ruim over onze gebruikelijke 1000 karakters, geven we jullie als ‘commentaar’ bij dit Evangelie 2 boeken te lezen! Uiteraard niet voor 1 dag, maar voor een heel jaar, of zeg maar: een heel leven!
Bruggeling André Louf was monnik en abt in de trappistenabdij van de Catsberg (Noord-Frankrijk) en als geen ander meester in het beleven van de ‘armoede’ die hier beschreven staat, ook al klinkt dat heel tegenstrijdig. Het is een bijzonder moeizame weg, die leidt langs duizelingwekkende diepten. Mijn ikje moet immers helemaal ontdaan worden van zijn pantsers om vrij G-ds liefde en barmhartigheid te laten binnenstromen. Dan pas ontstaat een vrije liefdesstroom ook naar anderen toe, die bijzonder vruchtbaar wordt.
Wie een eminente gids daarvoor zoekt, zal die vinden in dom André. Hij leefde dit Evangelie ten voeten uit!
CHARLES WRIGHT, De weg van het hart. Geestelijk testament van André Louf (1929-2010). Halewijn, 2018.
ANDRÉ LOUF (CHARLES WRIGHT), De innerlijke mens. Christelijke spiritualiteit ervaren. Halewijn, 2023.