Joh.5,1-3a.5-16 (21/03/2023)
Later was er een feest van de Joden en Jezus ging op naar Jeruzalem. In Jeruzalem nu, bij de Schaapspoort, is er een vijver, die in het Hebreeuws Betesda/Bethzatha genoemd wordt, en vijf zuilengangen heeft. In die gangen lag altijd een groot aantal zieken, verlamden en verdorden. Er was daar ook iemand die al achtendertig jaar ziek was. Jezus zag hem liggen en wetende dat hij daar al lang lag, vroeg hij hem: “Is het je bedoeling gezond te worden?” De zieke antwoordde hem: “Heer, ik heb geen mens die, wanneer het water in beroering komt, mij in de vijver helpt, en terwijl ik het zelf probeer, daalt een ander vóór mij erin af.”
Jezus zei tegen hem: “Ontwaak! Neem je draagbaar en wandel!” Onmiddellijk werd hij gezond, nam zijn draagbaar en wandelde rond. Die dag was een sabbat. Daarom zeiden de Joden tot de genezene: “Het is sabbat. Het is je niet geoorloofd je draagbaar op te nemen.” Hij antwoordde hun: “Degene die mij gezond heeft gemaakt, híj heeft mij gezegd: neem je draagbaar en wandel.” Ze vroegen hem dus: “Wie is die mens, die jou gezegd heeft ‘neem je draagbaar en wandel’?” Maar de genezene wist niet wie het was. Jezus had zich ondertussen teruggetrokken in de menigte.
Later vond Jezus hem in de tempel en zei hem: “Kijk! Je bent nu gezond geworden. Zondig [verwijder] je niet meer opdat er je niets ergers overkomt.” De genezene ging weg en berichtte aan de Joden dat het Jezus was die hem gezond gemaakt had. Hierom begonnen de Joden Jezus te (ver)volgen en zochten ze hem te doden, omdat hij zo’n dingen deed op sabbat.
Betesda, hopeloze hoop … duidelijk een plaats waar alle ‘hopeloze gevallen’ samentroepen, zich vastklampend aan een of ander sprankeltje. Maar het is even duidelijk: zonder médemens die daad-werkelijk helpt, helpt het niet.
Wie zich merkwaardig genoeg ook op die plek bevindt, is Jezus! Zou jíj vertoeven op zo’n plek? Jezus wel. Hij zoekt actief de meest kwetsbare mensen op, ook als ze zich aan de rafelrand van de maatschappij bevinden, en ook als dat op sabbat is en hij dus wel weet dat hij er weer eens op zijn eigen kop voor zal krijgen.
En het gebeurt! Zowel het op zijn kop krijgen als de zieke mens die een medemens krijgt. Om dat laatste is het voor Jezus te doen. En hij gaat zelfs verder. Wat hij biedt is geen sprankeltje (min of meer valse) hoop, maar een krachtdadig herleven en die mens terug in de maatschappij brengen.
Jezus heft elke verwijdering op door zelf nabij te komen! Blijkbaar was dát zijn waarmerk, want dááraan herkent de zieke dat het Jezus was. Zouden de mensen rondom ons ons daaraan herkennen?
Joh.15,9-17 (14/05/2022)
Zoals de Vader mij daad-werkelijk heeft liefgehad, zo heb ik ook jullie daad-werkelijk liefgehad. Verblijf in mijn liefde. Als je mijn Wijzingen be-waart [= behouden door waar te maken], zul je in mijn liefde verblijven, zoals ik ook de Wijzingen van mijn Vader heb be-waard en in zijn liefde verblijf.
Ik heb deze dingen tegen jullie gezegd opdat mijn vreugde in jullie zou verblijven en jullie vreugde vol zou worden!
Dit is mijn Wijzing: Dat jullie elkaar daad-werkelijk liefhebben zoals ik jullie daad-werkelijk heb liefgehad. Geen grotere liefde kan iemand hebben dan dat hij zijn leven inzet ten bate van zijn dierbaren. Jullie zijn mij dierbaar. Doe dan wat ik jullie Wijs.
Ik noem jullie geen dienaren, want de dienaar weet niet wat zijn heer doet, maar ik heb jullie dierbaren genoemd, omdat ik alles wat ik van de Vader heb gehoord, heb leren kennen aan jullie.
Niet jullie hebben mij uitgekozen, nee, ik heb jullie uitgekozen. Ik heb jullie ingezet om op weg te gaan en vrucht te dragen – vruchten die blijvend zijn – en om wat je de Vader ook vraagt in mijn naam, hij het jullie geeft.
Dit is mijn Wijzing voor jullie: Dat je elkaar daad-werkelijk liefhebt.
14 mei, feest van de apostel Mattias. Zonder Judas zou hij een onbekende gebleven zijn. Maar nu Judas er niet meer is, zoekt Petrus een plaatsvervanger. Geen sinecure
plaatsvervanger zijn, de leegte opvullen die veroorzaakt werd door verraad en ontrouw. Maar hij neemt het aan en vervuld van de heilige Geest gaat hij op weg om te verkondigen over Jezus’ Liefde en trouw.
Over die liefde gaat het hier (en in het ganse Evangelie). Deze liefde is van een totaal andere orde dan onze menselijke liefde. Ze is steeds op zoek naar de ander om zichzelf te kunnen geven opdat de ander kan leven. Aan die liefde gaat iets vooraf, nl. een lege ruimte, de openheid waarin de ander aanwezig mag komen. Daar begint die Liefde, in die open ruimte, die passieve, kijkende, luisterende aanwezigheid waarin de ander mag binnentreden en verblijven. Misschien is dat wel de grootste uitdaging: Het uithouden in die Liefde; tijd nemen om te zijn, om verbonden te blijven met Jezus’ leven; jezelf compleet laten overdonderen; je laten omarmen door zijn Liefde. Net zoals een danser gedanst wordt door de muziek, zo mag de Liefde ons bewegen naar de ander en ons verbinden vanuit een intense liefdevolle verbondenheid met de Vader.
Joh.17,11b-19 (24/05/2023)
11b Heilige Vader,
hen die Jij mij gegeven hebt,
bewaar hen in Jouw naam,
opdat zij één zouden zijn zoals wij.
12 Zolang ik bij hen was,
be-waarde ik hen in Jouw naam:
ik heb gewaakt over wie Je mij gaf
en niemand van hen is verloren gegaan,
behalve de zoon van de verlorenheid
– opdat de Schrift vervuld moest worden.
13 Maar nu kom ik naar Jou
en spreek ik deze dingen uit in de wereld
opdat zij mijn vreugde vervuld mogen ontvangen in zich.
14 Ik heb hen Jouw woord gegeven.
De wereld is hen gaan haten
omdat zij niet van de wereld zijn,
zoals ik niet van de wereld ben.
15 Ik bid niet dat Je hen zou opheffen uit de wereld,
maar dat Je hen be-waar-t uit het kwade.
16 Zij zijn niet van de wereld,
zoals ik niet van de wereld ben.
17 Heilig hen in Jouw waarheid.
Jouw woord is waarheid.
18 Zoals Jij mij de wereld hebt ingezonden,
zo heb ik ook hen de wereld ingezonden.
19 En omwille van hen
heilig ik mijzelf,
opdat ook zij geheiligd zouden zijn
in de waarheid.
Het grote afscheidsgebed van Jezus gaat verder. De evangelist Johannes ‘componeert’ dit zo’n 70 jaar na Jezus’ dood; 70 jaar van leven met en vanuit Jezus’ ‘erfenis’: zijn geest waarin allen vreugde en Léven kunnen vinden.
Maar dat gaat niet zonder slag of stoot, dat heeft men ondertussen al op verschillende manieren moeten ondervinden. Dat ‘de leerling niet boven zijn meester staat’, was ondertussen al waar gebleken. Veel christenen hadden al zwaar te lijden gehad onder hun keuze om Jezus te volgen. Daarom klinkt het hier nogmaals uitdrukkelijk en bemoedigend: ‘de wereld’ zal je gaan haten, net zoals ze dat met Jezus heeft gedaan, maar Jezus zelf bewaart zijn leerlingen uit het kwade (wat niet betekent ván het kwade!). Hij hoopt dat zijn leerlingen ín de wereld zijn, maar niet ván de wereld. Het is midden in het dagelijkse leven dat ze hun eigenzinnige – of juister: ander-zinnige – boodschap moeten brengen door haar voor te leven.
Wat waar was rondom het jaar 100, geldt anno 2023 nog steeds …
Joh.8,51-59 (7/04/2022)
Amen, amen, ik zeg jullie: Als iemand mijn woord be-waart, zal hij in eeuwigheid de dood niet zien.”
Nu zeiden de Joden hem: Nu is het onmiskenbaar dat je een demon hebt: Abraham is gestorven, en de profeten ook, en jij zegt: als iemand mijn woord be-waart, zal hij in eeuwigheid de dood niet smaken. Jij bent toch niet groter dan onze vader Abraham die gestorven is; en ook de profeten zijn gestorven. Voor wie houd jij jezelf wel?”
Jezus antwoordde: “Als ik mezelf groots maak, betekent mijn grootsheid niets. Het is de Vader die mij groots maakt, hem van wie jullie zeggen ‘hij is onze God’. Maar jullie zijn niet in kennis met hem; ik ben in kennis met hem. Als ik zou zeggen dat ik hem niet ken, zou ik gelijk worden aan jullie: een leugenaar. Maar ik ken hem en be-waar zijn woord. Abraham, jullie vader, verheugde zich er op mijn dag te mogen zien. En hij hééft die gezien – en zich verblijd.”
De Joden zeiden hem: “Je bent nog geen vijftig jaar en je hebt Abraham gezien?”
Jezus zei hen: “Amen, amen, ik zeg jullie: Van voor Abraham geboren werd, ben ik.”
Nu raapten ze stenen op om op hem te werpen, maar Jezus trok zich terug en ging weg uit de tempel.
Als je met de gewone logica van de rationaliteit naar Jezus uitspraken vandaag kijkt, dan hebben ‘de Joden’ gelijk: dit klopt niet. Je kunt niet ‘nog geen 50 zijn’ én ‘Abraham gezien hebben’; je kunt niet ‘in eeuwigheid de dood niet zien’.
Blijkbaar spreekt Jezus over een ander soort tijdsverloop. Die speelt zich wel af ín de wereld, maar is niet die ván de wereld. De logica van de r-el-ationaliteit speelt zich op een andere laag af.
Verbondenheid overbrugt ook de ogenschijnlijke grenzen van tijd en ruimte. Ik kan verbonden zijn met wie niet hier is; ik kan verbonden zijn met wie nu niet hier is; en dat strekt zich ook uit over de ogenschijnlijke grens van de dood.
‘Be-waren’ in de logica van de rationaliteit is: veilig opbergen in een goed afgesloten hokje, zodat er niets mee kan gebeuren en het steriel blijft. ‘Be-waren’ in de logica van de r-el-ationaliteit is: durven aan de slag gaan met wat je krijgt, het waarmaken, het in beweging brengen, om het levend te kunnen doorgeven aan anderen …
Joh.15,18-21 (21/05/2022)
Als de wereld jullie haat, besef dan dat ze mij eerder heeft gehaat dan jullie. Als jullie van de wereld zouden zijn, dan zou ze wel vriendelijk behandelen wat haar eigen is, maar omdat jullie niet van de wereld zijn, omdat ik jullie heb uitgekozen úit de wereld, daarom haat de wereld jullie. Her-inner je het woord dat ik tegen jullie sprak: Een dienaar is niet groter dan zijn heer. [Joh.13,16] Als ze mij hebben vervolgd, zullen ze ook jullie vervolgen; en als ze mijn woord hebben be-waar-d [waargemaakt], zullen ze ook dat van jullie be-waren.
En dit alles zullen ze jullie aandoen omwille van mijn naam, omdat ze geen voeling hebben met wie mij gezonden heeft!
Heb je al ervaren dat ‘de wereld je haat’? Het is wat straf gesteld zo, maar eigenlijk zou dat moeten. Een leven in het spoor van Jezus staat nu eenmaal haaks op wat ‘de wereld’ voorstaat. Een waarachtige leerling zal dus gelijkaardige confrontaties meemaken als de leraar.
In de recente tijd waarin ‘de wereld’ algemeen christelijk georganiseerd was, was dat niet zo’n probleem. – Het is wellicht ook daardoor dat christenen ingedut zijn en zo lauw. – Maar vandaag (en wellicht steeds sterker de komende tijden) is ‘de wereld’ georganiseerd volgens principes die behoorlijk ver van het christendom af staan. Wie dus ín de huidige wereld leeft, maar dat wil doen als christen, komt onvermijdelijk in een lastig parket. We mogen hopen dat het ‘mild’ blijft en dat het er ‘alleen’ op aan komt dat we eigen keuzes maken, maar ook nu al is vaak duidelijk dat de christelijke keuze wordt ‘gehaat’, d.i. belachelijk gemaakt, afgewezen, onmogelijk gemaakt, monddood, …
Als je dat ervaart, laat het dan een troost – en vooral een kracht – wezen, dat je in het spoor van je Heer loopt …
Joh. 16,23b-28 (20/05/2023)
23b Amen, amen, ik zeg jullie:
Al wat je de Vader vraagt [je verlangen uitspreken] in mijn naam,
zal hij je geven.
24 Tot nu toe hebben jullie niets gevraagd in mijn naam!
Verlang, en je zult ontvangen,
opdat je vreugde vervuld wordt.
25 Ik heb in beelden tegen jullie gesproken,
maar er komt een uur
waarop ik niet meer in beelden zal spreken,
maar vrijmoedig jullie over de Vader zal verkondigen.
26 Op die dag zul je in mijn naam verlangend vragen
– ik hoef dat niet meer te doen voor jullie,
27 want de Vader houdt zelf van jullie
omdat jullie van mij hebben gehouden
en hebben geloofd dat ik van de Vader ben uitgegaan.
28 Ik ben van de Vader uitgegaan
en ben in de wereld gekomen;
nu verlaat ik de wereld weer
en ga naar de Vader.”
Misschien hebben we wel de neiging om deze Jezus’ woorden met een ongemakkelijk gevoel terzijde te schuiven, want heeft bidden wel zin? Onverhoorde (?) gebeden zorgen ervoor dat we daaraan gaan twijfelen en dat het vertrouwen in G-d verzwakt.
En toch … bidden heeft zin, maar dan wel vanuit een liefdevolle verbondenheid met G-d. Jezus wil ons maar al te graag betrekken in het bloedstollende, of liever bloedvloeiende avontuur van de Liefde. Heel zijn hart maakt hij bekend aan degene die het willen horen, met als doel dat zij op die manier verder aan de slag gaan. Het is een kwestie van niet langer zonder G-d te willen bestaan. Als je te midden van die verbondenheid voelt dat je iets nodig hebt, roep dan maar! Niets is op voorhand uitgesloten, want voor G-d is niets onmogelijk. Dit gaat niet over wat G-d allemaal kan, maar over hoe het staat met je relatie met G-d? Heb je je twijfels volledig laten varen? Durf je te vertrouwen? Ben je één met hem? Helemaal ‘in hem’? Naarmate dat het geval is, kan de vrijmoedigheid in het vragen toenemen. Als je iets nodig hebt, roep maar!