Mt.19,3-12 (16/08/2024)
3 Er kwamen farizeeën naar hem om hem te testen en ze vroegen:
“Is het een man geoorloofd zijn vrouw weg te sturen om elke reden?”
4 Hij antwoordde hun:
“Hebben jullie niet gelezen
dat de schepper vanaf de oorsprong
hen mannelijk en vrouwelijk heeft gemaakt? [Gen.1,27]
5 Hij zegt: Hierom zal een man zijn vader en moeder verlaten
en zich binden aan zijn vrouw [Gen.2,24]
en deze twee zullen één lichaam worden,
6 zodat zij niet meer twee, maar één zijn.
Wat God dus heeft samengebracht, moet een mens niet scheiden.”
7 Ze vroegen hem nu:
“Waarom heeft Mozes dan opgedragen
een scheidingsakte te geven en haar weg te sturen?” [Deut.24,1]
8 Hij zei:
“Omwille van de verhardheid van jullie hart [sklèrokardian]
heeft Mozes toegestaan je vrouw weg te sturen.
In oorsprong was dit echter niet zo.
9 Ik zeg jullie echter:
Wie zijn vrouw wegstuurt en een ander huwt, begaat overspel
– behalve om reden van hoererij –
en wie de weggezondene huwt, begaat overspel.”
10 Zijn leerlingen zeiden hem nu:
“Als het zo staat met man en vrouw, kun je beter niet trouwen!”
11 Maar hij zei hen:
“Niet iedereen kan deze woorden plaatsen,
maar wel wie het gegeven is.
12 Er zijn mensen die niet kunnen trouwen,
omdat ze zo geboren zijn,
en er zijn er die niet kunnen trouwen
omdat ze door mensen tot een huwelijk niet in staat zijn gemaakt.
Maar er zijn ook mensen die zelf van een huwelijk afzien
omwille van het koningschap der hemelen.
Wie dit een plaats kan geven,
moet dit een plaats geven.
‘Gescleroseerde harten’ vragen om harde maatregelen. Jezus – G-ds Woord – hoopt op liefde. Het blijkt alweer van alle tijden te zijn dat er een kloof bestaat tussen G-ds droom voor de mensen en wat die mensen er feitelijk van maken.
Enerzijds brengt G-d – en Jezus in zijn spoor – daar een zeker begrip voor op: Mozes mag wetten uitvaardigen om dat ‘ge-mens’ in goede banen te leiden, en Jezus zien we nooit iemand als persoon verwerpen omdat hij een of andere norm niet haalt. Anderzijds blijft G-d – met Jezus ten voeten uit – zijn hoge ideaal aanprijzen, en blijft hij mensen uitnodigen/uitdagen hoger te mikken. Hij laat niet af zijn wereld van liefde naar voor te schuiven als een mooiere kans dan deze die wij nu meestal maar waarmaken.
Ook vandaag staan wij voor diezelfde uitdaging, in onze menselijke relaties, maar ook op veel andere domeinen waar wij niet aan Gods liefdesvraag toekomen. Blijf je laten uitdagen – én onthou óók dat Jezus jou als persoon niet verwerpt als je niet aan het hoge ideaal toekomt!
Mt.1,(1-16).18-23 (08/09/2021) – Feest van de Geboorte van Maria
De geboorte van Jezus de gezalfde [Christos-Messiah] verliep zo:
Zijn moeder, Maria, was verloofd met Jozef. Voor zij echter gingen samen leven, werd zij zwanger bevonden uit heilige geest. Haar man Jozef, die integer was, wilde haar niet openlijk te schande maken en dacht erover haar in het geheim weg te sturen.
Kijk! Terwijl hij deze dingen overdacht, verscheen een boodschapper [engel] van de Heer in een droom aan hem: “Jozef, zoon van David, wees niet bang Maria, je vrouw, bij jou te nemen, want wat in haar is verwekt is uit heilige geest. Ze zal een zoon baren en je moet hem de naam Jezus [de Heer is redding] geven, want hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden.”
Dit alles is gebeurd opdat vervuld zou worden wat vanwege de Heer door de profeet is gezegd: Zie, de jonge vrouw zal zwanger worden en een zoon baren en ze zullen hem noemen: Immanuël [Jes.7,14], wat betekent: God met ons.
Verjaardagsfeestje vandaag! Maar hoe Maria’s geboorte vieren als daar natuurlijk niets over vermeld is in de Evangelies? Of zou er meer in staan dan we denken?
Het voorziene Evangelie verhaalt over heel menselijke gebeurtenissen: twee jonge mensen die gaan trouwen (met de vreugde en de aarzelingen die dat meebrengt) en over zwanger zijn en een kindje geboren laten worden.
Tegelijk verhaalt het over iets G-ddelijks dat daar tussendoor loopt, merkbaar aan z’n gevolgen, maar niet altijd makkelijk aanwijsbaar: alles gebeurt blijkbaar ‘in G-ds goede Geest’.
Maria laat zich meenemen door beide. Ze schakelt zich in in het grote menselijke gebeuren van het leven – en wordt zo levengevend. Ze schakelt zich in in het G-ddelijk gebeuren en zo wordt dat gegeven leven vruchtbaar voor tallozen.
Misschien worden wij pas écht ‘geboren’ als wij het leven – G-ds leven – laten ‘gebeuren’ in ons, als wij ons laten inschakelen in het grote verhaal van G-d met zijn mensen, als wij het leven dat wij elke dag ontvangen ook elke dag doorgeven en vruchtbaar laten zijn voor velen?!
Mt.10,7-13 (11/06/2022)
Ga en verkondig:
Het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen.
Heel de verzwakten, reinig de melaatsen,
wek de doden op, verdrijf de demonen.
Voor niets heb je ontvangen,
voor niets moet je geven.
Neem geen goud mee,
geen zilver of koper in je gordel,
geen reiszak, geen extra kleren,
geen sandalen en geen stok,
want ‘wie werkt is zijn voedsel waard’.
In welke stad of dorp je ook binnenkomt,
onderzoek wie het daar waard is
en blijf daar dan tot je er weggaat.
Als je in een huisgezin binnenkomt,
groet hen [= zegen hen met vrede].
Als zij het waard zijn,
zal je vrede over hen komen,
maar als zij het niet waard zijn,
laat dan je vrede over jezelf terugkeren.
Barnabas, wiens feest we vandaag vieren, is geen apostel uit de 12 die Jezus aanstelde. Toch wordt hij apostel genoemd en krijgt hij hier in ‘zijn’ Evangelie dezelfde opdracht als andere apostelen. Apostel zijn is dan ook niet beperkt tot tot een bepaald clubje te behoren. Apostel zijn is de opdracht van elke Christen.
Barnabas heeft dit vanaf het begin heel ernstig genomen. Hij was het “die een akker verkocht en het geld ervan neerlegde aan de voeten van de leerlingen” (Hand.4,36). Hij was het die de pas bekeerde Paulus in contact bracht met de leerlingen in Jeruzalem, terwijl die er nog allemaal doodsbang van waren (Hand.9,27). Later vergezelde hij hem ook op diens missiereizen.
Wat hij gedaan heeft om zijn mooie bijnaam te verdienen – hij heette Jozef, maar ze noemden hem Barnabas, zoon van de vertroosting – daar hebben we het raden naar, maar het zal ongetwijfeld veel goeds geweest zijn.
En van op die ‘grond’, in deze levensingesteldheid, gaat hij er op uit. Ik denk dat hij als apostel niet veel hoefde te zéggen om te verkondigen, maar dat zijn levenswijze ‘boekdelen sprak’ …
Mt.6,24-34 (18/06/2022)
Niemand kan twee heren dienen, want of hij zal de één haten en de ander liefhebben, of hij zal zich aan de één hechten en de ander verachten. Je kunt niet God dienen én je persoonlijk be-zit.
Daarom zeg ik jullie: Maak je geen zorgen over jezelf, wat je zult eten of wat je zult aantrekken. Is het leven niet meer dan het voedsel en het lichaam niet meer dan de kledij?
Kijk eens naar de vogels in de lucht: Ze zaaien niet, ze maaien niet, noch verzamelen in schuren … en jullie hemelse Vader voedt ze. Hoeveel meer dan zij zijn jullie gedragen!
Wie van jullie kan door zich zorgen te maken aan zijn leven ook maar een meter toevoegen?
En over je kledij, wat maak je je zorgen? Leer ten diepste van de onderscheidende lelies op het veld, hoe ze groeien: Ze spinnen niet, ze weven niet … Maar ik zeg jullie: Zelfs [de spreekwoordelijk] glorieuze [koning] Salomo was niet gekleed als één van hen.
Als God nu het gras, dat vandaag op het veld staat en morgen in de oven wordt geworpen, zó kleedt, hoeveel te meer dan jullie, klein-vertrouwenden! Wees dus niet bezorgd door je af te vragen: wat moeten we eten of drinken en waarmee moeten we ons kleden, want naar deze dingen zoeken alle mensen [die niet vanuit God leven]. Maar jullie hemelse Vader weet dat je ze nodig hebt. Zoeken jullie dus eerst het koningschap van God en zijn integriteit en al die dingen zullen jullie erbij gegeven worden.
Wees dus niet bezorgd over morgen, want die dag zal bezorgd zijn over zijn eigen dingen en elke dag heeft genoeg aan zijn eigen zorgen.
Maak je geen zorgen! Jezus doelt hier niet op een oppervlakkige ‘happy-clappy’-onbezorgdheid. Daarvoor toont hij teveel begrip voor het gewone, harde levenvan zorgende mensen, die iedere dag weer voor hun dagelijks brood moeten vechten. Het is de openingszin die duidelijk maakt wat hij bedoelt: “Je kunt niet God dienen én je persoonlijk be-zit. Daarom…” Het is het één of het ander, zo radicaal is het wat hem betreft. Wij proberen het op een akkoordje te gooien – om het leefbaar te houden. Maar de radicaliteit van het een of het ander, ligt aan de basis van wat Jezus verder allemaal zegt over de vogels en de lelies. G-d dienen, begint met alles los te laten. G-d dienen, is afzien van alles wat (schijn)zekerheid biedt. Het is, leeg worden voor G-d. Als je je al ergens zorgen over maakt, laat het dan zijn om het leven zoals G-d het bedoelt, het rijk waar íedereen tot zijn recht komt.
Leef met een onbevangen vertrouwen, zonder garanties – jullie hemelse Vader weet wat jullie nodig hebben. Als je dat werkelijk gelooft en vertrouwt, dan is dat genoeg. Genoeg voor iedere dag.
Mt.8,23-27 (28/06/2022)
Jezus stapte in de boot en zijn leerlingen volgden hem.
Kijk! Er stak een hevige storm op over het meer zodat de boot overspoeld werd door de golven. Hij echter sliep.
Zijn leerlingen gingen hem wakker maken: “Heer, red ons, wij vergaan!”
Hij zei tegen hen: “Waarom ben je zo bang, klein-vertrouwenden?” Hij stond op en bestrafte de wind en de zee en er werd een grote stilte geboren.
De mensen verwonderden zich: “Wat voor iemand is hij toch, dat zelfs de wind en de zee hem gehoorzamen?”
Mij fascineert die ‘grote stilte die geboren wordt’ – waarmee de tekst toch wat accurater vertaald wordt dan het gewoonlijke ‘het werd helemaal stil’. Natuurlijk volgt er op een storm een stilte. Dat is nog maar logisch, dus het moet hier over meer gaan.
Ik denk dat het ook gaat over een stilte die geboren wordt in de leerlingen! De storm van de angst woede in hen, de storm van het klein-vertrouwen. Dat levert heel wat onrust op – ga het maar na bij jezelf. Jezus dan in je nabijheid weten – zelfs als hij lijkt te liggen slapen – wekt een stilte in jezelf op.
Hoe kon Jezus overigens daar liggen slapen, midden die storm? Zou het niet geweest zijn omdat die ‘grote stilte’ ín hem was?! En zou het niet diezelfde innerlijke stilte geweest zijn die hem de uiterlijke storm van de leerlingen kon doen bedaren?!
Dáár wordt de grote stilte geboren: waar wij met wat dan ook van ons leven naar Jezus toe gaan en aansluiting zoeken bij die Grote Stilte in hem. Vandaag krijgen wij daar wééral de kans toe …
Mt.9,32-38 (5/07/2022)
Toen ze uit het huis kwamen, brachten ze iemand bij hem die stom was en door een demon bezeten. Nadat hij de demon had verdreven, begon de stomme te spreken. Iedereen was vol verwondering: “Nog nooit heeft zoiets zich getoond in Israël!” De farizeeën echter zeiden: “Het is door de aanvoerder van de demonen dat hij de demonen verdrijft.”
Jezus trok rond langs alle steden en dorpen. Hij gaf onderricht in hun plaatsen van samenkomst en verkondigde het bevrijdende nieuws van het koninkrijk en hij heelde elke ziekte en elke zwakte onder het volk. Toen hij de menigte echter overzag, werd hij diep innerlijk bewogen om hen, omdat ze opgejaagd en krachteloos waren, als schapen zonder herder.
Hij zei tegen zijn leerlingen: “De oogst is wel overvloedig, maar arbeiders zijn er weinig. Vraag daarom aan de heer van de oogst dat hij arbeiders uitstuurt in zijn oogst.”
Gekwetsten, blinden, stommen … allemaal mensen die niet meetellen en aan de kant gezet worden. Ze waren er toen en ze zijn er nog steeds. Met dit gegeven kan je twee kanten uit.
Of je wordt fatalistisch: Er is toch niets aan te doen. De wereld zit nu eenmaal zo in elkaar.
Of je laat je raken en komt in beweging.
Jezus kiest voor de tweede optie. Hij laat zich raken, heelt mensen, doet hen weer spreken en brengt hen terug in de maatschappij. Hij heeft immers een Visioen voor ogen, nl. een nieuwe wereld waar Léven mogelijk is voor elke mens. Maar goede werken zien doen, is blijkbaar geen garantie dat deze ook positief worden ervaren. Ze roepen weerstand op (ook bij wie erbij was).
Daarbij ziet hij de moedeloosheid en het gebrek aan toekomstperspectief bij de mensen en hij heeft met hen te doen. Ze zijn leidingloos. Ze hebben leiders nodig die zich dienstbaar opstellen. Zulke leiders zijn er te kort …veel tekort (nog steeds). Jezus zag dat en hij deed wat moest gedaan en hoopt dat zijn leerlingen (jij? en ik?) eveneens in beweging zullen komen en bidden zodat er ogen open gaan en er dienende leiders opstaan.