Mt.14,22-36 (2/08/2022)
Onmiddellijk dwong Jezus zijn leerlingen in de boot te stappen en voor hem uit naar de overkant te varen, terwijl hij de menigte zou wegzenden.
En nadat hij hen had weggezonden, ging hij de berg op om in afzondering te bidden. Toen de avond viel, was hij daar alleen.
De boot was al midden op het meer, ver van het land, en werd geteisterd door de golven. Ze hadden immers de wind tegen. In de vierde nachtwake [laatste kwart van de nacht] kwam Jezus tot bij hen, wandelend op het meer. Toen de leerlingen hem zagen wandelen op het meer, raakten ze in grote verwarring. “Een spook [phantasma]!”, zeiden ze – en ze schreeuwden van angst.
Onmiddellijk echter sprak Jezus tegen hen: “Hou moed, ik ben het, vrees niet.”
Petrus antwoordde hem nu: “Heer, als jij het bent, beveel mij dan bij jou te komen op het water.” Hij zei: “Kom!” En Petrus stapte uit de boot, wandelde op het water en ging naar Jezus. Toen hij echter de wind zag, werd hij bang en begon te zinken. Hij schreeuwde: “Heer, red mij!” En onmiddellijk strekte Jezus zijn hand uit en greep hem vast. Hij zei hem: “Klein-vertrouwende, waarom wankelde je?” Ze stapten in de boot en de wind ging liggen.
Zij die in de boot zaten, bogen voor hem neer: “Waarlijk, jij bent Gods zoon!”
Ze staken over en kwamen aan land in Gennesaret. De mannen van die plaats herkenden hem en zonden de boodschap in heel die omgeving, en men bracht allen bij hem die er slecht aan toe waren. Ze smeekten hem dat ze alleen al maar de zoom van zijn kleed mochten aanraken. En wie dat deed, werd bevrijd.
Hij zendt de menigte weg, en zijn leerlingen stuurt hij alvast met de boot vooruit, naar de overkant. Halverwege wordt het hen te machtig. Ze worden geteisterd door golven van angst en onzekerheid. Ze zijn ‘alleen’, vooruit gestuurd. Wat moeten ze daar aan die overkant gaan doen of vertellen? Onrust overvalt hen.
Ondertussen neemt Jezus de tijd om zich af te zonderen, even alleen te zijn en te bidden. Hij neemt de tijd om zich in verbinding te stellen met G-d. Levend in Verbondenheid kan hij – persoonlijk – de vele stormen aan. Maar er is meer… het reikt verder dan hemzelf. Hij brengt golven tot rust. Hij brengt rust en vertrouwen daar waar angst aanwezig is – zelfs al is het vertrouwen klein. Levend in Verbondenheid neemt hij degenen die wankelen bij de hand en is hen tot steun. Levend in Verbondenheid is hij bevrijdend nabij.
Hij reikt ook ons de hand: wil ik in zijn verlengde leven in Verbondenheid?