Verbonden Leven

Zoek

Zoektip

Zoektip:

tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel) 

Mt.17,1-9 (5/03/2023)

Zes dagen daarna nam Jezus Petrus, Jacobus en zijn broer Johannes mee en bracht hen naar de top van een hoge berg, zij alleen.
Voor hun ogen veranderde hij van gedaante [metamorphose]. Zijn gelaat straalde als de zon en zijn kleren werden wit als licht. En kijk!, Mozes en Elia verschenen hun, die met hem spraken.
Petrus zei tegen Jezus: “Heer, het is goed dat wij hier zijn. Als het jouw bedoeling is, zal ik hier drie tenten maken, één voor jou, één voor Mozes en één voor Elia.”
En kijk!, terwijl hij nog aan het spreken was overschaduwde hen een lichtende wolk. Er klonk een stem uit de wolk: “Dit is mijn daad-werkelijk geliefde zoon in wie ik instemming vind. [Jes.42,1] Luister naar hem.”
Toen ze dit hoorden, wierpen de leerlingen zich neer en werden zeer bevreesd. Jezus kwam bij hen, raakte hen aan en zei: “Sta op, wees niet bevreesd.”
Toen ze hun ogen opsloegen, zagen zij niemand dan alleen Jezus. En afdalende van de berg gebood Jezus hun: “Spreek niemand over dit vergezicht voordat de mensenzoon uit de doden is opgestaan.”

Petrus, Jacobus en Johannes laten zich door Jezus meenemen, de berg op. Daar wordt hun de ogen geopend voor een mens-overstijgende werkelijkheid. Hun beperkte menselijke blik wordt opengetrokken. Ze zien het vergezicht. Ze zien hoe heden en verleden met elkaar verbonden worden. Deze diepere kijk op de werkelijkheid biedt hen een nieuw perspectief op de toekomst. Het maakt hen bang. Een perspectiefwissel toelaten is niet evident, het is totaal anders leren/durven kijken. Ze begrijpen er niets van, maar G-d stelt hen gerust: Luister. Laat je leiden door mijn geliefde zoon. Hij helpt je om de realiteit anders te zien. Hij leert je zien vanuit een liefdevolle verbondenheid.
Jezus raakt hen aan: “Sta op!”, en waarschuwt hen: “Spreek er nog niet over!”
Zij laten zich raken, staan op en leven naar dat aangereikte goddelijke perspectief. Zij leven alsof die toekomst nu reeds waar is.
Misschien kan de vasten voor ons een tijd zijn om ons te oefenen in deze manier van kijken en leven.

Mt.17,10-13 (10/12/2022)

Zijn leerlingen vroegen aan Jezus: “Waarom zeggen de schriftgeleerden dat Elia eerst moet komen?”
Hij antwoordde hen: “Ja, Elia zal eerst komen en alles herstellen. [Mal.3,24] Maar ik zeg jullie: Elia ís al gekomen, maar ze hebben hem niet herkend en met hem gedaan wat ze wilden. Zo zal ook de mensenzoon lijden door hen.”
Toen begrepen de leerlingen dat hij hen over Johannes de doper sprak.

De Joden leefden in een sterke Messias-verwachting. Ten tijde van Jezus was dit nog versterkt door de bezetting van hun land door de Romeinen. Daarbij hoorde ook dat de komst van die Messias zou voorafgegaan worden door de terugkomst van de profeet Elia. Die had zo’n millennium eerder de eerste koning aangekondigd en was daarna op mysterieuze wijze van de aardbol verdwenen. Hij zou dus terugkomen om de ware Messias aan te wijzen.
Jezus leeft duidelijk in dezelfde lijn van de godsdienst waarin hij is opgegroeid: Ja, Elia zal eerst komen. Maar met de aankondiger van de Messias is het voor hem als met de Messias zelf: Voor Jezus is de tijd van de aankondiging van de belofte voorbij, en is het nu de tijd voor de vervulling van de belofte.
Jezus verwijt het de Joden dat ze ‘Elia’ niet herkennen; en hij kan er zo al uit concluderen hoe het met de Messias zelf zal verlopen. Wij kennen ook het vervolg. Maar laat ons niet te snel het ‘de Joden’ verwijten. Zullen wíj – vandaag, in ons eigen leven – herkennen dat de belofte al ís vervuld?

Mt. 4,1-11 (26/02/2023) 

Toen werd Jezus door de geest naar de hoger gelegen woestijn geleid, waar hij door de uiteendrijver [splitser / diabolos] beproefd werd. Hij vastte veertig dagen en nachten en was toen uitgehongerd.
De beproever kwam naar hem en zei:
“Als jij de zoon van God bent, zeg dan aan deze stenen dat ze broden moeten worden.”
Maar Jezus antwoordde: “Niet van brood alleen zal de mens leven, maar van alle woorden die uitgaan van Gods mond.” [Deut.8,3]
Toen nam de uiteendrijver hem mee naar de heilige stad en plaatste hem op de dakrand van het heiligdom. Hij zei:
“Als jij de zoon van God bent, werp dan jezelf naar beneden. Want er staat geschreven: Want hij geeft zijn engelen opdracht [je op al je wegen te bewaren]. Hun handen zullen je dragen zodat je je voet niet stoot aan een steen.” [Ps.91,11-12]
Jezus zei hem: “Er staat óók geschreven: Je zult de Heer je God niet op de proef stellen.” [Deut.6,16]
Opnieuw nam de uiteendrijver hem mee, nu naar een zeer hoge berg, en toonde hem alle koninkrijken van de wereld en hun grootsheid. Hij zei hem:
“Aan jou zal ik dit alles geven, als je je voor mij neerbuigt.”
Toen zei Jezus: “Ga weg, tegenstander [satana], want er staat geschreven: Je zult je neerbuigen voor de Heer God, en hem alleen zul je dienen.” [Deut.6,13]
Toen verliet de uiteendrijver hem. En kijk, er kwamen engelen die hem dienden.

De ‘diabolos’ (waar het woord duivel van is afgeleid) is eigenlijk: de splitser, de tweedrachtzaaier, de uiteendrijver. Het gaat dus om allen en alles in het leven dat mensen van elkaar vervreemdt, en staat dus diametraal tegenover dat- en diegene die verbindt.
Mensen zijn niet zo moeilijk uiteen te spelen. De ‘diabolos’ krijgt vaak nogal vrij spel met ons. Jezus blijkt echter niet zo makkelijk uiteen te drijven. Het is natuurlijk zijn verbinding met G-d die hem die standvastige stevigheid biedt. Toch is ook hij aan verleiding onderhevig, menselijk als hij nu eenmaal ook is. Maar i.p.v. al te makkelijk op de verleiding in te gaan, zoekt hij telkens de verbinding met G-d te verstevigen, om zich niet uiteen te láten spelen. En hij doet dat langsheen de Schrift.
Wie het Woord G-ds leest, herleest, in zich opneemt, door zich heen laat gaan, … heeft een ‘verbindingslijn’ waar hij/zij telkens kan naar teruggrijpen als de ‘diabolos’ weer eens aan het trekken is.
Laat deze vastentijd dan ook maar een tijd worden van meer toeleg op de Schrift!

Mt.5,1-12(12/06/2023)

1      Toen Jezus al die mensen zag,
       ging hij de berg op en ging zitten.
       Zijn leerlingen kwamen om hem heen.
2      Hij nam het woord en onderrichtte hen:
3      “Gezegend wie leeft in de geest van het bedelaarschap.
       Ja, van hen is het koninkrijk der hemelen.
4      Gezegend wie diep droevig zijn.
       Ja, zij zullen worden vertroost.
5      Gezegend de ootmoedigen.
       Ja, zij zullen te-vrede-nheid ontvangen. [Ps.37,11]
6       Gezegend wie hongeren en dorsten naar wat waarachtig is.
       Ja, zij zullen verzadigd worden.
7      Gezegend de barmhartigen.
       Ja, zij zullen barmhartigheid ontmoeten.
8      Gezegend wie integer is in denken en doen. [Ps.24,4]
       Ja, zij zullen God zien.
9      Gezegend wie vrede bewerken.
       Ja, zij zullen kinderen van God worden genoemd.
10     Gezegend wie vervolgd worden om wat waarachtig is.
       Ja, van hen is het koninkrijk der hemelen.”
11    “Gezegend zijn jullie
       wanneer ze je uitschelden en vervolgen
       en onterecht allerlei kwaad over jullie spreken
       omwille van mij.
12    Wees blij en jubel!
       Ja, overvloedig is jullie loon in de hemelen.
       Zo immers werden de profeten vóór jullie ook vervolgd.”

Vandaag beginnen we weer aan twee weken lezing van de Bergrede. Vorig jaar maakten we daar een reeks van en schreven er ook een inleiding bij. Die is nog altijd lezenswaardig en kun je makkelijk vinden via deze link

We kennen dit gedicht als ‘de acht zaligheden’ (hoewel het er eigenlijk negen zijn, maar de laatste is van iets andere aard). Hier is het ‘zalig’ vertaald met ‘gezegend’. Beide woorden proberen uit te drukken dat er in de Bijbelse taal iets staat wat wel wijst op het ontvangen van iets moois, iets bijzonders, maar dat niet bedoeld is om bij jou alleen te blijven. Het houdt een stuwing, een zending in. Jawel, het is iets van G-ds Geest: je ontvangt het, het gaat door je heen en mag daar wonen, en daarlangs bereikt het ook de mensen om jou heen.
Zalig! Gezegend! Vooruit ermee!
Met elk van de 8/9 onderwerpen is er voor ons ‘werk aan de winkel’ om ze te leren beleven ‘in G-ds Geest’, dat is o.a. ‘de geest van het bedelaarschap’. Het geheel van het gedicht start dus bij die ontvangende houding. De rest kan alleen dááruit voortvloeien. En het ‘slot’ is ook voorspelbaar. Wat denk je dat er gebeurt als je werkelijk zó probeert te leven? Ja, vervolging zal je deel zijn, omdat je waar-achtig bent.
… maar van hen is het koninkrijk der hemelen …

 

Mt.5,43-48 (18/06/2024)

43    Jullie hebben gehoord dat er gezegd is:
       Je zult wie je nabij is daad-werkelijk liefhebben
       en je vijand haten. [Lev.19,18]
44    Ik echter zeg jullie:
       Heb je vijanden daad-werkelijk lief,
       zegen wie jou vervloekt,
       doe goed aan wie jou haat
       en bid voor wie jou vervolgt.
45    Dan worden jullie kinderen van de Vader in de hemelen,
       want hij laat zijn zon opgaan over slechten en goeden
       en laat het regenen over integeren en niet-integeren.
46    Want als jullie [alleen] liefhebben wie jullie liefheeft,
       wat is dan je verdienste?
       Doen de tollenaars [die hun eigen volk uitbuiten] niet hetzelfde?
47    En als jullie alleen je vrienden begroeten [= zegenen met vrede],
       wat doe je dan extra?
       Doen de niet-Joden [die volgens de wet buiten Gods plan vielen] niet hetzelfde?
48    Wees dus volkomen integer
       zoals jullie Vader in de hemelen volkomen integer is.

Volkomen integer zijn, uit één stuk, onverdeeld ... het zijn woorden die makkelijk weerstand oproepen, want wie is volkomen integer? Niemand toch? Volgens Jezus is het mogelijk.
Je kunt het gewoon houden bij de regels en wetten die de samenleving bijeen geschreven heeft om het samen-leven te regelen. Echter, wil/verlang je echter meer van het leven, dan is er die radicaal andere leefwijze: je vijanden lief-hebben en net dat ietsje meer doen dan zij die hun leven niet richten op G-ds plan.
Het moet niet! Goed leven kan ook door sec de wet na te volgen, maar als dat je geen rust geeft en je zoekt naar een intensere manier van samen-leven, dan biedt Jezus je o.a. ook deze radicale verdieping van de wet aan. Let wel! Het is een uitnodiging (zonder druk) voor diegenen, die ‘als G-d' willen leven, hier op aarde! Tegen hen wordt er gezegd: ‘Jullie kunnen volkomen integer zijn, integer leven, hoe onvolmaakt en kleinmenselijk jullie óók zijn.
Het is deze uitnodiging, deze liefdesboodschap die ook jij vandaag krijgt, in de hoop dat ze jou leven mag verdiepen en intensifiëren.

Mt.10,26-33 (25/06/2023)

26     Wees dus niet bang voor hen!
       Want niets dat bedekt is,
       zal niet ontdekt worden,
       en niets wat verborgen is,
       zal niet bekend worden.
27    Wat ik jullie zeg in het duister,
       spreek dat uit in het licht,
       en wat je in je oor hoort [fluisteren],
       verkondig dat van de daken.
28    Wees niet bang
       voor wie het lichaam doden,
       maar het waarachtige leven [geest-ziel] niet kunnen doden.
       Vrees veeleer hem
       die én leven [geest-ziel] én lichaam kan achterlaten in de gehenna.
29    Worden twee musjes niet voor een cent verkocht?
       En toch zal niet één van hen op de aarde neervallen
       buiten jullie Vader om.
30    Terwijl van jullie zelfs elke haar op je hoofd is geteld!
31    Wees dus niet bang!
       Jullie gaan vele musjes te boven.
32    Ieder die zich bij de mensen uitspreekt
       als één met mij,
       over die zal ook ik mij bij mijn Vader in de hemelen uitspreken
       als één met hem.
33    Maar wie mij bij de mensen verloochent,
       die zal ik ook bij mijn Vader in de hemelen verloochenen.

Wat Jezus ons vandaag verkondigt is niet min! “Wees niet bang”, terwijl hij zelf spreekt dat het erom kan gaan ons leven te verliezen. Hij heeft het hier over hardhandige tegenwerking en vervolging, tot zelfs marteling en dood toe – een situatie die Christenen toen én nu soms wel ‘ten deel viel’. (Wat zouden wíj doen als we in zo’n situatie zouden terechtkomen?)
Hoe kan hij dan zeggen: “Wees niet bang”? Dat noemt hij in het vervolg van zijn verkondiging: Je hoeft niet bang te zijn, want je bent ‘gekend’.
In onze Westerse wereld is ‘kennen’ een kille, rationele aangelegenheid geworden, waarvan we zeggen dat die net afstand moet houden om ‘objectief’ te zijn. Bijbels ‘kennen’ daarentegen spreekt juist van betrokkenheid, nabijheid, aanhankelijkheid, liefhebben! (Vroeger hadden wij ook de uitdrukking: ze zijn in kennis met elkaar.)
We hoeven dus niet bang te zijn, omdat we door G-d geliefd zijn – en liefde is sterker dan de dood!