Verbonden Leven

Zoek

Zoektip

Zoektip:

tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel) 

Mt.5,13-16 (13/06/2023)

13    “Jullie zijn het zout van de aarde.
       Maar als het zout verdwaasd raakt,
       waarmee kan het dan weer zout worden?
       Voor niets heeft het nog kracht,
       alleen om weggeworpen te worden
       en door de mensen vertrapt.”
14    Jullie zijn het licht van de wereld.
       Een stad kan niet verborgen zijn
       als ze boven op een berg ligt.
15    Men steekt ook geen lamp aan
       om ze onder een emmer te zetten,
       maar men zet haar op een kandelaar
       zodat ze schijnt voor alle mensen in huis.
16    Zo moet ook jullie licht stralen voor de mensen,
       opdat ze bij jullie de goede werken zien
       en jullie Vader in de hemelen grootmaken.”

Best dat ík Jezus niet ben! Ik zou me nogal eens ergeren aan het niet-zoutgehalte van veel Christenen vandaag. En als het zout al verdwaasd raakt, eigenlijk gewoon meelopend met de tendensen van een maatschappij die zich door heel andere gidsen laat leiden, waarmee zal er dan nog gezouten worden?
Zijn Christenen vandaag ‘licht voor de wereld’? Hier en daar zie je mooie lichtpuntjes, ja dat is zeker. Maar laat ons eerlijk zijn. Vaak – veel te vaak – kruipen Christenen – wijzelf inbegrepen – met hun geloof ‘onder de emmer’.
Wat zou Jezus hiervan denken? Hij zou ongetwijfeld geduldiger zijn dan ik, maar ik denk toch dat hij zijn boodschap dringend zou herhalen! Het ‘rijk der hemelen’ is niet iets om maar af en toe eens te doen, op een zondagmorgen of zo, of alleen in de binnenkamers van mijn hart. Nee, het moet alles pit geven – dat ‘Léven’ waarvan wij hier proberen te schrijven – en licht geven voor alle mensen rondom.
Geen vraag om over na te denken dus vandaag; wel een om te dóen!

 

Mt.11,28-30 (14/07/2022)

“Kom naar mij, allen die vermoeid zijn en onder lasten gebukt, en ik zal je rust geven.
Neem mijn juk op: laat mij je leermeester zijn – zachtaardig en deemoedig van hart, en je zult rust vinden in jezelf.
Want mijn juk is teder en mijn last is licht.”

Gisteren hoorden we dat G-d van de kleinen en zwakken houdt en dat heeft z’n reden. Zij leven open en vol verwondering en hebben zo meer ruimte in zich voor het goddelijke. Wie sterk en verstandig is, vertrouwt op zichzelf, op eigen kracht en op eigen mogelijkheden. Zo was het ook bij de rabbi’s. Zij probeerden zo nauwkeurig mogelijk volgens alle wetten en regels te leven. Ze waren vrij streng als het om de Bijbelse wetten ging – waar op zich niks mis mee is. Het gevaar is echter dat ze zichzelf té serieus nemen en alleen nog vertrouwen op hún doen en laten, op hún handelen, op hún vermogen om het goede te doen, m.a.w. dat ze alleen nog op zichzelf vertrouwen en niet op G-d. Jezus ziet dat ze gebukt gaan onder de last die ze zich zelf hebben opgelegd: het juk om álle wetten streng na te leven. Ze staan onder druk, een enorme prestatiedruk en eisen veel (té veel) van zichzelf. Zo leven is vermoeiend. Jezus nodigt hen uit om van hem te leren ánders te leven. Een leven waar je niet op jezelf vertrouwt, maar op G-d. Een leven waar je niet voortdurend eisen aan jezelf stelt, maar je laat vallen in G-ds liefde. 'Dan zal je rust vinden, want mijn juk is zacht en mijn last is licht.'

Mt.7,1-5 (20/06/2022)

Oordeel niet, opdat je niet geoordeeld wordt. Want met het oordeel waarmee jij oordeelt, zul je geoordeeld worden, en met de maat waarmee jij meet, zul je gemeten worden.
Wat kijk je naar de splinter in het oog van je mede-mens, terwijl in je eigen oog je de balk niet ziet?
Of hoe kun je tegen je mede-mens zeggen: Laat mij de splinter uit je oog verwijderen, terwijl er een balk in je eigen oog zit.
Dubbelzinnigaard [hypocritès / buiten de onderscheiding], verwijder eerst de balk uit je eigen oog en dan zul je helder zien om de splinter uit het oog van je mede-mens te verwijderen.

Oordelen en geoordeeld worden, meten en gemeten worden, … het zijn typisch menselijke bezigheden (de vogels en de lelies doen het blijkbaar anders, lazen we enkele dagen terug). Op zich is daar niks mis mee. We zijn immers bedoeld om méns te worden. Maar wil ik mens worden naar G-ds beeld dan kan dit stukje uit de Bergrede mij op weg zetten. Ik zal aan zelf-evaluatie moeten doen! Als ik niet langer dubbelzinnig wil leven zal ik de vensters waardoor ik naar de wereld kijk schoon moeten maken. Ik zal ervoor moeten zorgen dat ik helder naar de wereld kán kijken. Dus tijd om aan de slag te gaan en mijn vuile vlekken, het stof en de splinters (negativiteit, wantrouwen, …) te verwijderen. Het zal me een beter zicht geven op mezelf en op de ander. Het zal ruimte geven om de mens tegenover mij tegemoet te gaan met een heldere, open blik en dat geeft op zijn beurt weerom groeikansen, voor de ander maar nog veel meer voor mezelf.
En… ook G-ds licht (zijn logica, vertrouwen, hoop, …) zal bij mij kunnen binnenstromen en – door mij heen – verder stromen naar de ander.

 

Mt.12,46-50 (19/07/2022)

Terwijl hij tegen de menigte sprak, stonden zijn moeder en zijn broers buiten en probeerden hem te spreken. Iemand zei hem: “Kijk, je moeder en broers staan buiten en willen je spreken.” Hij antwoordde echter tegen wie hem aansprak: “Wie is mijn moeder en wie zijn mijn broers?” En zijn hand uitstrekkend over zijn leerlingen, zei hij: “Kijk … mijn moeder en mijn broers …!” Want al wie de bedoelingen van mijn Vader in de hemelen doet, die is mijn broer, mijn zus, mijn moeder.”

Jezus spreekt over een nieuwe familie. Hij wijst de bloedband niet af, maar voegt er een andere band aan toe: die van het Verbond, de verbinding tussen G-d en mensen, die ook mensen aan elkaar verbindt.
Jezus, één en al verbinding met zijn Vader, strekt zijn hand naar zijn leerlingen uit: Wil je mijn moeder zijn? Wil je mijn broer zijn? Verbind je dan met mijn Vader. Leer zijn verlangen kennen en ga leven ‘in het verlengde’ van Hem.
Deze nieuwe ‘familie’ doet de bloedband niet teniet. Die kan overigens ook perfect samengaan met de nieuwe band. Maria en Jakobus, ‘de broer van de Heer’, zijn er bekende voorbeelden van. Maar als de bloedband ons zó bindt dat we ons niet met G-d kunnen verbinden, kiest Jezus toch resoluut voor het laatste.
De komende dagen reikt Jezus óns de hand: Wil jij mijn moeder, mijn broer zijn? In verschillende gelijkenissen vertelt hij over die ‘nieuwe familie’: hoe ziet die er dan uit? Maar vandaag moet ik mij de principiële vraag stellen: wíl ik in zijn verlengde leven?

Mt.5,20-25 (11/03/2022)

“Ik zeg jullie: Als je integriteit die van de schriftgeleerden en farizeeën niet overschrijdt, zul je niet binnengaan in het koningschap van de hemelen.
Jullie hebben gehoord dat er gezegd is tot die-van-het-begin: Je zult niet doden [Ex.20,13]; wie doodt moet onderworpen worden aan het oordeel. Ik echter zeg jullie: Ieder die vertoornd is op zijn medemens moet onderworpen worden aan het oordeel; wie zijn medemens uitscheldt, moet onderworpen worden aan de raad [locale of supralocale rechtszetel]; wie zijn medemens verwenst, moet onderworpen worden aan de gehenna van het vuur.
Wanneer je je gave naar het altaar brengt en daar herinner je je dat je medemens iets tegen je heeft, laat dan je gave voor het altaar daar, ga je dan eerst verzoenen met je medemens en kom dan met je gave. Wees voortdurend geneigd je tegenstander tegemoet te komen zolang je met hem onderweg bent, zodat hij je niet overlevert aan de rechter, de rechter vervolgens aan de gerechtsdienaar en je in de gevangenis wordt geworpen.

Gewoonlijk horen we dit Evangelie als: “Als je gerechtigheid die van de schriftgeleerden …” ‘Gerechtigheid / rechtvaardigheid’ is hier vertaald met ‘integriteit’. Dat is omdat in ons taalgebruik het woord ‘rechtvaardigheid’ nogal in de hoek zit van wat ‘juist’ is volgens de wet, wat correct is volgens het recht. Maar dat is nu net waar Jezus zo vaak tégen reageert. De schriftgeleerden etc. handelden maar al te zeer ‘volgens het recht’ – en haalden daarmee de ziel uit de Torah, die nooit bedoeld was als ‘wet’, maar als richtingwijzer, als kompas. De concrete handelingen van daaruit moesten bepaald worden door bezielde mensen die zich lieten leiden door dat kompas.
Bijbelse ‘rechtvaardigheid’ is dus niet ‘deskundig worden in het recht’, maar ‘vaardig worden in wat de rechte weg naar G-ds droom is volgens het kompas’. Ons woord ‘integriteit’ drukt dat wat beter uit.
Jezus’ radicalisering, die we hier in enkele voorbeelden horen, is er dus geen van ‘meer wet’, maar wel van ‘meer ziel’, integriteit in de overtreffende trap!

Mt.9,14-17 (6/07/2024)

14    Toen kwamen de leerlingen van Johannes naar Jezus
       en vroegen hem:
       “Waarom vasten wij en de farizeeën wél,
       maar vasten jouw leerlingen níet?”
15    Jezus antwoordde hen:
       “De vrienden van de bruidegom kunnen toch niet treuren
       zolang de bruidegom bij hen is?
       Maar er zullen dagen komen dat de bruidegom van hen is weggenomen.
       Dan zullen zij vasten.”
16    Niemand naait een lap van ongekrompen stof op een oud kledingstuk;
       anders trekt het nieuwe aan het oude en wordt de scheur erger.
17    En niemand doet nieuwe wijn in oude leren zakken;
       anders doet de wijn de zakken barsten
       en gaat de wijn verloren met de zakken.
       Nee. Nieuwe wijn hoort in nieuwe leren zakken.”

Jezus klaagt er niet over of zijn leerlingen al of niet vasten. Dat hangt voor hem blijkbaar voor een goed deel samen met de feitelijke omstandigheden die zij op de geschikte tijd moeten weten te onderscheiden. Hij heeft er meer moeite mee als ze noch het een noch het ander doen! Lauwheid en “dat is toch allemaal hetzelfde” kan hij niet hebben en past niet in de opbouw van het koningschap van G-d.
En is nu net niet dít een bedje waarin Christenen vandaag – wijzelf dus inbegrepen – nogal ziek zijn, dat wij veel te ‘lauw’ zijn? De oude wijn moet in oude zakken, de nieuwe in nieuwe, … maar proberen wij niet teveel ‘van alles wat’ te doen? Durven wij vurig – fris en jong (van geest) – genoeg te zijn om Jezus’ aanwezigheid in onze maatschappij én in onze straat gestalte te geven?
Het zal onderscheidingsvermogen van ons vragen om te weten wat we dan wel of niet moeten doen, maar zonder vurigheid en durf om te kiezen, zal G-ds rijk nergens komen.