Zoek
Zoektip
Zoektip:
tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel)
Joh. 7,40-53 (28/3/2020)
Bij het horen van Jezus’ woorden zeiden sommigen van het volk: 'Dit is inderdaad de profeet.' Anderen zeiden: 'Het is de messias.' Weer anderen wierpen op: 'Komt de messias soms uit Galilea?
Heeft de Schrift niet gezegd dat de messias zal komen uit het geslacht van David en uit Betlehem, het dorp waar David woonde?' Zo ontstond er dus om hem verdeeldheid onder het volk.
Sommigen hunner wilden hem gevangen nemen, maar niemand sloeg de hand aan hem.
Toen dan ook de dienaars bij de hogepriesters en Farizeeën terugkwamen vroegen dezen hun: 'Waarom hebt gij hem niet meegebracht?' De dienaars antwoordden: 'Nooit heeft iemand zo gesproken als die man.
'Waarop de Farizeeën zeiden: 'Hebt gij u soms ook laten bedriegen? Heeft dan een van de overheden of van de Farizeeën in hem geloofd? Dat volk, ja, dat de wet niet kent: vervloekt zijn ze!'
Maar een uit hun kring, Nikodemus, die vroeger bij Jezus gekomen was, merkte op: 'Veroordeelt onze wet iemand zonder hem eerst te horen en te vernemen wat hij doet?' Zij gaven hem ten antwoord:
'Zijt gij soms ook uit Galilea? Zoek maar na en gij zult zien dat de profeet niet uit Galilea opstaat.'
Dat ze (we?) moeite hadden om Jezus als de Messias te zien omdat ze teveel er van uit gingen dat ze het zelf al wisten hoe het moest, dat hadden we gisteren al.
Vandaag gaat het nog een stap verder: Omdat ze (we?) hun gedacht al gevormd hebben (of dat toch denken), laten ze ook geen enkele vraag of toets meer toe.
Dat dat niets meer te maken heeft met een redelijk oordeel, maar voortkomt uit verstoktheid, wordt duidelijk als ze zelfs iemand die alleen maar verwijst naar hun eigen referentiepunt (de Thora) de mond snoeren!
(Je hoeft niet veel moeite te doen om daar gelijkaardige toepassingen van te zien in onze maatschappij, ook vandaag (ook bij onszelf!).)
Terwijl het toch duidelijk is dat er ‘iets van hem uitgaat’!
Herinner je jou dat? Ook ik, ook jij, ben(t) gefascineerd geraakt door die merkwaardige figuur van Jezus. Ga maar na doorheen je leven!
Waardoor zal ik mij dan verder laten leiden? Door wat ‘men zegt’, door angst voor weerstand, of … door wat mijn geboeide hart mij ingeeft?
Joh 5, 31-47 (31/03/2022)
“Als ik getuig over mezelf, heeft mijn getuigenis geen waarde. Maar er is iemand anders die over mij getuigt en ik weet dat zijn getuigenis over mij waar is. Jullie hebben gezanten gezonden naar Johannes en hij heeft naar waarheid getuigd. Zelf heb ik het getuigenis van een mens niet nodig, maar ik zeg dit tot jullie vrijmaking. Hij was de lamp, brandend en schijnend, maar jullie hebben je maar een uur in zijn licht willen verheugen.
Maar ik heb een getuigenis dat groter is dan dat van Johannes: de werken die de Vader aan mij gegeven heeft om te volbrengen. Wat ik doe getuigt over mij dat de Vader mij gezonden heeft.
En de Vader die mij gezonden heeft, heeft zelf over mij getuigd. Jullie hebben zijn stem nooit gehoord, noch heb je zijn beeltenis gezien en zijn woord heb je niet in je opgenomen, omdat je geen vertrouwen stelt in wie hij gezonden heeft.
Jullie onderzoeken de Schriften omdat je meent daarin het volle leven te vinden. Maar zij getuigen juist over mij! En toch wil je niet naar mij komen om leven te vinden.
Ik neem geen eer van mensen aan, maar ik weet dat jullie de liefde voor God niet in jullie hebben. Ik ben gekomen in de naam van mijn Vader en je neemt mij niet aan; en als een ander komt in zijn eigen naam, neem je hem wel aan! Hoe kunnen jullie leven in vertrouwen als je wel eer van elkaar aanneemt, maar niet de eer van de enige God zoekt?
Denk niet dat ik jullie zal aanklagen bij de Vader. Degene die jullie zal aanklagen, is Mozes, op wie je je hoop had gevestigd. Want als jullie écht in Mozes je vertrouwen hadden gesteld, zou je ook je vertrouwen stellen in mij, want hij heeft over mij geschreven! Maar als je geen vertrouwen stelt in zijn geschriften, hoe zul je dan vertrouwen stellen in mijn woorden?”
Het cirkelen rond dat Jezus-geheim gaat ook vandaag verder. Een bijkomende vraag is: wie (of wat) getuigt van Jezus? Johannes geeft alvast enkele mogelijke getuigenissen: Johannes de Doper, de Schriften (Mozes en de profeten), en – bovenal – ‘de werken’, dat is wat Jezus doet, hoe hij leeft en met mensen omgaat, hoe hij de Liefde daad-werkelijk vorm geeft.
Wat zien we Jezus vandaag doen? Mensen aanspreken, relaties mogelijk maken (net daar waar deze verbroken waren); mensen helen, m.a.w. de verbindingen herstellen met zichzelf, met de omgeving en met G-d. Dit alles doet hij steeds in verbondenheid met zijn levensbron (deze verbinding zuiver houden is een werk op zich), door de stilte op te zoeken en zo kracht op te doen.
Aan jou om elke dag opnieuw, je keuze als Christen wáár te maken! Beleef je geloof daad-werkelijk en stel vertrouwen in zijn Woord!
Joh.7,40-53 (20/3/2021)
Sommigen die zijn woorden hoorden, zeiden: “Hij is waarlijk de profeet!” [= de profeet die Mozes had aangekondigd]
Anderen zeiden: “Hij is de Gezalfde!” [Christos / Messiah] Maar nog anderen zeiden:
“De Gezalfde komt toch niet uit Galilea!? Zegt de Schrift niet dat de Gezalfde zal komen
uit de nakomelingen van [koning] David en uit Betlehem, het dorp waar David vandaan kwam?”
Zo ontstond er onenigheid onder het volk om hem. Sommigen wilden hem grijpen, maar niemand kon beslag leggen op hem.
Zo kwamen de gerechtsdienaars bij de hogepriesters en farizeeën en die zeiden tegen hen:
“Waarom heb je hem niet meegebracht?” De dienaars antwoordden: “Nog nooit heeft een mens gesproken zoals deze mens!”
De farizeeën antwoordden daarop: “Jullie zijn toch ook niet aan het dwalen geraakt?!
Niet één van de oversten of van de farizeeën heeft toch in hem vertrouwen gesteld?
Maar alleen die meute, die de wet niet kent – vervloekt zijn ze!”
Nikodemus, één van hen, die eerder al ’s nachts bij Jezus was gekomen, zei hen:
“Onze wet veroordeelt toch geen mens zonder hem eerst te hebben gehoord en kennis te hebben van wat hij doet?”
Ze antwoordden hem: “Jij komt toch ook niet uit Galilea?! Zoek het maar op, en je zult zien dat er uit Galilea geen profeet opstaat!”
Toen vertrok iedereen naar huis.
Toch merkwaardig (maar herkenbaar?) hoe het vanzelfsprekende in twijfel wordt getrokken – en nog makkelijkst naar de negatieve kant wordt geïnterpreteerd.
Het minste dat toch kón gezegd worden over Jezus, was dat hij helemaal sprak en handelde in de lijn van de profeten. Enerzijds had hij in zijn wijze van optreden veel gelijkenissen met de profeten, en anderzijds leek hij zelfs de ‘ultieme’ profeet te zijn, die al zo lang werd aangekondigd en gretig verwacht.
Maar het ‘kon’ niet; het klopte niet met hun interpretaties; en de leiders hadden hem nog niet erkend (en deze die dat misschien wel wilden, werden de mond gesnoerd).
Zou het er nu anders aan toe gaan? Zou ík het in mijn leven anders laten gebeuren? Of zouden mijn eigen gedachten en overtuigingen mij in de weg zitten om te ‘zien wat is’? Zou ik mijn mening kunnen herzien? En zou ik dat kunnen als het gaat over een timmermanszoon uit een onooglijk gat en niet over een koningstelg?
Joh.3,14-21 (10/03/2024)
14 “Zoals Mozes in de woestijn
de slang heeft omhoog geheven,
zo moet de mensenzoon
omhoog worden geheven [op het kruis],
15 opdat al wie vertrouwende ín hem is,
niet verloren gaat,
maar het volle leven heeft.
16 Want zó lief heeft God de wereld,
dat hij zijn eniggeboren zoon heeft gegeven,
opdat al wie vertrouwende ín hem is,
niet verloren gaat,
maar het volle leven heeft.
17 Want God heeft zijn zoon niet in de wereld gezonden
om die wereld te vonnissen,
maar opdat ze door hem zou worden bevrijd.
18 Wie vertrouwend ín hem is,
wordt niet gevonnist,
maar wie niet vertrouwt,
is al gevonnist,
omdat hij niet heeft vertrouwd
in de naam van de eniggeboren zoon van God.
19 En dit is het vonnis:
Het licht is in de wereld gekomen,
maar de mensen hadden de duisternis meer lief dan het licht,
want hun daden zijn slecht [= zich van God en mens verwijderend].
20 Want ieder die kwaad doet,
haat het licht; hij vermijdt het licht,
zodat zijn daden niet aan de dag komen.
21 Maar wie waarheid doet,
zoekt het licht op,
zodat openbaar wordt
dat zijn daden in God zijn verricht.”
In z’n gesprek met Nikodemus plaatst Jezus duisternis tegenover licht, of je zou ook kunnen zeggen: verwijdering tegenover verbondenheid, ...
De keuze is aan ons, elk moment opnieuw. Maar zo zwart-wit is het meestal niet. Het dagelijks leven speelt zich meestal af ergens tussenin. Als het goed zit streven we naar het goede, maar we halen dat nooit hélemaal. Echter: zolang het streven er is, blijven we op weg naar het Licht, want: “Wie de waarheid doet, zoekt het Licht op”. Er is dus sprake van gáán. Het zal dus een kwestie zijn van op weg blijven.
Is dat een mooi excuus om het niet zo nauw te nemen, om genoegen te nemen met een lauw leven? Als het zo is dat we belijden ons best te doen, terwijl we het daarbij laten, dan veroordelen we onszelf tot duisternis. Écht op weg gaan en blijven, met vallen en opstaan, wil zeggen je openstellen voor elkaar, waarheid doen en indien nodig terugkeren op je schreden naar het Licht toe.
Dat dit niet evident is zal niemand ontkennen, maar het is niet onmogelijk. En het is vooral bevrijdend!
In die tijd begaf Jezus zich naar de Olijfberg. 's Morgens vroeg verscheen hij weer in de tempel en al het volk kwam naar hem toe. Hij ging zitten en onderrichtte hen.
Toen brachten de schriftgeleerden en Farizeeën hem een vrouw die op overspel was betrapt. Zij plaatsten haar in het midden en zeiden tot hem: 'Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt,
terwijl ze overspel bedreef.
Nu heeft Mozes ons in de Wet bevolen zulke vrouwen te stenigen. Maar gij, wat zegt gij ervan?' Dit bedoelden ze als een strikvraag in de hoop hem ergens van te kunnen beschuldigen.
Jezus echter boog zich voorover en schreef met zijn vinger op de grond. Toen zij bij hem aanhielden met vragen richtte hij zich op en zei tot hen:
'Laat degene onder u die zonder zonden is, het eerst een steen op haar werpen.' Weer boog hij zich voorover en schreef op de grond. Toen zij dit hoorden dropen zij een voor een af,
de oudsten het eerst, totdat Jezus alleen achterbleef met de vrouw die daar was blijven staan. Nu richtte Jezus zich op en sprak tot haar: 'Vrouw, waar zijn ze gebleven? Heeft niemand u veroordeeld?'
Zij antwoordde: 'Niemand, Heer.' Toen zei Jezus tot haar: 'Ook ik veroordeel u niet; ga heen en zondig van nu af niet meer.'
Jezus’ schreef in het zand … Eén van zijn zeer markante optredens!
Er zijn duidelijk twee polen aanwezig in het gebeuren: nacht, gebed, alleen, verborgen, enerzijds; en anderzijds dag, actie, veel volk, openbaar. Die twee polen zijn eigenlijk de bakermat van alle leven.
Ze zijn als eb en vloed van de zee waaruit leven ontspringt – en wat voor een Léven voor die vrouw (en eigenlijk ook voor wie haar dood wilden)!
De Farizeeën wilden actie. Meer nog, negatieve actie (hoewel: in hun ogen bedoelden ze het positief, maar net omdat ze eenzijdig bezig zijn, zien ze dat niet). Jezus laat zich niet strikken.
Dat kan hij omdat hij wel ‘met beide voeten op de grond’ blijft staan. Uit erváring (nog maar net) weet hij hoe belangrijk dat is. En om het – net nu van hem actie gevraagd wordt – niet te vergeten,
maakt hij eerst weer contact met de/zijn g/Grond.
Dááruit ontstaat Léven!
Wat staat er jou ‘te doen’ vandaag?
Joh.4,43-54 (11/03/2024)
43 Na die twee dagen vertrok hij vandaar
[na de arrestatie van Johannes de doper, trok hij weg uit Judea, met een oponthoud in Samaria]
en ging naar Galilea,
44 hoewel hij zelf had betuigd
dat een profeet niet wordt geëerd in zijn eigen geboortestreek. [Mc.6,4]
45 Toen hij aankwam in Galilea
werd hij er toch verwelkomd,
want ze hadden alles gezien
wat hij in Jeruzalem op het [Paas]feest had gedaan
– ook zij waren op het feest.
46 Jezus kwam dus weer in Kana van Galilea,
waar hij het water tot wijn had gemaakt.
Er was een koninklijke beambte,
wiens zoon ziek lag in Kafarnaüm.
47 Toen hij hoorde dat Jezus uit Judea naar Galilea was gekomen,
ging hij naar hem toe [Kafarnaüm – Kana = ca. 26km]
en vroeg hem met aandrang naar zijn huis te komen
om zijn zoon te genezen die stervende was.
48 Jezus zei tegen hem:
“Jullie geloven alleen maar als jullie tekenen en wonderen zien!”
49 Maar de hofbeambte drong aan:
“Heer, kom toch, voor mijn kindje sterft!”
50 “Ga maar, zei Jezus, je zoon leeft.”
En de man vertrouwde het woord van Jezus
en ging naar huis.
51 Terwijl hij nog onderweg was,
kwamen knechten van hem tegemoet
en verkondigden: “Je kind leeft!”
52 Hij vroeg hen onmiddellijk naar het uur waarop de beterschap begon.
Ze zeiden: “Gisteren, op het zevende uur [= 1 u ’s middags]
werd hij vrij van de koorts.”
53 Nu (h)erkende de vader:
“Dat is het uur waarop Jezus zei: Je zoon leeft.”
En hijzelf en zijn hele huis kwamen tot vertrouwen.
54 Dit was het tweede teken dat Jezus daar weer deed,
toen hij van Judea naar Galilea kwam.
Wat als een van je vrienden gestorven is, vermoord nog wel, omwille van jou? En dit terwijl je in den vreemde bent? Je zou voor minder naar huis verlangen, naar een plek om even alles op een rijtje te zetten. Maar wat als net op die plek de mensen jou niet eren en je liever zien gaan dan komen? [Lc.4,29]
Je zou je volledig kunnen terugtrekken, weglopen van alles en iedereen. Je roeping opgeven. Maar dat is niet wat Jezus doet. Hij laat zich niet ontmoedigen. Hij gaat toch naar zijn geboortestreek. Hij vertrouwt en krijgt vertrouwen. De mensen in z’n geboortestreek zijn tijdens zijn afwezigheid tot inzicht gekomen. Soms hebben geloof en vertrouwen tijd nodig om te groeien.
Ook de hofbeamte gelooft en vertrouwt (hoe klein ook). Hij zoekt Jezus op en dringt bij hem aan. En Jezus komt in beweging, niet omwille van een eventueel verlangen naar wonderen en tekenen, maar omwille van het vertrouwen dat in hem gesteld wordt.
Zo herkenbaar: als je voelt dat je vertrouwen krijgt kom je als het ware vanzelf in beweging en al gaande wordt je vertrouwen alleen maar groter.