Mt. 11, 25-30 (29/4/2020)
In die tijd nam Jezus het woord: ‘Ik dank u, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat u dit verborgen hebt voor wijzen en verstandigen
en het onthuld hebt aan eenvoudigen. Ja, Vader, zo hebt u het goedgevonden. Alles is mij door mijn Vader in handen gegeven.
Niemand kent de Zoon behalve de Vader, en niemand kent de Vader behalve de Zoon, en ieder aan wie de Zoon hem heeft willen onthullen.
Kom allen naar mij toe die afgemat en belast zijn, en ik zal u rust geven. Neem mijn juk op en kom bij mij in de leer,
omdat ik zachtmoedig ben en eenvoudig van hart, en u zult rust vinden voor uw ziel. Want mijn juk is zacht en mijn last is licht.’
Wanneer ik rond kijk, zie ik hoe angst, onrust, ‘blijf in je kot’, … het juk van deze tijd lijkt te worden. Ik voel het die onrust.
Op straat zie ik angst in de ogen van mensen. Ik merk dat velen het niet langer aan kunnen om teruggeworpen te worden op zichzelf.
En te midden van die onrustige, angstige wereld klinkt de uitnodiging: “Neem mijn juk op. Leer van mij: ik ben zachtmoedig en nederig van hart.
En je zult rust vinden”. Iemand die onze last op zich wil nemen. Iemand die rust wil brengen. Wie verlangt er niet naar?
Het wordt ons aangeboden! Het enige wat wij te doen hebben is bij hem in de leer gaan en het aandurven om anders te gaan leven.
Nederig of met andere woorden je leven richten op de ander, op heel de schepping. Je leven richten op God. Nederig dus en zacht-moedig.
Leven met de moed om voorrang te geven aan zachte krachten. Met de moed om tijd te maken voor elkaar, om in gesprek te gaan, nabij te zijn,
te troosten, elkaar uit te dagen, te bevragen; kortom ‘mens te zijn voor elkaar’.
En dit alles vanuit een éénvoud, een één zijn met God.
Durf je het aan?