Mt.18,15-20 (14/08/2024)
15 Als je broer een fout begaat,
ga erheen en wijs hem terecht
– alleen onder jullie.
Als hij naar je luistert,
heb je je broer gewonnen.
16 Als hij echter niet luistert,
neem dan nog één of twee mensen met je mee
– omdat elk woord gestaafd wordt op grond van twee of drie getuigen. [Deut.19,5]
17 Als hij echter ook aan hen geen gehoor geeft,
zeg het dan [pas] aan de gemeente [ekklesia/kerk],
en als hij ook aan de gemeente geen gehoor geeft,
moet hij voor jullie zijn als een heiden en tollenaar [een buitenstaander].
18 Amen, ik zeg jullie:
Wat je zult binden op de aarde,
zal gebonden zijn in de hemelen,
en wat je zult vrij maken op de aarde,
zal vrij gemaakt zijn in de hemelen.
19 Opnieuw zeg ik jullie:
Als twee van jullie
over wat voor zaak op aarde ook
in overeenstemming iets vragen,
zal mijn Vader in de hemelen het voor hen laten gebeuren.
20 Want waar twee of drie bijeen zijn in mijn naam,
daar ben ik middenin hen!”
Wat een oproep! Wat een kracht! Wij kunnen medemensen vrij maken … of binden!
Ik mag er van uitgaan dat we het allemaal al wel (meer dan eens) ondervonden hebben hoe bevrijdend en levengevend het is als iemand ons wel op een tekortkoming wijst, maar dat doet op een niet-veroordelende en zelfs liefhebbende manier, en ons niet publiekelijk aan de schandpaal nagelt.
Als we wéten hoe bevrijdend – losmakend – dat werkt, waarom dóen we het dan zo weinig? Waarom staan we toch zo snel met onze veroordeling klaar en uiten die dan meestal eerst nog aan anderen i.p.v. de persoon zelf?
’t Zal wel weer zijn omdat het allemaal zo menselijk is. Maar wil Jezus ons nu net niet komen vinden in dat menselijke en ons optillen naar ‘de hemelen’? Wij kunnen voor elkaar – in het spoor van Jezus – echt dat verschil maken!
Als wij er vanaf vandaag nu eens zouden voor kiezen medemensen vrij te maken …