Mt.18,1-5.10.12-14 (13/08/2024)
1 Op dat ogenblik kwamen de leerlingen bij Jezus
en vroegen hem:
“Wie is eigenlijk de grootste in het koninkrijk der hemelen?”
2 Jezus riep een kindje bij zich,
zette het in hun midden
3 en zei: “Amen, ik zeg jullie:
Als je je niet omkeert
en wordt als de kindjes,
zul je het koninkrijk der hemelen zeker niet binnengaan.
4 Wie dus zichzelf zo gering maakt als dit kindje,
die is de grootste in het koninkrijk der hemelen,
5 en wie één zo’n kindje in zich opneemt in mijn naam,
neemt mij in zich op.”
10 Let op dat je niet één van deze kleinen minacht.
Want ik zeg jullie:
Hun engelen in de hemelen aanschouwen voortdurend
het Gelaat van mijn Vader in de hemelen.
12 Wat dunkt jullie?
Als iemand honderd schapen heeft
en één ervan is afgedwaald,
zal hij dan niet de negenennegentig op de bergen laten
en op zoek gaan naar het afgedwaalde?
13 En als hij het vindt
– amen, ik zeg jullie –
dan verblijdt hij zich over dan ene meer
dan over de negenennegentig die niet afdwaalden.
14 Zo is het de bedoeling van jullie Vader in de hemelen,
dat niet één van deze kleinen verloren gaat.
“Wie is de grootste in het koningschap der hemelen?” Een puur menselijke vraag naar hiërarchie. Gelijkwaardig leven, niet wakker liggen van rang of stand, was voor de leerlingen niet vanzelfsprekend en het houdt ons nog steeds bezig. Bij wijze van antwoord zet Jezus een kind in het midden. “Hij die klein durft te zijn zoals dit kind, die is de grootste.”
Jezus zegt hier niet tegen zijn leerlingen, en in het verlengde van hen ook tegen ons, dat wij onszelf kleiner moeten voordoen dan we zijn, of ons kinderachtig moeten gaan gedragen. Hij probeert gewoon aan de hand van een kind duidelijk te maken dat we heel spontaan, vol vertrouwen – als een kind dus – onze eigen plek moeten innemen, niet meer maar ook niet minder. Gewoon zijn wie je bent en leven net als kinderen, nl. leven-IN-vertrouwen. Leven op jouw plek en liefdevol doen wat moet gedaan worden: liefde geven, jezelf geven aan degenen die op jouw weg komen. Niet om jezelf kwijt te raken, maar om steeds meer jezelf te worden.]