Mt.10,17-22 (26/12/2023)
17 En pas op voor de mensen!
Want ze zullen jullie overleveren aan gerechtshoven
en jullie geselen in hun samenkomsten [synagoge].
18 Je zult voor stadhouders en koningen geleid worden
omwille van mij,
tot getuigenis voor hen en voor de volken.
19 Wanneer ze echter jullie overleveren,
wees dan niet gezorgd over hoe of wat je moet zeggen,
want op dat uur
zal wat je te zeggen hebt
je gegeven worden,
20 want niet jullie zijn het die dan spreken,
maar het is de Geest van de Vader die in jullie spreekt.
21 Een broer zal een broer uitleveren ter dood,
een vader een kind,
kinderen zullen opstaan tegen hun ouders
en hen doden;
22 je zult door allen gehaat worden
omwille van mijn naam;
maar wie standvastig blijft ten einde toe,
zal bevrijd worden.
Altijd een heel bruusk contrast, dat ‘Evangelie’ – ‘goed nieuws’? – op tweede Kerstdag. Dat is ongetwijfeld zo bedoeld door de samenstellers van het leesrooster. Hoe ‘zoet’ het Kerstfeest op zichzelf ook mag zijn, de ‘bittere’ realiteit laat zich al gauw merken.
Dat G-d in de wereld wil komen, is op zichzelf natuurlijk iets bijzonder goeds, maar de consequenties daarvan zijn vaak behoorlijk lastig. Dat heeft Jezus zelf al ondervonden: in zijn prille jeugd, waar hij naar Egypte moest vluchten, tijdens zijn leven, met veel weerstand van allerlei mensen, en natuurlijk bij zijn gewelddadige dood. Maar ook zijn leerlingen blijven er dus niet van gespaard! Stefanus is de eerste die het moet ontgelden. Ongeveer alle apostelen zullen ook als martelaar sterven. En dan komt natuurlijk de vraag hoe ver wij zelf voor ons geloof zouden willen gaan?
Als wij ons met Jezus nieuw laten geboren worden in G-d, zullen wij die nieuwe schepping – dat getuigenis van Léven in deze wereld – dan consequent doortrekken tot in onze dood, wat voor een dood dan ook, ook die van de verwerping tíjdens ons leven?