Mt.10,1-7 (10/07/2024)
1 En hij riep zijn twaalf leerlingen bij zich
en gaf hen volmacht
over nog niet gereinigde geesten,
zodat ze die aan het licht konden brengen
en elke ziekte en zwakte helen.
2 Dit zijn de namen van de twaalf uitgezondenen [apostels]:
Als eerste Simon, die Petrus [rots] wordt genoemd,
en zijn broer Andreas;
Jakobus, de zoon van Zebedeüs,
en zijn broer Johannes;
3 Filippus en Bartolomeüs;
Thomas en Matteüs, de tollenaar;
Jakobus, de zoon van Alfeüs,
en Taddeüs;
4 Simon, de Kananeeër,
en Judas, de man uit Kerioth,
die hem uitgeleverd heeft.
5 Deze twaalf zond Jezus uit
en droeg hen op:
“Ga niet de weg van de heidenen,
ga niet binnen in een stad van de Samaritanen,
6 maar ga veeleer naar de verloren schapen
van het huis van Israël.
7 Ga en verkondig:
Het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen.
Jezus en de twaalf waren al een tijdje samen onderweg toen hij ze bij zich riep. Zij líeten zich roepen en onderweg leerden ze anders zien. Ze zagen dat er mensen zijn die zich verloren voelen en nood hebben aan iemand die hen ziet en met hen mee gaat en dat er nog heel wat ‘nog niet gereinigde geesten’ rondlopen. Jezus gaf hen volmacht over deze geesten.
Het is een bonte verzameling aan wie Jezus volmacht gaf. Waarschijnlijk wist hij van bij het begin dat sommigen totaal de mist in zouden gaan, maar gelukkig ging hij toch met dit zootje ongeregeld in zee, want dat maakt dat ook ik mij durf te laten zenden. Ik hoef duidelijk niet perfect te zijn.
Hij gaf hen volmacht en zond hen de wereld in. Ze hoeven niet gans de wereld te gaan redden, maar mogen beginnen dicht bij huis, bij de mensen die aan hun zorgen zijn toevertrouwd. Dáár begint het, bij die ene, heel concrete mens. Bij hem/haar kun je helend aanwezig zijn in zijn Naam. Als jij die ene concrete mens daad-werkelijk graag ziet/heelt, dan verandert alvast voor deze mens zijn/haar hele wereld!