Verbonden Leven

Mt.5,20-26 (13/06/2024)

20    “Ik zeg jullie:
       Als jullie integriteit die van de schriftgeleerden en farizeeën niet overschrijdt,
       zul je niet binnengaan in het koningschap van de hemelen.
21    Jullie hebben gehoord dat er gezegd is tot die-van-het-begin:
       Je zult niet doden [Ex.20,13];
       wie doodt moet onderworpen worden aan het oordeel.
22    Ik echter zeg jullie:
       Ieder die vertoornd is op zijn medemens
       moet onderworpen worden aan het oordeel;
       wie zijn medemens uitscheldt,
       moet onderworpen worden aan de raad;
       wie zijn medemens verwenst,
       moet onderworpen worden aan de gehenna van het vuur.
23    Wanneer je je gave naar het altaar brengt
       en daar herinner je je dat je medemens iets tegen je heeft,
24    laat dan je gave voor het altaar daar,
       ga je dan eerst verzoenen met je medemens
       en kom dan met je gave.
25    Wees voortdurend geneigd je tegenstander tegemoet te komen
       zolang je met hem onderweg bent,
       zodat hij je niet overlevert aan de rechter,
       de rechter vervolgens aan de gerechtsdienaar
       en je in de gevangenis wordt geworpen.
26    Amen, ik zeg jullie:
       Je zult daar niet uit geraken
       voordat je tot de laatste cent hebt betaald.”

Jezus begint te verduidelijken wat hij bedoelt met het volmaken van de Wet. Het koninkrijk waar Jezus voor gaat, staat in schril contrast met de wereld van zijn toehoorders. De nieuwe maatstaf is veeleisender dan de oude. De nieuwe Thora van Jezus is niet bedoeld om mensen te verknechten, maar wil hen op een nieuwe, creatieve manier doen mijmeren over hun innerlijke houding. Hij veegt de oudtestamentische leer niet van tafel, maar gaat (zoals we gisteren schreven) tot de kern van de zaak. Hij wijst o.a. op het feit dat woede de eerste aanzet tot moord is en dat, wanneer je er niet bedacht op bent, brutaliteit escaleert in slagen en verwondingen. Het gaat om de liefde – liefde voor G-d, liefde voor medemensen en het uitdragen van die liefde op alle mogelijke manieren. Jezus heeft het over een soort van mateloosheid, die echter nooit wordt geëist maar een richting wijst naar de mateloosheid waarmee G-d zich met ons heeft verbonden.
Iets om doorheen de dag af ten toe eens over te mijmeren: hoe mateloos is mijn liefde voor mijn medemens en wat zijn mijn beweegredenen daartoe?