Mt.5,38-42 (19/06/2023)
38 “Jullie hebben gehoord dat er gezegd is:
Een oog voor een oog, een tand voor een tand. [Ex.21,24]
39 Ik echter zeg jullie:
Bied geen weerstand tegen wie jou kwaad doet,
maar als iemand jou op je rechterwang slaat,
keer ook de andere naar hem toe.
40 En als iemand je voor het gerecht wil dagen
en je onderkleding afnemen,
laat hem ook je bovenkleding.
41 En als iemand je opeist één mijl met hem mee te gaan,
ga er twee met hem mee.
42 Geef aan wie jou iets vraagt,
en keer je niet af van wie iets wil lenen van jou.”
“Als iemand je op de rechterwang slaat, keer hem dan ook de linkerwang toe.” Is dit idealistisch of realistisch?
Het gaat hier over een stap verder gaan, de spreekwoordelijke tweede mijl, d.w.z. niet doen wat je eerste impuls is, nl. terugslaan of terugschelden. Nee, het is de poging dat funeste mechanisme van geweld en tegengeweld, van escalatie, om te keren.
Juist het onverwachte gebaar is dan ontwapenend.
De andere wang – de tweede mijl – toekeren, is niet meegaan in de dynamiek van het conflict, maar de-escaleren, nuanceren en zelfkritisch durven zijn. Dat is niet naïef. Dat is misschien wel goed-gelovig.
Gelukkig blijven Jezus’ prikkelende, stekelige, irritante woorden mij uitdagen. En neen ik kom er niet zomaar uit, maar ik kom er ook niet zomaar onder-uit, ze dagen me uit! Maar tegelijk beloven ze ook iets, nl. dat het kán, dat wij mensen daartoe in staat zijn en dat mensen andere mensen kunnen worden.
Of is dat ook idealistisch?