Mt.5,17-19 (14/06/2023)
17 “Denk niet dat ik gekomen ben
om de wet en de profeten te ontbinden.
Ik ben niet gekomen om te ontbinden,
maar om te vervullen.
18 Amen, ik zeg jullie:
Totdat hemel en aarde voorbijgaan,
zal niet de kleinste letter van de wet voorbijgegaan zijn
– totdat alles is gebeurd.
19 Wie dus ook maar het kleinste van de geboden loslaat
en het zo leert aan de mensen,
zal de kleinste genoemd worden in het koningschap van de hemelen.
Wie ze echter doet en leert,
die zal groot genoemd worden in het koningschap van de hemelen.”
Torah, het Hebreeuwse woord voor de Joodse Wet, verwijst naar het gebruik waarbij het clanhoofd elke morgen zijn staf in de richting wierp waarin de familie met haar kudde zou trekken. De staf gaf de richting aan. Vandaar de overtuiging dat de Torah een wegwijzer is, G-ds onderricht (yarah = leren) voor de weg die men moet gaan.
De Farizeeën trachtten – met de beste bedoelingen – het volk op het goede spoor te houden door een strikte, letterlijke navolging van de wet op te leggen. Op deze manier blijft wat er binnen in je omgaat veilig buiten beschouwing.
Voor Jezus gaat het níet om de letter van de wet, noch om perfectie. Het gaat voor hem over de Liefde, een houding die niet opgelegd kan worden, zelfs niet geëist. Leven volgens de Torah tot in z’n meest radicale beleving – die geen andere is dan de liefde – daartoe kan je alleen maar uitgenodigd worden. Zo heeft Jezus – met heel zijn leven (woord en daad) – de volle betekenis van de wet bekend gemaakt, inhoud gegeven en vol-gemaakt. En, zegt hij, doe dat ook. Ga ervoor, maar wel ten volle. Het is alles of niets tot in het kleinste detail.