Mt.20,1-16a (17/08/2022)
Want het koninkrijk der hemelen is als een landheer die vroeg in de morgen naar buiten ging om arbeiders te huren voor zijn wijngaard. Hij kwam met hen overeen voor een dagloon en zond ze dan naar zijn wijngaard. Toen hij rond het derde uur weer naar buiten ging, zag hij anderen, die werkloos waren, op de markt staan. Hij zei tegen hen: “Gaan ook jullie naar mijn wijngaard. Ik zal jullie geven wat billijk is.” En ze gingen er heen. Rond het zesde uur ging hij nog eens naar buiten en weer op het negende en telkens deed hij hetzelfde. Rond het elfde uur ging hij opnieuw naar buiten en trof weer anderen daar werkloos staan. Hij zei tegen hen: “Wat staan jullie hier de hele dag werkloos?” “Niemand heeft ons gehuurd,” antwoordden ze. Daarom zei hij opnieuw: “Gaan ook jullie naar mijn wijngaard. Je zult ontvangen wat billijk is.”
Toen het avond was geworden, zei de heer van de wijngaard tegen zijn beheerder: “Roep de arbeiders en betaal hun het loon, te beginnen bij de laatsten, en zo tot de eersten.” Degenen van het elfde uur kwamen dus en ontvingen elk het dagloon. Toen nu degenen van het eerste uur kwamen, meenden zij dat ze meer zouden krijgen. Maar ook zij ontvingen elk het dagloon. Ze namen het wel aan, maar gingen morren tegen de landheer: “Deze laatsten hebben maar één uur gewerkt en je stelt hen gelijk aan ons die de lange duur en de brandende hitte van de dag getorst hebben.” Hij antwoordde echter: “Vriend, ik doe je toch geen onrecht? Ben je niet met mij overeengekomen voor een dagloon? Aanvaard wat van jou is en ga. Ik wil echter aan de laatsten geven zoals aan jou. Mag ik met het mijne niet doen wat ik wil?
Of ben je kwaad omdat ik goed ben?”
Zo zullen de laatste de eersten zijn en de eersten de laatsten.
“De werkers van het elfde uur.” Hoe voel jij je bij het horen/lezen? Brave christenen als we wellicht zijn, zullen we natuurlijk zeggen dat het toch mooi is van G-d om zo mild te zijn. Maar als we een beetje eerlijk zijn, denk ik dat we al snel bij het gevoel van ‘die van het eerste uur’ uitkomen: we zijn kwaad, we voelen ons onrechtvaardig behandeld en we ‘morren’ over G-ds goedheid!
Maar zou ik niet eerder opgelucht moeten zijn en me bevrijd voelen van een zware druk?
Want wie zegt mij dat ík tot ‘die van het eerste uur’ behoor? Misschien ben ik er wel een van dat derde, of elfde, of zelfs helemaal geen uur?! Ben ik al ingegaan op G-ds uitnodiging om te gaan werken in zijn wijngaard? Of sta ik nog altijd langs de kant te wachten op betere tijden? En zelfs als ik van mezelf zou denken dat ik er een van de vroege uurtjes ben, dan is er morgen (of juister: vandaag) een nieuwe dag en is het van vooraf aan herbeginnen.
Werker zijn in G-ds wijngaard is elke dag opnieuw de roep horen en er op ingaan … en voor de vele keren dat wij daar doof voor bleven al opgelucht zijn dat ‘die van het elfde uur’ mild worden behandeld …