Mt.12,14-21 (16/07/2022)
De farizeeën gingen naar buiten en beraadslaagden hoe ze hem zouden kunnen ombrengen. Maar Jezus besefte dit en ging van daar weg.
Een grote menigte volgde hem en hij genas hen allen. Hij verbood hen nadrukkelijk hem bekend te maken, opdat vervuld zou worden wat gezegd werd door de profeet Jesaja:
“Zie mijn kind [pais: kind of dierbare dienaar],
mijn uitgekozene, mijn geliefde,
in wie mijn wezen vreugde vindt.
Ik zal mijn geest op hem leggen
en hij zal aan de volken het rechte verkondigen.
Hij zal niet twisten of schreeuwen,
niemand zal zijn stem op straat horen;
een geknakt riet zal hij niet breken
en een smeulende vlaspit niet doven;
totdat het rechte zegeviert door hem.
En op zijn naam zullen velen hopen.” [Jes.42,1-4]
Jezus’ levenswijze zorgt voor confrontatie en is voor sommigen zelfs bedreigend. Zij zoeken een manier om hem uit de weg te ruimen. Jezus weet dat, maar gaat hier niet op in. Hij verlaat het strijdtoneel en zoekt een weg om hiermee op een zinvolle manier om te gaan. Hij laat zich inspireren door de Thora, meer bepaald door één van de profeten.
Als je waarachtig het rechte wil laten zegevieren dan helpt roepen en bekvechten niet, noch om je eigen gelijk te halen, noch om al je goede daden te verkondigen. Laat je dan raken door gekwetste rafelrandmensen. De Thora raadt aan om hen niet verder de dieperik in te duwen.
Met die richtingwijzers – met die inspirerende Thora – gaat Jezus op weg. Hij laat zich raken en gaat zorgzaam en alert met mensen op weg. Zijn nabijheid is helend.
Een oproep ook aan mij: Vertrek vanuit G-ds Liefde en luister in alle openheid naar de Geest, dan zal het rechte zegevieren ook langsheen mijn kromme menselijke wegen!