Mt.28,16-20 (26/05/2024)
16 Maar de elf gingen naar Galilea,
naar de berg waar Jezus hen toe nodigde.
17 Toen ze hem zagen,
vielen ze voor hem op de knieën,
al twijfelden sommigen.
18 Jezus kwam naar hen toe en zei:
“Mij is alle volmacht gegeven
in de hemelen en op de aarde.
19 Ga, maak alle volken tot leerling,
en doop hen
in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest.
20 Onderwijs hen te be-waren
alles wat ik jullie heb gewezen.
En kijk!
Ik ben met jullie
al de dagen tot aan de voleinding van de tijd.”
Op het feest van de Drie-eenheid zoekt het Evangelie naar een verduidelijking van wie G-d is. Dat is een hachelijke onderneming aangezien G-d nu eenmaal G-d is, en wij enkel mensenwoorden en mensengedachten hebben om daarover te spreken. Toch staan er in dit kleine stukje Evangelie een paar aanwijzingen.
We denken daarbij natuurlijk onmiddellijk aan “doop hen in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest”, waarmee meteen de Drie-eenheid lijkt omvat te zijn. Toch is dit niet alles! De Drie-eenheid van G-d betekent immers net dat hij in al zijn eenheid, toch op véle manieren werkzaam en zichtbaar kan worden. Ook méér dan ‘drie’ dus.
Hier zien we G-ds werkzaamheid nog op twee andere manieren aangeduid:
De verrezen Jezus had hen uitgenodigd naar Galilea te komen, dat is: naar hun geboortestreek, daar waar ze werkten en leefden, waar hun families en vrienden leefden! G-d laat zich dus zien in ons alledaagse leven!
Ook worden ze ‘de wereld’ ingezonden met een opdracht. Ook daarin laat G-d zich dus zien, in dat wat mensen voor elkaar doen ‘in naam van G-d’. ‘Verkondigen’ gebeurt minstens even veel in daden als in woorden.
Onze eindeloos veelzijdige G-d gebeurt, op ál die ‘plaatsen’ waar mensen hem be-waren (= waar maken).