Mc.2,1-12 (14/01/2022)
Toen hij na een aantal dagen weer in Kafarnaüm kwam, hoorde men dat hij thuis was. Onmiddellijk verzamelden zich zovelen dat er geen ruimte meer overbleef, zelfs niet voor de deur. En hij richtte het woord tot hen.
Men bracht een verlamde bij hem die door vier mannen gedragen werd. Door de menigte vonden ze echter geen mogelijkheid hem dichter bij Jezus te brengen. Daarom namen ze op de plaats waar hij was de dakbedekking weg en lieten de baar waarop de verlamde lag door het gat zakken. Bij het zien van hun vertrouwen, zei Jezus tegen de verlamde: “Kind, je zonden zijn je vergeven.”
Er zaten daar enkele schriftgeleerden. Die dachten in zichzelf: “Wat zegt die daar? Dat is lasterlijk! Wie kan zonden vergeven behalve God alleen?”
Onmiddellijk onderkende Jezus in zijn geest dat zij zo in zichzelf redeneerden en hij zei tegen hen: “Waarom redeneer je zo in je hart? Wat is gemakkelijker tegen de verlamde te zeggen: ‘je zonden zijn je vergeven’ of ‘sta op, neem je draagbaar en loop’? Welnu, zodat jullie zouden weten dat de mensenzoon volmacht heeft op aarde zonden te vergeven, ik zeg je – zei hij nu tegen de verlamde: Sta op, neem je draagbaar en ga naar huis.”
Onmiddellijk stond hij op, nam de draagbaar en ging voor de ogen van allen naar buiten, zodat allen verbaasd waren en God verheerlijkten: “Zoiets hebben wij nog nooit gezien!”
Op 6 dec. hadden we de Lucas-versievan dit gebeuren en bekeken we het vanuit de ogen van de lamme. Laten we vandaag even kijken vanuit de schriftgeleerden, die daar ook aanwezig zijn en hun bedenkingen hebben.
Vroeger merkten we al op dat het een vreemd, maar o zo menselijk gegeven is dat goedheid kwaadheid oproept. We kunnen dat ‘de schriftgeleerden’ verwijten, maar kijken beter naar onszelf om te zien dat dat sneller gebeurt dan we willen toegeven.
Maar er is meer. Ze waren daar toch?! Ze zijn toch naar Jezus’ huis gekomen om hem te horen en te zien?! Is dat louter uit kwaadwilligheid? Nee, waarom zou dat? Er zal ook bij hen, net zoals bij vele (de meeste?) anderen vooral nieuwsgierigheid zijn geweest. Maar nieuwsgierigheid is blijkbaar niet voldoende om het wonder te zien! Daar is vertrouwen voor nodig, zoals dat van de vier dragende mannen, en/of verwondering, zoals dat van de (sommige?) omstaanders. Wie enkel vanuit nieuwsgierigheid kijkt, ziet ook enkel ‘wat niet klopt’.