Mc.1,40-45 (14/2/2021)
Er kwam ook een melaatse bij hem. Die knielde voor hem neer en smeekte: “Als je het wil, ben je in de kracht mij te reinigen!”
En Jezus, ten diepste bewogen, strekte zijn hand uit en raakte hem aan: “Ik wil: word gereinigd!”
Onmiddellijk verdween zijn melaatsheid en werd hij gereinigd. Onmiddellijk stuurde Jezus hem weg, hem streng toesprekend:
“Let op dat je aan niemand iets zegt, maar ga [naar de tempel in Jeruzalem] en laat je zien aan de priester
en offer voor je reiniging wat Mozes heeft geboden, als een getuigenis voor hen.
Eenmaal buiten, begon de man het echter luid te verkondigen en ruchtbaarheid te geven aan de zaak,
zodat Jezus niet meer openlijk in de stad kon komen, maar buiten, op eenzame plaatsen, verbleef. Toch kwamen ze overal vandaan bij hem.
Twee zaken springen in het oog omdat ze niet van-zelf-sprekend zijn.
- “Als Jij het wilt.” Niet de meest gebruikelijke zin om een smeekbede mee te beginnen.
Meestal gaat het over wat ik wil, mijn vragen en verlangens. Hier niet! Hier wordt alles omgedraaid.
De man legt zijn situatie neer voor Jezus en geeft ze uit handen. De keuze om er al dan niet iets mee te doen ligt bij Jezus.
Als Jij het wilt … dus niet wat ik wil.
- Jezus’ houding t.o.v. een uitgerangeerde (melaatse). Hij keert hem niet de rug toe maar ziet hem en luistert naar wat hij te zeggen heeft.
Hij neemt hem au sérieux én raakt hem aan. Een intense aanraking die bevrijdt, geneest. Geen angst te bespeuren om zelf ziek te worden
maar een volledig gericht zijn op de man tegenover Hem. Door de aanraking kan hij opnieuw de draad van zijn leven opnemen.
Hij wordt aangemoedigd om opnieuw naar de maatschappij te gaan en te doen wat wettelijk van hem gevraagd wordt.
Ten slotte vraagt Jezus om hierover niet te spreken. Dankbaarheid hoeft geen woorden. Je kan haar ook Léven door niet van-zelf-sprekend te leven maar sprekend van G-d.