Verbonden Leven

Mc.9,30-37 (22/09/2024)

30    Ze gingen van daar weg
       en trokken door Galilea.
       Hij wilde niet dat iemand het wist,
31    want hij onderrichtte zijn leerlingen.
       Hij zei hen:
       “De mensenzoon wordt uitgeleverd
       in de handen van de mensen,
       en ze zullen hem doden
       en na drie dagen zal hij opstaan.”
32    Zij begrepen dat woord echter niet,
       maar schrikten ervoor terug hem ernaar te vragen.

33    Ze kwamen in Kafarnaüm.
       Thuis gekomen, vroeg hij hun:
       “Waarover ging jullie gesprek onderweg?”
34    Maar ze bleven zwijgen,
       want ze hadden het erover gehad wie de grootste was.

35    Hij ging zitten en riep de twaalf.
       Hij zei hen:
       “Als iemand wil de eerste zijn,
       zal hij van allen de laatste zijn
       en van allen een dienstknecht.”
36    Hij nam een kind op en zette het in hun midden.
       Hij omarmde het en zei:
37    Wie in mijn naam
       één van zulke kinderen
       bij/in zich opneemt, neemt mij op,
       en wie mij opneemt, neemt niet mij op,
       maar wie mij gezonden heeft.”

Hier zien we hoe Jezus’ dood – én verrijzenis – eigenlijk in het hart van zijn boodschap staat! Zijn dichtste leerlingen moeten het weten en begrijpen. Hij neemt er hen voor apart. Maar ze begrijpen het niet …
Toegegeven, het ís ook moeilijk te begrijpen.
Maar geraken ze – lees: geraken wíj/ík – nu echt niet verder dan de heimelijke discussie wie de grootste is? Dat zit blijkbaar nogal ingebakken in de mens om dat erg belangrijk te vinden. Het vraagt veel kritische eerlijkheid om dat bij onszelf te her- en erkennen. Blijkbaar moeten wij terug naar de eenvoudige kleinheid en ontvankelijkheid van een kind om dat te kunnen zien.
En ja, het zal dus ook in díe kleinheid en ontvankelijkheid zijn dat we iets van Jezus’ mysterie van dood en verrijzenis kunnen begrijpen. Jezus is zélf die weg gegaan! Hij heeft zichzelf ‘ontledigd’ – en daarzonder zouden wij niet zijn bevrijd!
Zou het, omgekeerd, ook dat niet zijn wat ons tegenhoudt om die kleinheid te omarmen, omdat we weten dat we dan de weg van de ogenschijnlijke dood tegemoet gaan? Alleen het geloof in de verrijzenis kan ons dan leiden!