Verbonden Leven

Mc.12,28b-34 (6/06/2024)

28    Er kwam een schriftgeleerde bij hem die hun discussie [over de opstanding van de doden] had gehoord
       en dat hij hun goed van antwoord had.
       Hij vroeg hem:
       “Wat is de eerste wijzing [gebod] van alle wijzingen?”
29    Jezus antwoordde hem:
       “De eerste van alle wijzingen is:
       Luister, Israël,
       de Heer is onze God, de Heer is één.
30    Je zult de Heer je God daad-werkelijk liefhebben,
       uit geheel je hart, uit geheel je geest,
       uit geheel je verstand en uit geheel je kracht. [Deut.6,4-5]
       Dit is de eerste wijzing.
31    De tweede, gelijke, is:
       Je zult wie jou nabij komt
       daad-werkelijk liefhebben als jezelf. [Lev.19,18]
       Een andere wijzing, groter dan deze, is er niet.”
32    De schriftgeleerde zei hem nu:
       “Goed, meester, het is waar wat je zegt:
       God is één en er is geen ander behalve hem,
33    en hem daad-werkelijk liefhebben
       uit geheel je hart, uit geheel je geest,
       uit geheel je verstand en uit geheel je kracht,
       en wie je nabij komt daad-werkelijk liefhebben als jezelf,
       dat is méér dan alle brandoffers en andere gaven.”
34    Jezus zag dat hij wijs had geantwoord en zei hem:
       “Je bent niet ver van het koningschap van God.”
       En niemand durfde hem nog een vraag stellen.

Hier hebben we een mooi voorbeeld van wat we gisteren zeiden over de Joodse manier van omgaan met de Wijzingen. Jezus doet niets af van en voegt niets toe aan de Wijzingen zoals hij ze ontvangen had van zijn geloofscontext – de ‘Schriften’, die wij het ‘Oude Testament’ noemen. Hij citeert eenvoudigweg.
Toch is hij met die traditie bijzonder creatief! Door ‘eenvoudigweg’ díe twee citaten naast elkaar te plaatsen, ontstaat er een dimensie die dus niet áfwezig was in het Joodse geloof, maar in de ogen van Jezus te weinig naar voor kwam: Het is de éénheid van de gerichtheid op G-d en de gerichtheid op de mensen. Voor Jezus hangen beiden onlosmakelijk aan elkaar vast als ‘eerste Wijzing’. Meer nog: ze zijn gelijk! Wie waarachtig het ene doet, doet ook het andere!
Dat is erg verstrekkend als je daarop door denkt. De waarheid ervan ontdek je ook pas … als je het dóet!