Mc.10,32-45 (29/05/2024)
32 Ze gingen op weg naar Jeruzalem.
Jezus ging voorop; zij waren verschrikt
en diegenen die volgden waren bang.
Hij nam de twaalf opnieuw bij zich
en begon hen te zeggen wat er hem zou overkomen:
33 “Kijk! Nu gaan we op naar Jeruzalem
en de mensenzoon zal overgeleverd worden
aan de hogepriesters en schriftgeleerden
en ze zullen hem ter dood veroordelen.
Ze zullen hem overleveren aan de niet-Joodse volken
34 en ze zullen hem bespotten, geselen en bespuwen,
en ze zullen hem doden
en op de derde dag zal hij worden opgewekt.”
35 Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeus,
kwamen bij hem en vroegen:
“Meester, het is onze bedoeling
dat je voor ons doet wat wij vragen.”
36 Hij zei hen: “Wat wil je dat ik voor jullie doe?”
37 Ze antwoordden hem:
“Geef dat wij mogen zetelen in jouw grootsheid,
één links en één rechts van jou.”
38 Maar Jezus zei hen:
“Je weet niet wat je vraagt.
Kunnen jullie de beker drinken die ik zal drinken,
of je laten onderdompelen met de onderdompeling die ik zal ondergaan?”
39 Ze zeiden hem: “Ja, dat kunnen wij!”
Hij ging tegen hen verder:
“Ja, mijn beker zul je wel drinken
en ondergedompeld worden waarin ik ondergedompeld wordt,
40 maar wat betreft het rechts of links van mij zetelen:
het is niet aan mij dat te geven,
dat is voor hen voor wie mijn Vader dit bereid heeft.”
41 De tien [overige leerlingen] hoorden dit
en raakten diep geschokt over Jakobus en Johannes.
42 Maar Jezus riep hen bij zich en zei:
“Jullie weten dat de leiders van de volken hen overheersen
en dat de groten hun macht misbruiken tegen hen.
43 Zo mag het bij jullie niet zijn!
Wie onder jullie groot wil worden,
moet jullie dienaar zijn,
44 en wie onder jullie de eerste wil zijn,
moet jullie knecht zijn;
45 zoals de mensenzoon niet gekomen is
om gediend te worden,
maar om te dienen
en zijn leven te geven als losgeld voor velen [= allen].”
Jezus probeert zijn leerlingen duidelijk te maken wat er met hem te gebeuren staat. Het is overigens niet de eerste keer dat hij deze boodschap probeert te brengen. De leerlingen horen wel wat hij zegt, maar luisteren niet, of beter gezegd: ze luisteren wel, maar in functie van zichzelf. Ze zijn bekommerd om hun eigen toekomst en staan niet stil bij wat Jezus eigenlijk wil zeggen.
Jezus merkt dit op en onmiddellijk laat hij zijn eigen zorg los en richt zich volledig op de twee. Hij gaat mee in hun bekommernis. Hij luistert naar hun zorgen en laat zich erdoor raken. Hij stelt helpende vragen, maar kan hun vraag niet oplossen. Hij is (en blijft) hen wel nabij en in zoverre dit in zijn mogelijkheid ligt, stelt hij de twee gerust.
Ondertussen houdt hij ook nog het groepsproces in de gaten en richt de ganse groep naar dat ene punt waar het om draait: Misbruik je macht niet, maar gebruik haar om elkaar te dienen.