Mc.12,38-44 (10/06/2023)
38 In zijn onderwijzing zei Jezus:
“Kijk uit voor schriftgeleerden
die graag in lange gewaden rondwandelen,
begroet willen worden op de markten,
39 de voornaamste zetels willen
in de samenkomsten [synagoge] en bij maaltijden,
40 terwijl ze de huizen van weduwen opslokken
en voor de schijn lang voor hen bidden.
Voor dezen zal het oordeel des te strenger zijn!”
41 En gezeten tegenover de offerschaal,
zag Jezus hoe velen er geld in wierpen.
Veel rijken wierpen er veel in.
42 Maar er kwam ook één arme weduwe,
die er twee kopermuntjes in wierp.
43 Hij riep zijn leerlingen bij zich en zei hen:
“Amen [zeker, naar waarheid], ik zeg jullie:
Die arme weduwe heeft het meest van allen erin geworpen,
44 want zij wierpen iets uit hun overvloed bij de gaven,
maar deze vrouw,
vanuit haar tekort,
wierp er alles in wat ze had:
haar leven!”
Beide delen van deze Evangelie-passage gaan eigenlijk over hetzelfde: Jezus vraagt/hoopt dat onze uiterlijke daden in overeenstemming zijn met onze innerlijke gedachten. ‘Congruentie’ heet dat, met een modern woord: alle aspecten van je leven, de innerlijke en de uiterlijke, de woorden en de daden, … dienen van hetzelfde te spreken. Je zou het ook als ‘transparantie’ kunnen benoemen: het ene aspect zegt hetzelfde als het andere, het een zegt het andere uit. Of opnieuw in Jezus’ woorden: Je ja zij ja, en je neen, neen.
Leven wij zó? Het is het onderzoeken waard. De kans is groot dat ons dat niet zomaar lukt. Een congruente levenshouding is nu eenmaal niet eenvoudig – wel één-vouw-dig! We mogen het die farizeeën dus niet te kwalijk nemen! Maar het loont wel de moeite het te proberen. Zelf zullen we er mensen door worden ‘uit één stuk’, stevig en betrouwbaar voor onze mede-mens; én … we worden erdoor éindelijk meer mens naar Jezus’ bedoeling – en noemden wij ons geen Christenen?