Lc.3,10-18(12/12/2021)
De menigte vroeg nu aan Johannes de doper: “Wat moeten wij dan doen?” Hij gaf hen als antwoord: “Wie twee stel onderkleren heeft, moet delen met wie er geen heeft, en wie eten heeft, moet hetzelfde doen.”
Er kwamen ook tollenaars om zich te laten dopen. Ook zij vroegen hem: “Meester, wat moeten wij doen?”
Tegen hen zei hij: “Vorder niet meer dan jullie is voorgeschreven.”
Ook soldaten vroegen hem: “En wij, wat moeten wij doen?” Tegen hen zei hij: “Je mag niemand uitschudden of afpersen. Wees tevreden met je soldij.”
Het volk koesterde een verwachting en vroeg in hun binnenste af of Johannes soms de Gezalfde [christos / messiah] zou zijn. Johannes antwoordde openlijk:
“Ik, ik doop jullie wel met water, maar er komt een sterkere dan ik, van wie ik niet eens geschikt ben om de riem van zijn sandalen los te maken. Hij zal jullie dopen in heilige geest en vuur! Hij heeft de wan [dorsvlegel] in zijn hand om zijn dorsvloer grondig te zuiveren. Het graan zal hij bijeenbrengen in zijn schuur en het kaf zal hij verbranden in onblusbaar vuur!”
Zo en op andere wijzen spoorde hij hen aan en verkondigde het volk de goede boodschap.
In onze maatschappij is er niet veel ruimte voor het heilige, laat staan voor de levende G-d. Ik vraag mij daarom wel eens af welk soort inspirerende profeet (voorganger) onze westerse mentaliteit kan doen keren: een figuur die ons wakker schudt uit onze comfortabele zelfgenoegzaamheid, of een zachte leider, vol deemoed, weg-wijzend van zichzelf die zo de verwachting van iets nieuw hooghoudt? Of is het een combinatie van beiden?
Als er ruimte vrij komt om die profeet met z’n oproep tot delen, tevredenheid en intense luisterbereidheid toe te laten, dan kan ook G-ds Woord klinken, én borrelt er gegarandeerd een grote creativiteit op om de altijd onverwachte en zich anders aandienende G-d te begroeten: Misschien in een kind, misschien in een ontmoeting met de meest kwetsbare, misschien in een ….
Zou het enkel een kwestie zijn van enkele weken wachten? Of laat ik met uitdagen om de onnodige muren af te breken en het onbeschermde toe te laten, me te laten raken door de vragen en noden van rafelrandmensen? Misschien is het wel daar, op die plek dat G-d zich aandient?