Lc.10,1-9 (18/10/2021)
Hierna stelde de heer nog tweeënzeventig anderen aan. Hij zond hen twee aan twee voor zich uit naar elke stad en plek waar hij zelf wilde komen. Hij zei hen:
“De oogst is wel overvloedig, maar arbeiders zijn er weinig. Vraag daarom aan de heer van de oogst dat hij arbeiders uitstuurt in zijn oogst.
Ga, maar let op!
Ik zend jullie als lammeren midden de wolven.
Belaad je niet met een geldbuidel,
niet met een reiszak, noch met sandalen.
Groet niemand [uitgebreid] langs de weg.
In welk huis je ook onderdak krijgt,
zeg eerst en vooral: “Vrede aan dit huis!”
Als daar een zoon van de vrede woont,
dan zal jullie vrede op hem rusten.
Zoniet, laat ze dan op jullie terugkeren.
Blijf in hetzelfde huis,
eet en drink wat er is,
want de arbeider is zijn loon waard.
Verleg je niet van het ene huis naar het andere.
In iedere stad die jullie binnengaan
en waar je ontvangen wordt:
Eet wat jullie wordt voorgezet,
heel haar zieken
en verkondig allen:
“Het koninkrijk van God is jullie genaderd.”
Het kleine aantal arbeiders was reeds in Jezus’ tijd een bekommernis. Voor Jezus is het geen reden om bij de pakken te blijven neerzitten. Hij zendt nog 72 anderen de wereld in. “Ga, zegt hij, en vraag (bid om) nog wat extra arbeiders”. Het lijkt een bekommernis van alle tijden. De vraag is, of wij, net als Jezus, durven vertrouwen dat de oogst groot is? Hij stuurde zijn leerlingen naar plaatsen waar hij nog niet kwam en sprak reeds van een oogst die overvloedig zal zijn.
Hoe zullen wij die oogst herkennen te midden van al het tumult van deze wereld?
Door aandachtig te leven ín de wereld.
Door ‘vrij’ te zijn, vrij van alle ballast, om open en ontvankelijk de ander tegemoet te kunnen gaan.
Door ‘in vrede’ te leven, zodat je al het vredevolle kan herkennen. Leven in vrede doet vrede uitstralen. Let wel op, want er zijn plaatsen waar de vrede niet wordt aangenomen, laat ze daar bij jou terugkomen.
Aan de arbeiders om te verkondigen: G-ds Rijk is genaderd … zullen wij het herkennen?