Lc.6,27-38 (09/09/2021)
Maar tegen jullie zeg ik:
“Heb je vijanden daad-werkelijk lief. Doe goed aan wie jou haat.
Zegen wie jou vervloekt. Bid voor wie jou smalend behandelt.
Aan wie jou op de wang slaat, hou hem ook je andere wang voor.
Aan wie jouw mantel afneemt, weiger hem niet je hemd.
Aan ieder die vraagt: geef, en van wie iets van jou wegneemt: vraag niet terug.
Zoals je wil dat de mensen aan jou doen, doe dat zó aan hen!
Als je [enkel] liefhebt wie jou liefhebben, wat voor genade is dat?
Want ook de zondaars hebben lief wie hen liefhebben.
Als je enkel goed doet aan wie jou goed doen, wat voor genade is dat?
Want ook de zondaars doen hetzelfde.
Als je enkel uitleent aan hen van wie je hoopt terug te krijgen, wat voor genade is dat?
Want ook de zondaars lenen aan zondaars om hetzelfde terug te krijgen.
Nee, daarentegen!
Heb je vijanden daad-werkelijk lief.
Doe goed en leen uit, zonder iets terug te verwachten.
Dan zal je loon groot zijn en zijn jullie kinderen van de Allerhoogste!
Want hij doet ook goed [chrèstos = goed, mild, teder, genadevol (cf. Hebr. chesed)] voor de ondankbaren en verdwaasden.
Word mede-lijdend zoals ook jullie Vader mede-lijdend is.
Oordeel niet – en je zult niet geoordeeld worden.
Veroordeel niet – en je zult niet veroordeeld worden.
Spreek vrij – en je zult vrijgesproken worden.
Geef – en er zal je gegeven worden.
Een goeie maat zullen ze je in de schoot werpen,
geschud, aangestampt en overlopend.
Want met de maat waarmee jullie meten,
zul je ook gemeten worden.”
Hoe simpel kan het eigenlijk allemaal zijn?! Geen half woord of idee uit deze richtingwijzers van Jezus is moeilijk te begrijpen. We hebben geen enkel excuus. En toch … Hoe komt het dan dat wij het er toch zo moeilijk mee hebben?
Hoe simpel het ook allemaal lijkt (en is), alles wat Jezus hier aanhaalt, gaat over de Genade van G-d. ‘Genade’ is een bijzonder rijk bijbels begrip dat probeert iets weer te geven van de uitbundige, overvloedige en overvloeiende liefde die G-d naar zijn mensen laat toestromen.
Het begrip is zo rijk als G-ds overvloedige liefde zelf dat is – en dus onuitputtelijk, én steeds verder stromend …
… tot ze ook míj bereikt en opneemt in die stroom.
Jezus vraagt niet meer (ook niet minder) dan dat ik mij láát opnemen in die stroom; mij laat meevoeren – ver-voeren – om Góds Genade te laten doorstromen naar de mensen om mij heen.
Wat Jezus mij dus vraagt is dus niet minder (maar ook niet meer) dan één-voudig een beetje als G-d te zijn. Ik kan nu als excuus opwerpen dat méns ben. En toch …