Lc. 1,67-80 (24/12/2022)
Zijn vader Zacharias werd vervuld van heilige geest en sprak profetisch uit:
“Gezegend de Heer, de God van Israël,
want hij heeft daad-werkelijk omgezien naar zijn volk
en het verlossing bereid.
Hij heeft voor ons een bevrijdende kracht gewekt
uit het huis van David, zijn Dienaar,
zoals hij het van oudsher had gezegd
bij monde van zijn heilige profeten:
Bevrijding van onze weerstrevers
en uit de handen van al wie ons haten
– en zo tederheid te tonen over onze vaders
en indachtig te zijn zijn heilig verbond,
de eed die hij aan Abraham had gezworen –
zodat wij onbevreesd hem zouden dienen,
gered uit de handen van onze weerstrevers,
in heiligheid en integriteit voor zijn aangezicht,
al de dagen van ons leven.
En ook jij, jongetje,
zult profeet van de Allerhoogste worden genoemd.
Want je zult voor de Heer uitgaan
om zijn wegen te bereiden;
om zijn volk bekend te maken met zijn bevrijding
in de vergeving van hun zonden,
door de innige tederheid van onze God
waarmee hij daad-werkelijk naar ons heeft omgezien
– stralend licht uit den hoge,
dat verschijnen zal
aan al wie zitten in duisternis
en schaduw van de dood –;
en om onze voeten te richten
op een weg van vrede.”
Het jongetje groeide op en werd gesterkt in de geest.
Hij verbleef op eenzame plaatsen
tot de dag dat hij zich aan Israël bekend maakte.
Zouden (groot)vaders (en (groot)moeders) vandaag bij de geboorte van hun (klein)kind dergelijke grootse woorden durven uitspreken, al was het maar in de stilte van hun hart? We mogen het hopen!
Want wordt niet in élk kind G-ds Genade tastbaar? Is élk kind niet een omzien van G-d naar zijn volk? Is élke nieuwe geboorte niet de geboorte van nieuwe hoop? Is élk kind niet de aanwezigheid van G-ds tederheid?
Als wij in het komende jaar weer eens aan een wiegje staan, laat ons dan ook maar ‘profetische woorden’ over het jongetje of meisje uitspreken. ‘Profetische woorden’ zijn geen voorspellingen of waarzeggerij, maar wel een zegenwens waarmee G-ds geestkracht werkzaam wil worden in het leven van dit kind. Élk kind kan immers in zijn eigen unieke levensloop – als het ‘in die geest’ leeft – “de wegen bereiden voor de Heer” en “de voeten richten naar vrede”.