Lc.11,27-28 (9/10/2021)
Toen hij zo aan het spreken was, verhief een vrouw uit de menigte haar stem en zei hem:
“Zalig de schoot die jouw gedragen heeft en de borsten waaraan jij hebt gedronken!”
Jezus antwoordde: “Ja, sterker nog: Zalig wie luisteren naar Gods woord en het be-waren!”
In elk mensenleven kun je over twee ‘lagen van leven’ spreken: het fysieke, materiële, uiterlijke leven, en het geestelijke, relationele (verbonden), innerlijke leven.[*] Omdat Paulus ze later nogal ten opzichte van elkaar schetst (hij benoemt ze als ‘het vlees’ (sarx) en ‘de geest’ (pneuma)), heeft het christendom ze ook nogal vaak tégen elkaar gesteld.
Maar zo niet in het Evangelie – overigens helemaal het spoor volgend zoals het in de hele Bijbel al is uitgetekend. De mens is één wezen. Daarin kun je wel die verschillende ‘lagen’ herkennen, maar ze zijn niet los van elkaar te beleven! Integendeel: ze beïnvloeden heel sterk elkaar.
Ook Jezus zelf wijst zijn fysieke bestaan helemaal niet af; hij bouwt er wel op verder. Het lichaam voeden is één ding, de geest voeden een volgend noodzakelijk iets. Ons fysieke bestaan is het instrument om ons geestelijk bestaan in deze wereld te beleven! We mogen daarom dankbaar zijn om ‘de schoot die ons heeft gedragen en de borsten die ons hebben gezoogd’ én voor wie ons het Woord Gods toespraken en leerden be-waren (= waar maken!).
(We moeten hier noodgedwongen (veel te) beknopt zijn. Je kunt ook over meer ‘lagen’ spreken en hoe die zich ten opzichte van elkaar verhouden. Zie daarvoor: Deruwe W., Gezegend mijn kronkelweg. Een spirituele gids op weg naar je diepere zelf.]