Lc. 13,31-35 (29/10/2020)
Op datzelfde moment kwamen er enkele farizeeën tegen hem zeggen:
“Trek van hier weg, want [de Joodse vazal-vorst] Herodes wil je doden.”
Maar hij zei tegen hen: “Ga weg en zeg tegen die vos: Kijk!
Ik verdrijf demonen en volbreng genezing, vandaag en morgen, en op de derde dag zal ik zelf volbracht worden.
Daarom móet ik verder trekken, vandaag, morgen én de volgende dag, want het is ondenkbaar dat een profeet zou omkomen buiten Jeruzalem.”
“Jeruzalem, Jeruzalem!, dodende de profeten en stenigend wie tot jou gezonden zijn …
Hoe dikwijls heb ik je kinderen willen verzamelen zoals een kloek haar broedsel onder haar vleugels, maar jullie hebben niet gewild …”
“Kijk! Jullie huis wordt leeg aan jullie overgelaten. Voorwaar, ik zeg jullie:
Je zult mij niet zien tot de tijd komt dat je zegt: Gezegend wie komt in de naam van de Heer.”
Jezus is nog maar onder’weg’ naar Jeruzalem, en hier krijgen we al een sterk relaas dat hij een helder zicht had op zijn levens’weg’.
Het zal uitlopen op zijn dood. Maar niet tevergeefs, als hij doet ‘wat moet’.
En zijn taak is eigenlijk heel simpel: mensen bevrijden van boze gedachten en doem, heling brengen waar ze versplinterd waren,
‘Rijk G-ds’ brengen daad-werkelijk, en dat vandaag én morgen, en dus óók ‘overmorgen’, wanneer het lastig wordt en men hem naar het leven zal staan.
Het is de taak van de profeet G-ds zaak te behartigen – wat er ook kome.
Hoe innig ‘G-ds zaak’ samenhangt met het welzijn van ménsen, is óók hier te lezen: Zélfs het Jeruzalem dat hem straks zal verwerpen,
daar horen we Jezus’ smart om, zijn diepe verlangen er eigenlijk ook voor hen te zijn.
Christen zijn is: profeet zijn, vandaag, morgen én overmorgen … G-ds zaak behartigen, dat is: demonen verdrijven (waarvan er op onze dagen héél veel rondwaren),
genezing/heling brengen bij mensen die zichzelf niet meer vinden in deze verwarde tijd …