Lc. 13,22-30 (28/10/2020)
Verder onderweg naar Jeruzalem, trok Jezus door steden en dorpen en gaf daar onderricht.
Iemand vroeg hem: “Heer, zijn het er weinig die bezig zijn gered te worden?”
Hij zei tegen allen: “IJver ervoor om binnen te gaan door de nauwe deur, want ik zeg jullie:
Velen zullen trachten er binnen te gaan, maar niet in staat zijn.
Wanneer de heer des huizes zal zijn opgestaan en de deur heeft gesloten, zullen jullie buiten staan en kloppen op de deur:
“Heer, doe open voor ons!” Dan zal hij antwoorden: “Ik weet niet van waar jullie zijn.”
Dan zullen jullie zeggen: “In jouw bijzijn hebben wij gegeten en gedronken en in onze straten heb je onderricht gegeven.”
Maar hij zal antwoorden: “Ik weet niet van waar jullie zijn. Weg van mij! – die ongerechtigheid doen. [Ps.6,9]
Daar zal het weeklagen en tandenknarsen zijn, wanneer jullie Abraham, Isaak en Jakob en al de profeten in het koninkrijk van God zien,
terwijl jullie zelf buiten geworpen zijn. Zíj zullen komen van oost en west, van noord en zuid, en zíj zullen aan tafel gaan in het koninkrijk van God.
Kijk! Er zijn laatsten die eersten zullen zijn, en eersten die laatsten zullen zijn.
“Zijn het er weinig die bezig zijn gered te worden?” Rare vraag, waar we meestal overheen lezen.
Het ís ook tegenstrijdig: Onze redding kunnen wij niet eigenmachtig bewerken.
(Iedereen die al eens geprobeerd heeft ‘aan zichzelf te werken’ kan dit alleen maar beamen.
In het Evangelie wordt dit duidelijk door de genezing die Jezus brengt, enkel voor wie in de onmacht van hun eigen kwetsbaarheid staan.)
En toch moeten we er ‘mee bezig zíjn’, geeft Jezus onmiskenbaar aan. Alleen maar een beetje ‘in zijn nabijheid lopen’ en
‘luisteren naar zijn verhalen’ is niet voldoende! Het criterium is niet ‘in Jezus’ nabijheid zijn’ en nog minder ‘vrome woorden spreken’,
maar enkel: gerechtigheid doen. Het vraagt een hele Bijbel om op het spoor te komen wat ‘gerechtigheid’ is,
maar kort: het is ‘de rechte weg zoeken’, = G-dgericht, op welk punt je ook staat in je leven.
Het punt waar we met z’n allen op staan (maar telkens op heel verschillende plaatsen), is dat van de toch wel sombere corona-tijden.
‘Soit’ (helaas), maar de vraag is ook nu enkel: van op dít punt waar ik hier en nu sta, hoe kan ik vandaag leven richting G-d?
Alleen als ik mij díe vraag ernstig stel, kan ik gered worden!