Lc. 14,1-6 (30/10/2020)
Het gebeurde eens dat Jezus te gast was voor de maaltijd op sabbat in het huis van een overste van de farizeeën en zij hielden hem in de gaten.
Kijk! Iemand met oedeem stond voor hem. Jezus reageerde door aan de wetgeleerden en farizeeën te vragen:
“Is het geoorloofd op sabbat te genezen, of niet?”
Maar zij hielden zich stil.
Jezus nam de man bij de hand, genas hem en liet hem gaan.
En tegen hen zei hij: “Wie van jullie zal, als je zoon of je os in een put valt, hem niet onmiddellijk er uit trekken, ook op de sabbat?”
Ze waren niet in staat hier iets tegenin te brengen.
Zal ik
als iedereen mij aangaapt,
arglistig, angstig, verkrampt, overtuigd van eigen gelijk,
het goede durven doen,
iemand bij de hand te nemen,
alleen maar
omdat ik dat met mijn eigen kind
ook zou doen?