Lc.10,38-42 (6/10/2020)
Terwijl ze verder trokken [naar Jeruzalem], gebeurde het eens dat hij in een dorp kwam waar een zekere vrouw die Marta heette hem in haar huis ontving.
Ze had ook een zus die Maria heette. Deze ging bij Jezus neerzitten en luisterde naar zijn woorden.
Marta werd rondgetrokken door het vele bedienen. Ze kwam er even bij staan en zei: “Heer, doet het jou niets dat mijn zus mij alleen laat met het bedienen?
Zeg dan toch tegen haar dat ze met mij meehelpt.”
Jezus antwoordde haar: “Marta, Marta, wat ben je bezorgd en laat je je verontrusten door zoveel dingen. Nodig is één te zijn.
Maria heeft voor dit goed gekozen en het zal haar niet ontnomen worden.”
Een passage die de tijden door gebruikt – en misbruikt – is om het contemplatieve leven boven het actieve leven te stellen …
We zijn in het goede gezelschap van de grote mysticus Meister Eckhart, als we dit gebeuren ánders lezen.
Zou Jezus (en zijn hele bende die daar binnenviel) zich de gastvrijheid van Marta niet hebben laten welgevallen?
Is er trouwens één serieuze levenswijze denkbaar die het actieve en het contemplatieve niet béide in zich draagt?
Wat hier gebeurt is géén uitspraak over dat het één beter zou zijn dan het ander!
We lezen dat in Jezus’ lieve bezorgdheid (“Marta, Marta”). Haar onrust, haar ‘verstrooidheid’, haar niet-gecentreerd-heid,
haar niet-verheugd-zijn in haar eigen situatie, verdrieten hem.
“Nodig is één te zijn.” Dat is het waar het Jezus om te doen is: samen te vallen met wie je bent, in vrede te zijn met je leven
(in het groot en in de kleine momenten elke dag); niet ‘versnipperd’ leven, niet omdat je niet veel te doen zou hebben,
maar omdat je alles ziet in één perspectief: een leven ‘in dienst van’ G-d.