Verbonden Leven

Lc.10,17-24 (5/10/2024)

17    De tweeënzeventig kwamen terug, uitbundig van vreugde:
       “Heer, zelfs de demonen onderwerpen zich aan ons
       in jouw naam!”
18    Hij zei tegen hen:
       “Ik was getuige hoe de tegenstander [satan]
       als een bliksem uit de hemel viel.
19    Zie je? Ik heb jullie de bevoegdheid gegeven
       slangen en schorpioenen te vertrappen
       en over alle krachten van de vijand. [Lc.9,1 / Ps.91,13]
       Niets kan jullie ook maar enigszins schaden.
20    Maar let wel:
       Verheug jullie niet zozeer erover
       dat de geesten zich aan jullie onderwerpen,
       maar verheug je vooral hierover
       dat jullie namen geschreven staan in Gods hand.”
21    Op dat eigen moment, vervuld van de geest,
       jubelde Jezus het uit:
       “Ik prijs en dank je, vader, heer van hemel en aarde,
       dat je deze dingen verborgen hebt
       voor [eigenmachtige] bekwamen en verstandigen
       en ze onthuld hebt
       voor [onmachtige] onmondigen.
       Ja, vader, zo heb jij het goed bevonden voor jouw gelaat.”
22    En hij ging verder tegen de leerlingen:
       “Alles is mij door mijn vader toevertrouwd,
       en niemand weet wie de zoon is, behalve de vader,
       en niemand weet wie de vader is, behalve de zoon
       en aan wie de zoon het wil onthullen.
23 Zalig de ogen die zien wat jullie zien,
24 want ik zeg jullie:
       Veel profeten en koningen verlangden
       te zien wat jullie zien,
       maar zij hebben het niet gezien,
       en te horen wat jullie horen,
       maar zij hebben het niet gehoord.”

Het kwam de voorbije dagen en weken al meermaals aan bod: Als leerlingen en gezondenen van Jezus zijn we er ons vaak te weinig van bewust wat voor een kracht er ons in de handen is gelegd. Waar wij daad-werkelijk met Jezus’ boodschap aan de slag gaan, “onderwerpen demonen zich aan ons”. De helende kracht van het Evangelie is groter dan wij vandaag de dag beseffen en benutten.
Samen met ons verheugt Jezus zich erover waar het al gebeurt, maar hij wijst ons wel op de diepere bron van vreugde, en dat is de verbondenheid met G-d. Zonder Hem kunnen wij niets, moeten wíj zeggen en beleven, want zelfs Jezus zei en beleefde het! Het is alleen in die verbonden-heid dat G-ds kracht door ons heen kan stromen naar zijn mensen.
En om die verbondenheid te verdiepen en te versterken, moeten wij bidden, ons leven in zijn handen leggen, zijn Adem ademen, hem “prijzen en danken als heer van hemel en aarde”, en verder … ‘on-verstandig’ worden = wéten dat er meer is dan ons eigengereid idee …