Verbonden Leven

Lc.7,1-10 (16/09/2024)

     Nadat hij al deze woorden voleindigd had
       ten aanhoren van het volk,
       ging hij Kafarnaüm binnen.
     Een zekere dienaar van de centurio daar [legeroverste over 100 man]
       was erg ziek en op het punt te sterven.
       Hij was hem zeer dierbaar.
     Nu had hij gehoord over Jezus
       en zond de oudsten [presbyteros] van de Joden naar hem
       om hem te vragen zijn dienaar te komen bevrijden.
     Zij kwamen bij Jezus
       en verzochten hem met aandrang:
       “Hij is het waard dat je dit voor hem zou doen!
     Hij heeft ons volk daad-werkelijk lief
       en hij heeft zelf de plaats van samenkomst [synagoge] voor ons gebouwd.”
     Jezus ging met hen mee.
       Toen hij niet ver meer van het huis af was,
       stuurde de centurio vrienden naar hem om te zeggen:
       “Heer, doe geen moeite,
       want ik ben te klein dat jij in mijn huis zou binnenkomen.
     Daarom heb ik me ook niet waardig geacht
       zelf naar jou toe te komen.
       Maar spreek een woord
       en mijn jongen [pais, kan een knecht of een zoon zijn] zal [moet wel] genezen.
     Want ook ik ben een mens aan wie volmacht werd gegeven.
       Ik heb soldaten onder mij
       en als ik tot de ene zeg ‘ga’, dan gaat hij,
       en tot een ander ‘kom’, dan komt hij,
       of tegen mijn dienaar ‘doe dit’, dan doet hij dat.”
     Toen Jezus dit hoorde,
       verwonderde hij zich over hem.
       Hij keerde zich naar de menigte die volgde:
       “Ik zeg jullie:
       Zelfs in Israël heb ik niet zo’n groot vertrouwen gevonden!”
10    Toen zij die uitgestuurd waren naar het huis terugkeerden,
       vonden ze de zieke dienaar gezond.

Als ik vandaag Christen wil zijn in het spoor van dit stukje Evangelie – bevrijdende boodschap – dan is de opdracht even simpel duidelijk als verstrekkend moeilijk:
Zal ik – net zoals Jezus zelf – werkelijk geloof, dat is: een diep vertrouwvolle levenshouding, herkennen waar het zich feitelijk afspeelt, ook bij mensen waarvan ‘de mensen’ (lees ook: de Christenen) zeggen dat ze niet gelovig zijn?