Lc.16,19-31 (29/02/2024)
19 Er was eens een rijk man.
Hij ging gekleed in purper en fijn linnen
en hield elke dag een schitterend feestmaal.
20 En er was ook een arme, die Lazarus heette,
die – bedekt met zweren – neergelegd was aan zijn poort,
21 in de hoop zijn buik te kunnen vullen
met de kruimels die van de tafel van de rijke vielen.
Maar alleen de honden kwamen
om zijn zweren af te likken.
22 Nu gebeurde het dat de arme stierf
en door de engelen weggedragen werd
naar de schoot van Abraham.
En ook de rijke stierf en werd begraven.
23 Terwijl hij kwellingen onderging in het schimmenrijk [hades/sjeool],
sloeg hij zijn ogen op en zag van verre Abraham,
met Lazarus in zijn schoot.
24 Hij riep: “Vader Abraham, ontferm je over mij,
en stuur Lazarus,
dat hij de top van zijn vinger in water doopt
en mijn tong komt verkoelen,
want ik lijd pijn in deze vlam!”
25 Abraham antwoordde echter:
“Kind, herinner je je
hoe je in jouw leven je goede dingen hebt aangenomen
en Lazarus evenzo de kwade?
Nu wordt hij hier getroost en lijd jij pijn.
26 En bij dit alles gaapt tussen ons en jullie een grote kloof,
zodat wie zou willen overstappen van hier naar jullie
dat niet kan,
en ook niet van jullie naar ons.”
27 Nu zei hij: “Dan vraag ik je, vader,
dat je hem stuurt naar het huis van mijn vader
28 – want ik heb nog vijf broers –
om daar een getuigenis af te leggen,
zodat zij niet ook in deze plaats van kwelling terecht komen.”
29 Abraham antwoordde hem:
“Ze hebben Mozes en de profeten,
laat ze naar hen luisteren!”
30 Maar hij zei: “Ach nee, vader Abraham …
maar als iemand uit de doden naar hen gaat,
zullen ze zich wel bekeren!”
31 Nu besloot Abraham:
“Als zij zelfs niet luisteren naar Mozes en de profeten,
zullen ze zich ook niet laten overtuigen
door iemand die uit de doden opstaat.”
Aan de scherpe tegenstellingen en de praktische onuitvoerbaarheden, kun je zien dat Jezus hier een verhaal vertelt. Breek dus je hoofd niet over ‘hoe zit dat nu precies?’.
De ‘verhalen van Jezus’ zijn echter niet zomaar een fait-divers, iets wat je even leest ter ontspanning en dan weer naast je neer legt. Nee, de verhalen van Jezus zijn ‘waar’! Ze raken kern-elementen van het leven aan – ze raken óns aan en roepen op er iets mee te doen.
Wij krijgen een kans die de rijke ook wel kreeg, maar niet genomen heeft. Hij zag het te laat, omdat hij het niet wilde zien toen hij kon. Zal ik de kans laten passeren?
Na zekere tijd blijkt er geen overbrugging meer mogelijk. Wie nu niet leert zien, zal het ‘later’ ook niet leren. Wie het altijd maar voor zich uitschuift – ‘ja, morgen’ – verspeelt uiteindelijk zijn kans.
Wat valt er dan wél te doen?
Nú de hand reiken naar degene die naar jou zijn hand uitsteekt …!