Lc.6,36-38 (26/02/2024)
36 Word mede-lijdend
zoals ook jullie Vader mede-lijdend is.
37 Oordeel niet
en je zult niet geoordeeld worden.
Veroordeel niet
en je zult niet veroordeeld worden.
Spreek vrij
en je zult vrijgesproken worden.
38 Geef
en er zal je gegeven worden.
Een goeie maat zullen ze je in de schoot werpen,
geschud, aangestampt en overlopend.
Want met de maat waarmee jullie meten,
zul je ook gemeten worden.”
Worden als G-d: het lijkt me geen evidente opdracht. En toch … Zijn wij, mensen, niet geschapen naar zijn beeld? Het is dus niet onmogelijk – als we tenminste in de stroom van G-ds mede-lijdende liefde durven te gaan staan. Daar in die stroom kunnen we zien en ervaren hoe hij telkens weer bekommerd is om zijn mensen. Wat er met hen/met ons gebeurt, raakt hem ten diepste zodat hij telkens weer mee-lijdt met zijn mensen.
Wanneer wij nu in die stroom gaan staan, wordt het ook voor ons mogelijk om G-d-achtig te leven (te worden als G-d). Daar in die goddelijke stroom van liefde is er immers geen behoefte om je met anderen te vergelijken. Ieder mens wordt er graag gezien zoals hij is. Je krijgt er de ruimte om in alle vrijheid te spreken zonder te oordelen of te veroordelen.
Probeer het maar uit: Laat de stroom van mede-lijden door je heen stromen. Het doet je Léven en Léven geven naar zijn maat, een overvolle, aangestampte maat van erbarmen. Het is die maat die G-d ons onvoorwaardelijk aanbiedt.