Verbonden Leven

Lc.10,21-24 (5/12/2023)

21    Op dat eigen moment, vervuld van de geest,
       jubelde Jezus het uit:
       “Ik prijs en dank je, vader, heer van hemel en aarde,
       dat je deze dingen verborgen hebt
       voor [eigenmachtige] bekwamen en verstandigen
       en ze onthuld hebt
       voor [onmachtige] onmondigen.
       Ja, vader, zo heb jij het goed bevonden voor jouw gelaat.”
22    En hij ging verder tegen de leerlingen:
       “Alles is mij door mijn vader toevertrouwd,
       en niemand weet wie de zoon is, behalve de vader,
       en niemand weet wie de vader is, behalve de zoon
       en aan wie de zoon het wil onthullen.
23    Zalig de ogen die zien wat jullie zien,
24    want ik zeg jullie:
       Veel profeten en koningen verlangden
       te zien wat jullie zien,
       maar zij hebben het niet gezien,
       en te horen wat jullie horen,
       maar zij hebben het niet gehoord.”

Ik heb het lange tijd lastig gehad met het feit dat G-d bewust “deze dingen verborgen hield voor verstandigen”. Waarschijnlijk rekende ik mezelf bij die verstandigen (ondertussen weet ik wel beter) en vond ik het niet eerlijk dat G-d voor mij dingen verborgen hield.
Stilaan begint er bij mij toch wel ‘t een en ‘t ander te dagen en kom ik tot het besef dat de ‘eenvoudige’ mensen waarover Lucas het heeft, niet zozeer zij zijn die over weinig verstand beschikken, maar wel zij die de grenzen van hun verstand kennen en beamen. ‘Een-voudige’ mensen zijn zij die beseffen dat G-d slechts aangeraakt en vermoed kan worden door wie in alle nederigheid de grenzen van het menselijke ‘kennen’ beaamt, het ‘be-grijpen’ durft los te laten en durft toe te geven dat wij mensen het allemaal niet zo goed weten en dat dit ook niet per se nodig is.
Doorheen de jaren is mij duidelijk geworden: de tegenstelling tussen verstandigen/wijzen en eenvoudigen in dit citaat van Lucas is een paradox, letterlijk een ‘schijnbare’ tegenstelling. Echte wijsheid wordt immers bij uitstek gekenmerkt door eenvoud …