Lc.1,46-56 (22/12/2022)
En Maria zong het uit:
“Mijn ziel maak groot de Heer,
uitbundig blij is mijn geest om God, mijn bevrijder,
want hij heeft omgezien
naar de kleinheid van zijn dienares.
Kijk! Vanaf nu zullen alle generaties mij gezegend noemen.
Want hij die geestkrachtig is,
deed grote dingen aan mij.
Heilig is zijn Naam!
Zijn barmhartigheid duurt over alle generaties
voor wie hem vreest.
Hij toont machtige daden
en slaat hoogmoedigen van hart uiteen;
machthebbers haalt hij neer van hun troon
en kleinen maakt hij groot;
hongerigen vervult hij met goede gaven
en rijken stuurt hij weg met lege handen.
Hij trekt zich Israël, zijn dienaar, aan,
her-innerend zijn tederheid
– zoals hij het gezegd had tegen onze vaders –
voor Abraham en voor alle generaties, tot in eeuwigheid.”
Maria bleef ongeveer drie maanden bij haar
en keerde dan naar huis terug.
De vreugde die Maria innerlijk beroert, borrelt zich een weg naar buiten en wordt een uitbundig lied dat iedereen moet horen! Dat zou voor ons een uitnodiging mogen zijn: om de vreugde die in ons leeft vanuit ons geloof, jubelend kenbaar te maken in de buitenwereld.
Als wij, 21ste eeuwers, dat vaak níet doen, dat uitspreken van ons geloof, dan is het vaak omdat wij menen daar de woorden niet voor te vinden. Maria had als eenvoudig meisje nochtans minder woorden dan wij. En toch doet ze het wel! Ze is eenvoudig genoeg om zich te laten inspireren door haar voorgangers in het geloof en door de hele traditie daarin. Haar Magnificat wemelt van verwijzingen naar de Schrift (wat wij het Oude Testament noemen). Maria had het in zich opgenomen, en toen er vreugde in haar opwelde om het feitelijk gebéuren van die woorden, kwamen die woorden vanzelf mee naar boven!
Dat is wat het doet als je je durft te laten dragen door een traditie! Wij, 21ste eeuwers die denken het allemaal zelf te moeten uitvinden, hebben het daar wat moeilijk mee, maar Maria ‘bewijst’ dat dit zeer lévengevend kan zijn – je geeft er leven mee aan de Messias!