Lc. 21,1-4 (21/11/2022)
Jezus keek op [zittend in de voorhof van de tempel met zijn leerlingen] en zag de rijken hun gaven in de offerschaal werpen. Maar hij zag ook een arme weduwe die er twee kopermuntjes in wierp.
En hij zei: “Naar waarheid, ik zeg jullie: Die arme weduwe heeft het meest van allen erin geworpen, want zij wierpen iets uit hun overvloed bij de gaven, maar deze vrouw, vanuit haar tekort, wierp alles wat ze had erin: haar leven!”
Jezus is nog steeds in de tempel in Jeruzalem, het centrum van hun geloofsbeleving. Allerlei mensen komen er. De variatie is een afspiegeling van de maatschappij; ook hun wijze van geloofsbeleving. Omdat Jezus naar de binnenkant kijkt, ziet hij ook veel aan de buitenkant, en ziet hij het in zijn werkelijke betekenis.
Kopermunten zijn nooit de meest waardevolle. Maar de geldwaarde doet voor Jezus niet ter zake. Hoe is het gesteld met het hárt van de gever, dat is de vraag die Jezus zich stelt. Die vrouw geeft zichzelf aan G-d, “haar hele leven”.
Bij deze woorden knikken we nu wellicht en denken: “Jaja, mooi zo, dat is de houding waar het om gaat.”
O.k., het klopt wellicht. Dus hoefde al deze uitleg niet. We moeten het nu alleen nog doen …