Lc.12,49-53 (20/10/2022)
“Vuur ben ik komen werpen in de wereld, en hoe verlang ik dat het al oplaait! Ik moet in een doop worden ondergedompeld en hoe ben ik erop gespannen tot die is volbracht. Denken jullie dat ik vrede op aarde ben komen brengen? Nee, zeg ik jullie! Niets anders dan verdeeldheid! Vanaf nu zullen vijf in één huis verdeeld zijn: drie tegen twee, twee tegen drie. Verdeeld zullen zijn vader tegen zoon en zoon tegen vader, moeder tegen dochter en dochter tegen moeder, schoonmoeder tegen haar schoondochter en schoondochter tegen haar schoonmoeder.”
Jezus is vuur komen brengen, vuur dat onrust en verdeeldheid met zich meebrengt.
Bij geloven hoort dus een zekere onrust. Sterker nog, het maakt er zelfs onlosmakelijk deel van uit. Geloven, zoals Jezus het ons heeft voorgeleefd, is een soort levenshouding die zich niet neerlegt bij het van-zelf-sprekende of bij een leven dat rustig voortkabbelt. Het is bewust leven, hier-en-nu, en je laten confronteren met de uitdagingen van deze tijd.
Als dat vuur in jou oplaait, iets in je wakker roept, dan is neutraliteit niet langer mogelijk. Je zal keuzes maken en zo ontstaat er verdeeldheid. Het is geen verdeeldheid die dingen en relaties kapot maakt, maar een verdeeldheid die creatief kan zijn, omdat ze het vermogen heeft de waarheid aan het licht te brengen. De verdeeldheid van het onderscheidingsvermogen om te weten waar het op aan komt.
Geloven vraagt dan dat je telkens weer op zoek gaat naar betekenis-vol-leven. Niet zozeer het leven waar jij zin in hebt, maar het leven waar je zin aan ontdekt en zin aan verschaft.