Joh.1,1-18/Lc. 2,1-14 (25/12/2021)
Joh.1,1-28
Als beginsel was het Woord [logos – dabar]
en het Woord was van God uit,
ja, God was het Woord,
het was het beginsel van God uit.
Alles is erdoor ontstaan
en erzonder is er niets ontstaan.
Daar was leven in
en het leven was het licht van de mensen.
het licht schijnt in de duisternis
en de duisternis kon het niet omvatten.
Er was een mens,
gezonden door God,
zijn naam was Johannes.
Het was zijn taak getuige [marturein – martelaar] te zijn
zodat hij zou getuigen van het licht,
zodat velen zouden vertrouwen door hem.
Niet hijzelf was het licht,
Hij was getuige van het licht.
Het [Woord] was het waarachtige licht
dat iedere mens verlicht
komende in de wereld.
Het was in de wereld
– de wereld is door hem ontstaan –
en toch heeft de wereld hem niet bekend.
Hij kwam in het zijne,
en toch hebben de zijnen hem niet aangenomen.
Maar al wie hem wel hebben aangenomen,
aan wie vertrouwt op zijn naam,
heeft hij volmacht gegeven
kinderen van God te worden.
Zij zijn niet uit bloed,
noch uit vlees, noch uit de wil [van een mens],
maar uit God geboren.
Het Woord is vlees geworden
en heeft in ons zijn tent opgeslagen.
Wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd,
een heerlijkheid als van de eniggeborene van een vader,
vol genade en waarheid.
Johannes getuigt over hem. Hij riep:
“Deze was het van wie ik zei:
Die na mij komt,
is vóór mij geworden,
want hij was eerder dan ik.”
Uit zijn volheid
hebben wij allen ontvangen,
onuitputtelijke genade.
Ja, de wet is door Mozes gegeven,
maar genade en waarheid
zijn door Jezus de gezalfde [Christos – Messiah] geworden.
Niemand heeft ooit God gezien,
maar de eniggeboren zoon,
die is in de schoot van de vader,
die heeft hem doen kennen.
Lc.2,1-14
In die tijd gebeurde het.
Er ging een besluit uit van [de romeinse] keizer Augustus dat alle huisgezinnen ingeschreven moesten worden. Deze inschrijving gebeurde vóór Quirinius stadhouder van Syrië was [de romeinse provincie waaronder Palestina viel]. Iedereen ging op weg naar zijn stad van oorsprong om zich te laten inschrijven.
Ook Jozef trok op van Galilea, uit de stad Nazaret, naar Judea, naar de stad van David, Betlehem, omdat hij van het huis en het geslacht van David was, om zich te laten inschrijven
samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was.
Terwijl ze daar waren brak het moment aan van de bevalling, en zij bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze bakerde hem in en legde hem in een voedertrog, omdat er voor hen geen plaats was in de herberg.
Er waren in die streek herders. Zij verbleven in het open veld. Ook ’s nachts waakten ze bij hun kudde. Kijk! Een boodschapper [engel] van de Heer stond plots bij hen en de heerlijkheid van de Heer omstraalde hen. Ze geraakten in grote angst. De boodschapper zei tegen hen: “Wees niet bang! Want kijk! Ik verkondig jullie een bevrijdende boodschap, een grote vreugde voor heel het volk: Vandaag is in de stad van David de bevrijder – die de Gezalfde is [Christos – Messiah], de Heer – voor jullie geboren! En dit is voor jullie het teken: Je zult een pasgeboren kind vinden, [dit is het teken] ingebakerd en liggend in een voederbak.” [als herkenningspunt voor wélk kind]
En plots was er bij de boodschapper een hemelse menigte die God loofde: “Heerlijkheid aan God in de hoge en vrede op aarde voor de mensen die hem lief zijn!”
Het woord is vlees geworden. Het is kwetsbaar geworden. Zoals die vluchtelingen, machteloos, verachtelijk in dat kamp van Lampedusa. Niks respect meer, de meest kwetsbare, naakte mens zie je daar! Zo is G-d, zo is het goddelijke gekomen. Je haalt er je neus voor op: in een stal, te midden van de beesten. (Als je ‘os’ en ‘ezel’ uit het Hebreeuws in het Nederlands vertaalt, staat er ‘schorriemorrie’.) Een kind geboren te midden van het schorriemorrie. Er was (is) immers voor hen geen plaats in de huizen, bij de goe-gemeente.
Maar het Woord laat zich niet tegenhouden, in Bethlehem (huis van brood), in een stal bij het schorremorrie wordt toekomst geboren. G-d ís mens geworden – en de herders mogen dit als eerste aanschouwen. Zo serieus neemt G-d deze afgewezen mensen.
Het kan, werkelijk waar! Het woord is vlees (mens) geworden en met hem begint een nieuwe tijd! Het is begonnen daar bij de onbetrouwbaren, het uitschot en het begint telkens weer bij de mensen die met dit schorremorrie mee op weg willen gaan!
Ga je mee? Het zal een gezegende Kerst zijn!