Joh.14,23-29 (22/05/2022)
Jezus antwoordde hem:
“Als iemand mij liefheeft, zal hij mijn woord be-waren [= vasthouden door waar te maken] en mijn Vader zal hem liefhebben, en wij zullen bij hem komen en ons verblijf bij hem maken. Wie mij niet liefheeft, maakt mijn woorden niet waar. En het woord dat je hoort, is niet míjn woord, maar dat van mijn Vader, door wie ik gezonden ben.
Deze dingen heb ik tegen jullie gezegd terwijl ik bij jullie verbleef. Later zal de medestander, de heilige Geest die de Vader zal zenden in mijn naam, jullie alles leren en in her-innering brengen wat ik tegen jullie heb gezegd.
Vrede laat ik jullie na. Míjn vrede geef ik jullie, niet zoals de wereld die geeft. Ik geef haar jullie, laat je hart dus niet verontrust raken en wees niet bang!
Je heb gehoord dat ik jullie zei: Ik ga heen en kom naar jullie terug. Als je mij daad-werkelijk zou liefhebben, zou je verheugd zijn dat ik naar de Vader ga, want de Vader is groter dan ik. En ik zeg jullie dit vóór het gebeurt, opdat wanneer het gebeurt, je zou vertrouwen.
(We hadden dit Evangelie onlangs al (16 en 17 mei). Je kunt ook die commentaren nog teruglezen.) Laten we het hier hebben over de belofte van de komst van de Geest.
Zonder dat het ‘theologisch’ uitgewerkt wordt (ik denk niet dat Jezus daar erg van wakker lag), heeft hij het wél over de bijzonder innige band tussen de Vader, hijzelf en de Geest. Het is de Vader die de Geest zal zenden in Jezus’ naam!
En het blijft niet bij díe band. De mens wordt mee betrokken in die innige verbondenheid! De Geest wordt aan hem toegezonden en dat zal de mens blijkbaar doen her-inneren – van innigheid gesproken …
Tezamen met de Geest zegt Jezus ons ook vrede toe. Die innige band die wij met G-d mogen hebben bevrijdt ons van alle angst en onrust. Tenminste, als ik in de liefde leef en daarmee zijn woord be-waar. Let wel: Er staat niet dat ik dan geen moeilijkheden zal tegenkomen, wél dat Jezus’ Geest ons zal vergezellen en een innerlijke vrede en kracht geven!