Joh.14,1-6 (26/04/2024)
1 “Laat je hart niet verontrust raken.
Jullie vertrouwen in God,
vertrouw ook in mij.
2 In het huis van mijn Vader
zijn er veel verblijfplaatsen.
Als dat niet zo was,
zou ik het jullie gezegd hebben.
Ik ga heen om een plaats voor jullie te bereiden.
3 En als ik ben heengegaan en voor jullie een plaats heb bereid,
kom ik terug
en neem jullie op bij mij,
zodat jullie ook zijn waar ik ben.
4 Waar ik heenga
en de weg erheen,
kennen jullie.
5 Tomas zei:
“Heer, wij weten níet waar je heengaat,
hoe kunnen we dan de weg kennen?”
6 Jezus antwoordde hem:
“Ik ben de weg, de waarheid en het leven.
Niemand komt tot de Vader
tenzij door mij.”
We gaan weer verder met Johannes. – En ‘verder’ is helemaal het juiste woord! Jezus moedigt zijn leerlingen – ons dus – aan op weg te durven gaan in vertrouwen. Hijzelf is de weg, de enige weg die naar de Vader leidt.
Een mensenleven, toen en nu, brengt altijd heel wat kopbrekens en verontrusting met zich mee. Dat is onvermijdelijk, weet Jezus ook, maar toch durft hij meegeven: laat het niet aan je hart komen! Laat in dat hart van jou vertrouwen leven, dan zul je de menselijke moeilijkheden wel aankunnen, want je weg loopt dan naar de Vader.
Onderweg laat hij ons niet alleen. Hoe zou dat ook kunnen als hij zelf de weg ís?! Ook is hij het ‘leven’: midden ín ons dagelijks leven onderweg, is hij aanwezig en kunnen wij hem ontmoeten. Die ontmoeting zal ons hart verwarmen en de richting wijzen waarheen wij ‘moeten’: het ‘huis van de Vader’. Je mag dat laatste begrijpen als voor ‘na dit leven’, maar het is even waar voor ‘ín dit leven’!