Joh.12,44-50 (24/04/2024)
44 Jezus riep uit:
“Wie vertrouwt in mij,
vertrouwt niet in mij
maar in hem die mij gezonden heeft;
45 en wie mij aanschouwt,
aanschouwt wie mij gezonden heeft.
46 Ik ben het licht dat in de wereld is gekomen,
opdat ieder die vertrouwt in mij
niet in de duisternis blijft.
47 Als iemand mijn woorden wel hoort
maar er geen gehoor aan geeft,
oordeel ik hem niet,
want ik ben niet gekomen om de wereld te oordelen
maar om haar te bevrijden.
48 Wie mij verwerpt
en mijn woorden niet aanneemt,
heeft al een oordelaar:
de woorden die ik gesproken heb
zullen hem uiteindelijk oordelen.
49 Want ik heb niet uit mezelf gesproken,
maar de Vader die mij gezonden heeft,
heeft mij een Wijzing gegeven:
dat is wat ik zeg.
50 En ik weet dat zijn Wijzing
het volle leven is.
Dus wat ik zeg,
zeg ik zoals de Vader mij gezegd heeft.”
In de Paastijd lezen we veel uit het Johannesevangelie. Hij schreef zijn Evangelie toch al zo’n generatie later dan de andere. Er was dus al wat tijd geweest om over het diepe Mysterie van Jezus na te denken, zich erover te bezinnen, én … ermee te leren leven! Jezus is dan al zo’n 60 à 70 jaar gestorven, maar de leerlingen – die hem dus nooit gekend hebben – ‘voelen’, ‘ervaren’, … of hoe moet je dat noemen? … dat hij lééft!
Johannes drukt het uit in woorden van verbondenheid: Er is een innige verbondenheid tussen Jezus en de Vader, uit wie hij gezonden is en in wie hij leeft, ook als hij fysiek gestorven is. Diezelfde verbondenheid reikt Jezus ook aan zijn leerlingen als mogelijkheid aan: wie in hém vertrouwt (= gelooft), rust dus ‘automatisch’ ook in de verbondenheid van Jezus en de Vader.
Vertrouwen is een Lévenskracht die tot op vandaag heel krachtig werkzaam is. Ook vandaag kunnen wij Léven ín Jezus, zodat hij kan Léven ín ons. Waar wij dat enigszins in/aan ons kunnen laten gebeuren, zullen mensen in onze omgeving ontdekken: Jezus leeft!