Joh.8,1-11 (18/03/2024)
1 (Maar) Jezus ging naar de Olijfberg.
2 Bij de ochtendschemering kwam hij weer in de tempel
en al het volk kwam naar hem.
Hij ging zitten en onderrichtte hen.
3 Maar de schriftgeleerden en farizeeën
brachten een vrouw bij hem
die op overspel was betrapt
en plaatsten haar in het midden.
4 Ze zeiden hem:
“Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt op overspel.
5 In de wet heeft Mozes ons geboden
zulke vrouwen te stenigen.
En jij nu, wat zeg jij?”
6 Dit vroegen ze om hem op de proef te stellen,
opdat ze hem zouden kunnen aanklagen.
Maar Jezus boog zich naar beneden
en schreef met de vinger in de aarde. [Jer.17,13]
7 Toen ze bleven vragen,
boog hij zich naar boven
en zei tegen hen:
“Wie van jullie zonder zonde is
moet maar als eerste een steen op haar werpen.”
8 En opnieuw boog hij zich naar beneden
en schreef in de aarde.
9 Toen ze dit hoorden, gingen ze één voor één naar buiten,
beginnend bij de oudsten, tot de laatste.
Ze lieten hem alleen achter,
met de vrouw die in het midden stond.
10 Opnieuw boog hij zich naar boven
en zag niemand behalve de vrouw.
Hij zei tegen haar:
“Vrouw, waar zijn je aanklagers?
Heeft niemand je veroordeeld?”
11 Ze zei: “Niemand, heer.”
En Jezus zei:
“Ook ik veroordeel je niet.
Ga heen, en zondig [verwijder je] van nu af niet meer.”
Behalve dat we het altijd mooi vinden als Jezus barmhartig is voor mensen, bewonderen we het in dit verhaal bij hem dat hij zo wijs optreedt. We vinden het ‘knap gedaan van hem’ dat hij zich uit netelige situaties weet te redden met ‘een derde oplossing’. Hij laat zich niet vangen in een welles-nietes spel.
Maar hóe doet hij dat dan? Waar haalt hij die wijsheid? Het staat hier ook te lezen!, in dat ene inleidende zinnetje: Hij ging naar de Olijfberg … Na de drukte van de stad en de tempel, trekt hij zich telkens terug in de stilte, om daar zijn ‘antenne’ weer af te stemmen op Diegene waar het éigenlijk over gaat. Of we zouden het preciezer moeten zeggen: Niet ná de drukte trekt hij zich terug, om uit te blazen of weer op krachten te komen, maar ervóór! Eérst stemt hij zich in de stilte af op G-d, en van daarúit zoekt hij de mensen op en kan hij ‘wijs’ met hen omgaan.
Het zou ‘wijs’ zijn als wij zelf ook déze volgorde aanhouden bij ons dagelijks handelen …