Joh.3,16-18 (4/06/2023)
16 Want zó lief heeft God de wereld,
dat hij zijn eniggeboren zoon heeft gegeven,
opdat al wie vertrouwende ín hem is,
niet verloren gaat,
maar het volle leven heeft.
17 Want God heeft zijn zoon niet in de wereld gezonden
om die wereld te vonnissen,
maar opdat ze door hem zou worden bevrijd.
18 Wie vertrouwend ín hem is,
wordt niet gevonnist,
maar wie niet vertrouwt,
is al gevonnist,
omdat hij niet heeft vertrouwd
in de naam van de eniggeboren zoon van God.
Vanaf de 5de eeuw reeds gebruikte men het beeld van de goddelijke dans om iets uit te drukken van het wezenlijke van de ‘Drie-eenheid’ (perichorese).
In zijn diepste wezen is G-d gemeenschap, liefde en wederkerigheid. Hij is geen onbewogen, onveranderlijke, in zichzelf gekeerde godheid. Hij is een op de ander gerichte, zichzelf-gevende liefde. G-ds Liefde wil ons opnemen, optillen, en meenemen in zíjn Liefdesavontuur. Ten diepste gaat het in ons leven dus om relaties, om liefde, om het vinden van die liefde, en het gevonden worden door die Liefde.
“Zozeer heeft God de wereld liefgehad … zodat niemand verloren zou gaan.”
Het is G-d zelf die als wervelend gebeuren ieder van ons uitnodigt en wil meetrekken in zíjn leven – dat dan Léven wordt.
Als het waar is dat Léven een goddelijke dans is, de dans van de drie-eenheid, dan is meedansen het allerbelangrijkste wat er is, meedansen om te leven in die Liefde en ervan te genieten.
Dus: trek alvast je dansschoenen aan en laat je verleiden!