Joh.20,2-8 (27/12/2023)
2 Ze [Maria van Magdala] liep dus snel naar Simon Petrus
en ‘de andere leerling’ – degene die Jezus erg genegen was –
en zei hen:
“Men heeft de heer uit het graf weggenomen
en we weten niet waar ze hem hebben gebracht!”
3 Petrus en ‘de andere leerling’ gingen dus mee naar buiten,
naar het graf.
4 De twee liepen samen,
maar ‘de andere leerling’ liep wat sneller vooruit dan Petrus
en kwam zo als eerste bij het graf.
5 Voorover bukkend, zag hij de linnen doeken liggen,
maar ging niet naar binnen.
6 Nu kwam ook Simon Petrus gevolgd
en ging wel binnen in het graf.
En hij aanschouwde de linnen doeken die daar lagen.
7 De zweetdoek, die zijn hoofd had bedekt,
lag niet bij de doeken,
maar afzonderlijk opgevouwen op één plaats.
8 Nu ging ook ‘de andere leerling’,
die als eerste bij het graf was,
naar binnen.
Hij zag en vertrouwde.
Nog maar twee dagen geleden vierden we Kerstmis, de geboorte van Jezus, en vandaag wordt ons al het verrijzenisverhaal voorgeschoteld. Kerstmis en Pasen, ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Je moet ‘zien en vertrouwen’ – net zoals ‘de andere leerling’ om zowel het Kerst- als het Paasgebeuren te kunnen peilen. Vandaag lezen we hoe er door onbeduidende mensen (hier een vrouw en met kerst de herders) een onbegrijpelijke, maar vreugdevolle boodschap gebracht wordt waardoor ‘de andere leerling’ in beweging komt. Hij loopt vooruit met Petrus in zijn kielzog.
Mogen onbeduidende mensen met hun vreugdevolle boodschappen mij in beweging brengen, ook al versta ik er geen snars van en ook al lijkt het onmogelijk wat er gezegd wordt?
Eens bij het graf gekomen hoefde ‘de andere leerling’ niet eens naar binnen te gaan om te weten dat Jezus was opgestaan. Hij zag en vertrouwde. Dat de Heer verrezen is, is immers niet ‘te zien’; dat die baby de Messias is, is niet ‘te zien’ en toch gebeurt het!
Kerstdag wordt pas Kerstdag (Pasen wordt pas Pasen) als wij ‘zien en vertrouwen’ …