Verbonden Leven

Zoek

Zoektip

Zoektip:

tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel) 

 Mt.16,21-27 (3/09/2023)

21    Vanaf toen begon Jezus zijn leerlingen aan te wijzen
       dat het moest
       dat hij naar Jeruzalem trok,
       dat hij veel te lijden zou hebben van de oudsten, hogepriesters en schriftgeleerden,
       dat hij gedood zou worden
       en dat hij op de derde dag zou opstaan.
22    Petrus nam hem terzijde en sprak hem fel toe:
       “Goeiegenade! Nooit mag jou zoiets overkomen, Heer!”
23    Maar Jezus keerde zich om
       en zei tegen Petrus:
       “Ga weg! Achter mij, tegenstrever [satan]!
       Je bent mij een ergernis/struikelblok,
       omdat je niet denkt vanuit God,
       maar vanuit de mens.”
24    Toen zei Jezus tegen zijn leerlingen:
       “Als het iemands bedoeling is
       achter mij aan te komen,
       moet hij zichzelf verloochenen,
       zijn kruis opnemen en mij volgen.
25    Want wie zijn leven [psyche] wil redden,
       zal het verliezen,
       maar wie zijn leven verliest omwille van mij,
       zal het vinden.
26    Want wat baat het een mens
       de hele wereld te winnen
       maar zijn leven [psyche] erdoor te schaden?
       Of wat zal een mens geven
       als losgeld voor zijn leven?
27    Ja, de mensenzoon zál komen
       in de grootsheid van zijn Vader,
       samen met zijn engelen,
       en dan zal hij ieder teruggeven naar zijn daden. [Ps.62,13]

Petrus, onze menselijke medemens. Hij geeft hier een typisch staaltje van níet goed luisteren ‘ten beste’. Jezus probeert 4 dingen te vertellen, tel ze maar na. Petrus reageert eigenlijk alleen op het 3de, waardoor natuurlijk de boodschap scheefgetrokken wordt en hij niet gehoord heeft wat Jezus éigenlijk wou zeggen.
Petrus en wijzelf doen dat om de haverklap. En we doen dat vooral als we het lastig hebben met een boodschap, als we het zelf moeilijk hebben om ernaar te luisteren maar dat niet doorhebben of het willen verdoezelen. Dan reageren we maar op 1 punt uit de boodschap, in de hoop dat onder (onze eigen) controle te houden.
Maar Jezus zet gelukkig door. Een beetje hardhandig zet hij zijn ‘slechte luisteraar’ op zijn plaats. Dat is niet prettig voor die luisteraar – al helemaal niet als wij zelf die ‘slechte luisteraar’ zijn – maar moeten we toelaten als we ‘betere luisteraars’ willen worden. Want Jezus uiteindelijke boodschap gaat net over loslaten, jezelf verloochenen, je leven ‘verliezen’, … maar óók over ‘opstaan’! – Heb je ook het laatste gehoord?

Mt. 23,27-32 (26/08/2020)

In die tijd sprak Jezus: Wee jullie, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars!
Jullie lijken op gekalkte graven die er van buiten wel mooi uitzien, maar van binnen vol zijn met doodsbeenderen en allerhande onreinheid.
Zo zien ook jullie van buiten er voor de mensen wel uit als heiligen, maar van binnen zijn jullie vol huichelarij en ongerechtigheid.
Wee jullie, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars!
Jullie bouwen de graven van profeten en versieren de grafmonumenten van heiligen
en je zegt: Als wij geleefd hadden in de tijd van onze vaderen, zouden wij niet medeplichtig geweest zijn aan moord op de profeten.
Jullie getuigen dus tegen jezelf, dat jullie zonen zijn van profetenmoordenaars.
Nu dan, maak jullie de maat van jullie vaderen maar vol!


Jezus blijft de Farizeeën uitdagen. In zijn ogen voeren ze tot in het kleinste detail een uiterlijke vertoning op van religieuze volmaaktheid.
Van zo’n vertoning, hoe volmaakt ook, gaat echter geen leven uit. Geloof herleid tot een verbaal en uiterlijk gebeuren,
geloof dat niet van binnenuit geleefd wordt, is een rationeel en doods gebeuren. Hier zal de Liefde niet langer stromen.
Een innerlijke levenshouding, met alleen G-d als focus, dat zal te zien zijn! Dan zal er leven zijn en zal de Liefde stromen!
Kijk dus naar wat er gaande is binnenin, in dat deel van jezelf dat je verborgen houdt voor anderen (en waarschijnlijk ook voor jezelf).
Want als de twee - binnen en buiten - niet overeenstemmen, is wat je doet huichelarij. Het kan er dan van buiten allemaal heel mooi uitzien maar van de Liefde zal niets te voelen zijn.
Pas wanneer er van binnenuit, vanuit passie geleefd wordt zal G-ds liefde te voelen zijn en zal er ook naar buiten toe Léven zijn.

 Mt. 25,1-13 (8/11/2020)

Dan zal het koninkrijk der hemelen te vergelijken zijn met tien meisjes die hun lampen namen en er op uit trokken, de bruidegom tegemoet.
Vijf van hen waren dwaas, de vijf andere wijs. De dwaze namen wel hun lampen mee, maar geen olie,
terwijl de wijzen samen met hun lampen ook olie in hun kruiken meenamen.
Toen nu de bruidegom op zich liet wachten, vielen ze allen in slaap.
Maar midden in de nacht klonk er geroep: “Kijk! De bruidegom komt! Trek hem tegemoet.”
Toen stonden alle meisjes op en brachten hun lampen in orde. De dwazen zeiden tegen de wijzen:
“Geef ons van jullie olie, want onze lampen gaan uit.” Maar de wijzen antwoordden:
“Best niet, er zal immers niet voldoende zijn voor ons en jullie samen. Ga liever naar de verkopers en koop er voor jezelf.”
Terwijl ze weg waren om olie te kopen, kwam de bruidegom aan, en wie bereid was [klaargemaakt én bereidwillig]
ging met hem naar binnen naar het bruiloftsfeest en de deur werd gesloten.
Later kwamen ook de andere meisjes aan en zeiden: “Heer, heer, doe open voor ons!”
Maar hij antwoordde: “Ik zeg jullie naar waarheid: Ik ken jullie niet.”
Wees dus wakker! Want je kent dag noch uur.

Over wachten en over hoopvol en verwachtend uitzien naar ... daarover gaat deze parabel.
Ik wil hem zo ook lezen – zeker in deze coronatijd – als een parabel waarin hoopvol uitgezien wordt naar een toekomst vol Léven, Zijn toekomst.
Een parabel waarin bruidsmeisjes hun fakkels ontsteken en al dansend voorop gaan. Hoopvol zien ze uit naar een nieuwe tijd,
naar een nieuw samen-leven met G-d. Een G-d die tussen ons mensen wil wonen en zo het leven zal doen uitgroeien tot een feest.
Zou dat niet fantastisch zijn? Wij, als blije, hoopvolle mensen (te midden van angstig op zichzelf teruggeplooide mensen)
die vol verwachting leven en uitzien naar een hoopvol gebeuren, om – op het moment dat het zich voltrekt – open te staan voor G-d die aanklopt
en ons uitnodigt om deel te nemen aan zijn goddelijke dans. Ik wens ze je toe, die dansende bruidsmeisjes als bron van inspiratie.

Mt.17,1-9 (6/08/2023)

1      Zes dagen daarna
       nam Jezus Petrus, Jacobus en zijn broer Johannes mee
       en bracht hen naar de top van een hoge berg,
       zij alleen.
2      Voor hun ogen veranderde hij van gedaante [metamorphose].
       Zijn gelaat straalde als de zon
       en zijn kleren werden wit als licht.
3      En kijk!, Mozes en Elia verschenen hun,
       die met hem spraken.
4      Petrus zei tegen Jezus:
       “Heer, het is goed dat wij hier zijn.
       Als het jouw bedoeling is, zal ik hier drie tenten maken,
       één voor jou, één voor Mozes en één voor Elia.”
5      En kijk!, terwijl hij nog aan het spreken was
       overschaduwde hen een lichtende wolk.
       Er klonk een stem uit de wolk:
       “Dit is mijn daad-werkelijk geliefde zoon
       in wie ik instemming vind. [Jes.42,1]
       Luister naar hem.”
6      Toen ze dit hoorden, wierpen de leerlingen zich neer
       en werden zeer bevreesd.
7      Jezus kwam bij hen, raakte hen aan en zei:
       “Sta op, wees niet bevreesd.”
8      Toen ze hun ogen opsloegen,
       zagen zij niemand dan alleen Jezus.
9      En afdalende van de berg gebood Jezus hun:
       “Spreek niemand over dit vergezicht
       voordat de mensenzoon uit de doden is opgestaan.”

Wat gebeurt daar toch op die berg? De televisie was er niet bij; zelfs geen reporter. Alleen getuigen.
Getuigen vertellen wat hen heeft geraakt en wat het met hen heeft gedaan. Zoals Jezus het hun had opgedragen, hadden ze er aan niemand iets over verteld. Maar toen Jezus gestorven was, stond het springlevend in hun herinnering: Jezus wordt opgenomen tussen de groten van hun godsdienst, en wordt tussen die drie zelfs nog verheven tot ‘zoon van G-d’. Dáár waren zij getuige van – en het hield ook een opdracht in: Luister naar hem!
En zij hebben zich láten raken en laten meenemen door dit onnoembaar gebeuren. Ze hebben gezien en geluisterd – én doorverteld.
Ik wil je een uitdagende vraag stellen: Als jij hier dagelijks dit Evangeliecommentaar leest, dan is de kans uitermate groot dat ook jij ‘geluisterd en gezien’ hebt, dat jij dus zelf ook zo’n ontmoeting met de Heer hebt gehad. Je zult het ook niet makkelijk kunnen verwoorden, en wellicht doe je dat niet in zo’n spectaculaire beelden als hier, maar dat neemt niets weg van de werkzame realiteit ervan! Sta daar vandaag maar even bij stil, laat je opnieuw erdoor raken, en getuig ervan!

Mt. 25,14-30 (15/11/2020) 

Want het is zoals met een man die naar het buitenland ging.
Hij riep zijn dienaren en vertrouwde hen zijn bezit toe.
Aan de één gaf hij vijf talenten [5x 6000 daglonen], een ander twee en nog een ander één, elk naar zijn eigen mogelijkheden.
Daarna vertrok hij.
Meteen ging degene die vijf talenten gekregen had eropuit om er handel mee te drijven en hij verdiende er vijf bij.
Zo ook degene die er twee ontvangen had: hij verdiende er twee bij.
Maar degene die het ene gekregen had, ging ergens ver weg, groef een gat in de grond en verborg zo het geld van zijn heer.
Een hele tijd later kwam nu de heer van die dienaars terug en hield afrekening met hen.
Die de vijf talenten gekregen had, kwam bij hem en gaf hem ook de vijf andere:
“Heer, vijf talenten heb je mij toevertrouwd, zie, vijf talenten heb ik erbij verdiend.”
Zijn heer zei hem: “Uitstekend, goede en trouwe dienaar, over het weinige was je trouw, over veel zal ik je aanstellen.
Verblijf in de vreugde van je heer!”
Ook die de twee talenten gekregen had kwam bij hen en zei: “Heer, twee talenten heb je mij toevertrouwd, zie, twee talenten heb ik erbij verdiend.”
Zijn heer zei hem: “Uitstekend, goede en trouwe dienaar, over het weinige was je trouw, over veel zal ik je aanstellen.
Verblijf in de vreugde van je heer!”
Nu kwam ook die het ene talent gekregen had bij hem en zei: “Heer, ik wist dat je een hard mens bent, die oogst wat je niet hebt gezaaid
en verzamelt wat je niet hebt uitgestrooid. Ik was bang en heb je talent ergens ver weg verborgen in de grond. Zie, hier heb je je bezit.”
Zijn heer antwoordde hem echter: “Slechte en angstig aarzelende dienaar, je meende te weten dat ik oogst wat ik niet heb gezaaid
en verzamel wat ik niet heb uitgestrooid? Je had dus mijn geld bij de bank moeten geven, zodat ik het terugkreeg met rente.
Neem dus dat talent van hem af, en geef het aan wie er tien heeft, want aan wie heeft, zal gegeven worden – hij zal overvloed hebben –
en van al wie niet heeft, zal zelfs wat hij heeft weggenomen worden.
En werp die nutteloze dienaar eruit, in de buitenste duisternis, daar zal geween zijn en tandengeknars.”

Een óverbekende parabel. En neen, ik zal geen spitsvondige draai nemen om toch maar met een nieuwe interpretatie af te komen.
Gewoon toepassen op het leven vandaag zal al voldoende zijn!
Al opgemerkt?: Het antwoord van de heer op die met 5 en 2 talenten is exact hetzelfde.
Het gaat hem dus níet om met hoeveel je start. “Ik kan niet zoveel”, is nooit een excuus!
Integendeel: de parabel vertelt net dat je veel meer in je hebt dan je denkt! Wie “meteen ermee aan de slag te gaat”,
zál vaststellen dat ook andere, vaak nooit vermoede, talenten naar buiten komen!
Dat gebeurt níet als je in angst wegkruipt. Dan ‘rendeert’ zelfs dat ene talent niet.
De toepassing vandaag lijkt mij ‘simpel’: Kijk eens om je heen, kijk eens in jezelf: hoeveel angst ‘regeert’ daar?
De (corona- en andere) tijden hebben ons zó ‘in ons kot’ doen kruipen, dat ons talent daar mee opgeborgen is geraakt.
Als ik vandaag nu eens “meteen aan de slag ga” met wie ik ben … De parabel vertelt ons wat er dan zal gebeuren én dat G-d ons zal zeggen:
“Uitstekend, goede en trouwe dienaar. Verblijf in de vreugde van je heer!”

 

Mt.18,21 – 19,1 (11/08/2022)

Petrus kwam naar Jezus en vroeg: “Heer, hoe vaak mag iemand tegen mij zondigen om hem nog te vergeven? Tot zeven maal?” [volgens de Thora: drie of vier maal]
Jezus antwoordde hem: “Niet tot zeven maal, zeg ik je, maar tot zeventig maal zeven maal!”
Zo is het koningschap van de hemelen te vergelijken met een koning die vereffening wilde vragen van zijn dienaren. Toen hij begon werd iemand bij hem gebracht die hem tienduizend talenten schuldig was. [= 10.000 x 6.000 daglonen] Omdat hij niets had om te betalen, beval de heer dat hij, met zijn vrouw, kinderen en al wat hij had, verkocht zouden worden. Nu viel de dienaar voor hem op zijn knieën en smeekte: “Wees grootmoedig met mij en ik zal je alles betalen.” De heer werd ten diepste bewogen, liet de dienaar vrij en schold hem het geleende kwijt.
Maar toen die dienaar naar buiten ging, kwam hij een mede-dienaar tegen die hem honderd denariën schuldig was. [= 100 daglonen] Hij greep hem bij de keel: “Betaal wat je me schuldig bent!” De mede-dienaar viel hem aan de voeten en smeekte: “Wees grootmoedig met mij en ik zal je alles betalen.” Maar hij weigerde. Integendeel, hij wierp hem in de gevangenis totdat hij het verschuldigde betaald zou hebben.
Andere mede-dienaars zagen dit gebeuren en waren zo diep geschokt dat ze het gebeuren aan hun heer gingen melden. Toen riep de heer hem bij zich en zei hem: “Inrotte dienaar, heel die schuld heb ik jou kwijtgescholden omdat je mij dat gesmeekt hebt. Moest je je dan ook niet ontfermen over die mede-dienaar, zoals ik me ontfermd heb over jou?” En vertoornd leverde de heer hem over aan de folteraars totdat hij het hele verschuldigde betaald zou hebben. Zo zal ook mijn hemelse Vader met jullie doen als je niet van harte je mede-mens vergeeft.”
Toen Jezus deze woorden had beëindigd, vertrok hij uit Galilea en kwam in het gebied van Judea aan de overkant van de Jordaan.

Vergeving: een mooi idee, maar wat als je zelf iets te vergeven hebt, is het dan nog zo vanzelfsprekend?
Vergeven en vergeven worden, het werkt helend – dat wéét ik – maar alleen als ook ik mijn gevoelens durf bloot te leggen, als ook ik me kwetsbaar opstel. Vergeven wordt dan ten diepste een relationeel gebeuren. Een gebeuren waardoor relaties hersteld worden en leven opnieuw mogelijk wordt (wat niet wil zeggen dat wat er gebeurd is, wordt weggevaagd).
Maar hoe vaak moeten we vergeven? Petrus vindt van zichzelf dat hij een ruime maat aanhoudt. Hij weet natuurlijk dat de rabbijnen drie tot vier keer wel voldoende vinden. Maar ja, hij kent Jezus een beetje, vandaar dat hij met een ruime marge rekening houdt. En dan komt Jezus met het verbluffende antwoord: zeventig maal zeven. Met andere woorden, een onbeperkt aantal, grenzeloos, onvoorwaardelijk, net als G-d. Ten diepste door ontferming bewogen, herstelt hij telkens weer de relatie – of reikt toch de kans hiertoe aan.
Hij schept Léven daar waar er geen meer was.
Hoever durf ik daarin mee te gaan?